Organisatie | Waddinxveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen en heffingen |
Regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2012
Gemeentewet, art 228
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | 01-07-2013 | 01-01-2014 | Wijziging art 4 en art 7 verordening; wijziging rubriek 2 tarieventabel; Rubriek 5 tarieventabel vervalt. | 14-11-2012 Hart van Holland, 03-07-2013 | 13/00151 |
13-12-2012 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 14-11-2012 Hart van Holland, 05-12-2012 | 12/079 |
Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel degene te wiens behoeve voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In andere dan de in het eerste en tweede lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak het kalenderjaar dan wel de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan in geval die periode korter is dan een kalenderjaar, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a., van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Indien na het opleggen van een aanslag aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de belasting in aanmerking genomen belastingtijdvak voordoet of zal voordoen, bestaat aanspraak op ontheffing indien deze € 10,00 of meer bedraagt.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeerartikel
De "Verordening precariobelasting 2012" van 9 november 2011, laatstelijk gewijzigd op 25 april 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Waddinxveen in zijn openbare vergadering
van 14 november 2012
de griffier, de voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen) (drs. H.P.L. Cremers)
BEHORENDE BIJ DE "VERORDENING PRECARIOBELASTING 2013”.