Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Kinderopvang Hilversum 2012 |
Citeertitel | Verordening Kinderopvang Hilversum 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 1.25 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2012 | 22-03-2013 | nieuwe regeling | 17-10-2012 De Gooi en Eembode, 29-11-2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Hilversum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juli 2012;
gelet op artikel 1.25 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
overwegende dat het bij wet is voorgeschreven om bij verordening regels vast te stellen omtrent de tegemoetkoming. De regels hebben betrekking op de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming.
VERORDENING KINDEROPVANG HILVERSUM 2012
§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 7 Omvang van de kinderopvang
Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is om de combinatie van werk of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling met zorg mogelijk te maken.
Artikel 14 Verordening Wet Kinderopvang Hilversum 2005
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening Wet Kinderopvang Hilversum zoals vastgesteld op 6 oktober 2004.
Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in de verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
In het geval dat een bepaling uit deze verordening tot een ongunstiger resultaat leidt voor de aanvrager dan toepassing van de betreffende bepaling van de Verordening Wet Kinderopvang Hilversum 2005, geldt alleen voor het begrotingsjaar 2012, de bepaling van de Verordening Wet Kinderopvang Hilversum 2005.
§ 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
De tegemoetkoming wordt door de ouder aangevraagd bij het college. Het moet dan gaan om het college van de gemeente waar de ouder woont.
Omdat een tegemoetkoming voor de duur van een berekeningsjaar wordt verstrekt moet deze elk jaar opnieuw worden aangevraagd.
Een verhoging van de tegemoetkoming in verband met een verhoging van het aantal uren of dagdelen kinderopvang, moet ook worden aangevraagd. Een verlaging van de tegemoetkoming in verband een vermindering van de omvang van de kinderopvang hoeft niet te worden aangevraagd. In artikel 12 van deze verordening is de verplichting geregeld dat de ouder hiervan wel onmiddellijk mededeling moet doen aan het college.
Onderdeel d van het eerste lid bepaalt dat bij de aanvraag een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen moet worden gevoegd. Dit betekent dat de aanvraag voor een tegemoetkoming pas bij de gemeente kan worden ingediend als de ouder over een offerte of contract beschikt. Op basis van de offerte of het contract kan de gemeente de hoogte van de tegemoetkoming vaststellen. Het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen, moet ingeschreven staan in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.
Onderdeel e van het eerste lid bepaalt dat bij de aanvraag gegevens of een verwijzing naar gegevens wordt gevoegd waaruit blijkt dat de ouder behoort tot een gemeentelijke doelgroep.
§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
De termijn waarbinnen het college een besluit moet nemen over de aanvraag van een tegemoetkoming geldt voor alle aanvragen voor een tegemoetkoming. Deze termijn geldt niet alleen voor nieuwe aanvragen, maar ook voor vervolgaanvragen en voor aanvragen voor een hogere tegemoetkoming in verband met uitbreiding van de omvang van de kinderopvang. In deze verordening is de beslistermijn ten hoogste acht weken, die eventueel met vier weken verlengd kan worden.
Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
De tegemoetkoming wordt in principe voor een kalenderjaar verleend. Voor aanvragen die in de loop van een jaar worden toegekend, geldt dat de tegemoetkoming wordt verstrekt tot 31 december van het betreffende jaar. Dit betekent dat een ouder elk jaar vóór 1 januari opnieuw een aanvraag voor een tegemoetkoming bij de gemeente zal moeten indienen.
Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt uitbetaald in de vorm van maandelijkse voorschotten. Dit betekent dat het totale bedrag van de tegemoetkoming waarop de aanvrager recht heeft, wordt gedeeld in twaalf gelijke delen (indien de aanvraag het gehele berekeningsjaar betreft).
Het tweede lid geeft het college de bevoegdheid om nadere voorschriften te stellen over de wijze van bevoorschotting van de tegemoetkoming. Wanneer er twijfels bestaan of een ouder daadwerkelijk gebruik zal maken van kinderopvang, kan het college bepalen dat er alleen een voorschot wordt betaald op basis van een factuur van het kindercentrum of gastouderbureau.
§ 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER
Als een ouder de inlichtingenplicht schendt en als gevolg hiervan ten onrechte een tegemoetkoming heeft ontvangen of een te hoog bedrag, kan het college de beschikking tot het verlenen of tot het vaststellen van de tegemoetkoming intrekken of wijzigen en het te veel betaalde bedrag terugvorderen. Ook is mogelijk om in aanvulling hierop een bestuurlijke boete aan de betreffende ouder op te leggen.
Artikel 14 Verordening Wet Kinderopvang Hilversum 2005
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening Wet Kinderopvang Hilversum zoals vastgesteld op 6 oktober 2004.
Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden
Deze restclausule biedt het college de mogelijkheid in alle niet-voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden. Het college moet echter binnen de grenzen van de verordening blijven, aangezien die door de raad zijn vastgesteld.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager kan afwijken van de bepalingen van deze verordening, en dus niet van de in de wet zelf genoemde bepalingen. Zo nodig wordt hierbij advies ingewonnen. Indien wordt afgeweken kan dit alleen maar ten gunste, en nooit ten nadele van de betrokken ouder en indien van toepassing van de betrokken partner.