Artikel 1: Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
W.P.O.:
Wet op het Primair Onderwijs.
- 2.
godsdienstonderwijs:
het onderwijs in kennis, godsdienstgeschiedenis en
cultuurgeschiedenis van een in de Nederlandse samenleving
voorkomende godsdienst, overeenkomstig het bepaalde in artikel 50
van de W.P.O.
- 3.
levensbeschouwelijk vormingsonderwijs:
het onderwijs op het gebied van geestelijke en zedelijke vorming,
dat niet godsdienstig is gefundeerd, doch overeenstemt met een in
Nederland voorkomende levensbeschouwing, overeenkomstig het bepaalde
in artikel 50 van de W.P.O. Het vormingsonderwijs beoogt de
leerlingen:
- *
respect bij te brengen voor andere opvattingen, geloofs- en
levensovertuigingen;
- *
in aanraking te brengen met vragen over mens en wereld,
normen en waarden, vrijheden en verantwoordelijkheden.
- 4.
G.V.O.:
godsdienstonderwijs en/of levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs.
- 5.
instelling:
één der navolgende instanties die G.V.O. geeft op één of meer
openbare basisscholen in de gemeente Ommen:
- *
- *
- *
een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid als
bedoeld in artikel 51 van de W.P.O., die zich blijkens de
statuten het geven van G.V.O. ten doel stelt.
- 6.
leraar:
de persoon, aangewezen door een instelling om op een openbare
basisschool G.V.O. te geven.
- 7.
school:
een zelfstandige onderwijsinstelling of nevenvestiging van een
onderwijsinstelling voor basisonderwijs, gevestigd op het
grondgebied van de gemeente Ommen.
Artikel 2: Doelgroep
Het G.V.O. is bedoeld voor leerlingen van de groepen 3 t/m 8 van openbare
scholen.
Artikel 3: Voorwaarden
- 1.
Het onderwijs wordt gegeven in het schoolgebouw waar de desbetreffende
leerlingen normaliter les ontvangen.
- 2.
Het schoolbestuur stelt ten behoeve van G.V.O. kosteloos verwarmde en
verlichte lesruimte beschikbaar.
- 3.
G.V.O. wordt gegeven aan de leerlingen uit de in artikel 2 genoemde
doelgroep, van wie de ouders, voogden of verzorgers daartoe de wens te
kennen hebben gegeven.
Artikel 4: Verantwoordelijkheid inhoud G.V.O. en aanwijzingen leraar.
- 1.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het G.V.O., de keuze van de
leermiddelen, alsmede de pedagogisch/didactische wijze waarop het wordt
gegeven, berust bij de instelling die de leraar voor G.V.O. heeft
aangewezen.
- 2.
De instelling verplicht zich er voor zorg te dragen, dat het onderwijs
wordt gegeven op pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze.
- 3.
De leraar gedraagt zich naar de aanwijzingen, die door de directeur van
de school worden gegeven. Tevens verstrekt hij de directeur van de
school alle verlangde inlichtingen voor zover deze in relatie staan met
de werkzaamheden van de leraar.
- 4.
De leraar onthoudt zich van het voeren van propaganda, hetzij voor enige
richting in het onderwijs, hetzij voor enige geestelijke,
maatschappelijke of politieke stroming.
- 5.
Tevens onthoudt hij zich van uitlatingen of handelingen die krenkend
kunnen zijn voor de levensbeschouwing van anderen.
- 6.
Het G.V.O. wordt in de Nederlandse taal gegeven.
Artikel 5: Verlening subsidie
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de bepalingen
van deze verordening, op aanvraag subsidie verlenen.
- 2.
De in lid 1 genoemde subsidie strekt ter tegemoetkoming in de kosten van
de salarissen voor leraren G.V.O., reiskosten en uitgaven voor
onderwijsleermiddelen.
- 3.
De subsidie wordt verstrekt aan een instelling als bedoeld in artikel 1,
lid 5.
- 4.
De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.
Artikel 6: Subsidiegrondslag
- 1.
De subsidie als bedoeld in artikel 5 bestaat uit een jaarlijks bedrag
per lesuur of uit een evenredig deel van dit bedrag bij minder dan 40
lesuren per jaar. Bij een lesuur wordt uitgegaan van een omvang van 45
minuten.
- 2.
De subsidie wordt alleen verstrekt voor het geven van G.V.O. aan een
groep van ten minste 8 leerlingen.
- 3.
Indien burgemeester en wethouders dit vanwege de grootte van de school
noodzakelijk achten, kunnen zij afwijken van het bepaalde in lid 2.
Artikel 7: Subsidie per wekelijks lesuur
- 1.
De subsidie per wekelijks lesuur op jaarbasis wordt voor het jaar 2003
vastgesteld op € 378,48.
- 2.
Het in lid 1 genoemde bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform de
index voor de CAO-lonen per uur voor het onderwijs inclusief bijzondere
beloningen, zoals gepubliceerd door het CBS.
Artikel 8: Aanvragen subsidie
- 1.
De subsidie wordt betaald na afloop van het jaar, waarin de lessen
G.V.O. zijn gegeven.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2 van de Algemene
subsidieverordening gemeente Ommen 2001 kunnen de in artikel 1 lid 5
bedoelde instellingen jaarlijks vóór 1 april een subsidieaanvraag doen
met betrekking tot de gegeven G.V.O.-lessen in het afgelopen jaar.
- 3.
De subsidieaanvraag moet voldoen aan de wettelijke eisen en dient
daarnaast tenminste de volgende gegevens te bevatten:
- a.
de namen van personen, belast met het geven van G.V.O. per
school;
- b.
de groepen, waarin de lessen G.V.O. werden gegeven;
- c.
de dagen en tijden, waarop deze lessen werden gegeven;
- d.
de aantallen leerlingen per groep, die deze lessen bijwoonden.
- e.
het totaal aantal lesuren, waarvoor aanspraak op subsidie kan
worden gemaakt op grond van artikel 6.
- 4.
Elke leerling mag voor de berekening van de subsidie slechts eenmaal
worden meegeteld.
- 5.
De jaaropgave dient te zijn voorzien van een akkoordverklaring van de
directeur van de desbetreffende school.
Artikel 9: Bevoegdheden burgemeester en wethouders
- 1.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen
burgemeester en wethouders.
- 2.
Zij kunnen ter uitvoering van de verordening nadere voorschriften
vaststellen.
Artikel 10: Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag, waarop zij is
bekendgemaakt.
Artikel 11: Citeertitel
De verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening
godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in het openbaar
onderwijs gemeente Ommen".