Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Maasgouw 2013 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting Maasgouw 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Deze regeling is vervangen door de Verordening forensenbelasing Maasgouw 2014.
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Maasgouw 2012.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Trompetter, 28 december 2012 | R12.0629 |
De raad van de gemeente Maasgouw, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 223 van de Gemeentewet; B E S L U I T : vast te stellen de volgende verordening: De Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Maasgouw 2013 (Verordening forensenbelasting Maasgouw 2013).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet; waarde in het economische verkeer: de waarde als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wet Waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ), zoals die is vastgesteld voor de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ waarvan de woning hoofdzaak is. Bij gebreke van een waarde als bedoeld in de vorige volzin geldt de waarde in het economische verkeer van de woning met inachtneming van artikelen 17 en 18 van de Wet WOZ.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een woning binnen de gemeente beschikbaar houden. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt € 132,00 per woning. Indien de woning een waarde in het economische verkeer heeft van meer dan
€ 50.000,00 wordt de belasting genoemd in het eerste lid verhoogd met € 238,00 .
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt. De Algemene termijnenwet is niet van
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
De 'Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Maasgouw 2012' van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.