Organisatie | Maasdriel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de raad van Maasdriel 2012 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raad van Maasdriel 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
betreft regeling na 1e wijziging
Gemeentewet, art. 16
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2012 | 21-03-2017 | 1e wijziging | 25-10-2012 Het Carillon, 19 december 2012 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in vergaderingen als bedoeld in dit reglement aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Een lid van de raad kan uiterlijk tot 12.00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van de vergadering aan de voorzitter te kennen geven een voorstel dat als hamerstuk is geagendeerd, alsnog inhoudelijk te willen behandelen. De voorzitter stelt daartoe een voorlopige aanvullende agenda op. Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Indien een lid van de raad bij de vaststelling van de agenda te kennen geeft een voorstel dat als hamerstuk is geagendeerd, alsnog inhoudelijk te willen behandelen, wordt het geagendeerd voor de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij behandeling naar het oordeel van de voorzitter in verband met daarmee geboden spoed niet kan worden uitgesteld dan wel wanneer slechts een summiere inhoudelijke behandeling wordt voorzien.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 14 Spreekrecht burgers
Voor de uitoefening van het spreekrecht wordt in totaal dertig minuten gereserveerd. Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
Artikel 15 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen.
Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming op basis van de volgorde van de plaatsing.
Artikel 16 Videoverslag en besluitenlijst
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en het opstellen van een besluitenlijst van de vergadering. Tevens draagt hij er zorg voor dat van de vergadering een videoverslag wordt gemaakt. Dit verslag wordt, voor zover de vergadering niet besloten is verklaard, beschikbaar gesteld via de gemeentelijke website.
De leden, de voorzitter en de wethouders hebben het recht een voorstel tot verandering van de besluitenlijst aan de raad te doen, indien deze onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering wordt vóór het vaststellen van de besluitenlijst bij de griffier ingediend.
De voorzitter of een lid van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 27 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 29 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 30 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Een amendement is ontoelaatbaar, indien het een strekking heeft tegengesteld aan die van het geagendeerde voorstel of indien er tussen de materie van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband bestaat. Een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de raad het niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Een daartoe strekkend voorstel kan, zo nodig met onderbreking van de orde, worden gedaan hetzij door de voorzitter, hetzij door een van de leden van de raad.
Artikel 35 Initiatiefvoorstellen
De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht.
Het verzoek tot het houden van een debat over een niet op de agenda opgenomen onderwerp wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover een debat wordt verlangd.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
Beantwoording vindt plaats binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen door middel van een brief aan de raad. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, wordt de raad hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
Artikel 37a Mondelinge vragen: het vragenhalfuur
Het lid van de raad dat mondelinge vragen wil stellen, meldt het onderwerp van de vragen tezamen met de te stellen vragen aan bij de voorzitter uiterlijk om 12.00 uur op de dag voorafgaande aan de dag van de vergadering schriftelijk. De voorzitter kan weigeren het onderwerp aan de orde te stellen indien het is geagendeerd voor de vergadering. De vragen zijn kort en duidelijk onder vermelding van de bronnen, de feiten en de omstandigheden die aanleiding zijn tot de vragen.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 41 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 38, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
Artikel 45 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers
Artikel 46a Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 47 Gebruik mobiele communicatiemiddelen
Het gebruik van mobiele communicatiemiddelen in de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is uitsluitend toegestaan voor zover daardoor naar het oordeel van de voorzitter de orde van de vergadering niet wordt verstoord.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.