Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingToeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev
CiteertitelToeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2011, ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  3. Wet werk en bijstand, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201201-01-201201-01-2013nieuwe regeling

27-11-2012

Gemeenteblad Westland, 13-12-2012

Gbw 2012, 47

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev

De raad van de gemeente Westland;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, nummer  12-0070954, betreffende de vaststelling van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2012ev;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

 

Gelet op het positieve advies van de commissie MO van 12 november 2012;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden bij verordening te regelen;

 

 

Besluit:

 

 

Vast te stellen met terugwerkende kracht vanaf 01-01-12 de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN
  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder c, van de wet;

    • c.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j van de Wet op de huurtoeslag. Onder woning wordt mede verstaan een woonwagen of een woonschip;

    • e.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • f.

      WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

ARTIKEL 2 TOEPASSING VERORDENING

De bepalingen van deze verordening zijn alleen van toepassing op belanghebbenden in de leeftijd van 21 tot 65 jaar. Ten aanzien van gehuwden is deze verordening alleen van toepassing indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

HOOFDSTUK 2. CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

ARTIKEL 3 TOESLAGEN
  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende:

    • a.

      in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    • b.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar;

    • c.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én dit kind/deze kinderen onderwijs of een beroepsopleiding volgt in de zin van de WSF 2000 of de WTOS; en/of

    • d.

      in wiens woning uitsluitend een of meer meerderjarige kind/kinderen wonen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én het inkomen per kind niet hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de WSF 2000.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3. In aanvulling op het eerste lid bedraagt de toeslag, als bedoeld in artikel 25 van de wet, 20% van de gehuwdennorm voor de belanghebbende in wiens woning een niet-rechthebbende partner tevens zijn hoofdverblijf heeft.

HOOFDSTUK 3. CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE BIJSTANDSNORM OF DE TOESLAG

ARTIKEL 4. VERLAGING GEZIN
  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor degenen die een woning delen met één of meer anderen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt geen verlaging toegepast indien:

    • a.

      de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar;

    • b.

      de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én dit kind/deze kinderen onderwijs of een beroepsopleiding volgt in de zin van de WSF 2000 of de WTOS; en/of

    • c.

      indien de woning uitsluitend wordt gedeeld met een of meer meerderjarige kind/kinderen in de leeftijd van 21 jaar of ouder én het inkomen per kind niet hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de WSF 2000.

ARTIKEL 5. VERLAGING WOONSITUATIE
  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

    • b.

      10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

ARTIKEL 6. VERLAGING SCHOOLVERLATERS
  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

ARTIKEL 7. VERLAGING TOESLAG ALLEENSTAANDEN VAN 21 EN 22 JAAR
  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

    • b.

      10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, bedraagt de verlaging 10% van de gehuwdennorm indien de hoogte van de toeslag, op grond van artikel 2, tweede lid, van toepassing is.

  • 3. De verlaging als genoemd in dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de belanghebbende op wie artikel 5 van toepassing is.

ARTIKEL 8. ANTI-CUMULATIE

De toepassing van de artikelen 2 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet ten minste bedraagt:

  • a.

    35% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

  • b.

    55% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    65% van de gehuwdennorm voor gehuwden.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 9 ONVOORZIENE GEVALLEN

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

ARTIKEL 10. INWERKINGTREDING
  • 1. Deze verordening treedt , met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2012.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2011, ingetrokken.

ARTIKEL 11. CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012ev.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van […],

De griffier, de voorzitter,

N.Broekema J. van der Tak