Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Procedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005
CiteertitelProcedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2005nieuwe regeling

03-11-2005

Nieuwe Meerbode, 16-11-2005

BI 050638

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005

gelet op de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,

besluit

vast te stellen de:

Procedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005

Artikel 1: Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

  • 1.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);

  • 2.

    planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel een van de andere in artikel 49 WRO genoemde schadeoorzaken;

  • 3.

    aanvrager: degene die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

  • 4.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn;

  • 5.

    derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;

  • 6.

    adviseur: een persoon of commissie belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

  • 7.

    drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49, derde lid WRO.

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1.

    Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend.

  • 2.

    Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op die aanvraag. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.

  • 3.

    In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag binnen acht weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af indien sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag, zonder toepassing te geven aan artikel 5 en volgende.

  • 2.

    De termijn van acht weken kan een keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking

  • 1.

    Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of artikel 4 versterkt het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn de adviseur een opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen.

  • 2.

    Als adviseur treedt op Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam, danwel een in een afzonderlijke overeenkomst als bedoeld in artikel 49a WRO aangewezen adviserende instelling of bureau.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid treedt als adviseur op Adviesbureau voor Bestuursrechtelijke Schadevergoedingen De Bont B.V. te Ulvenhout als het gaat om aanvragen om schadevergoeding die betrekking hebben op gemeentelijke besluiten ten behoeven van de omlegging van de N201.

Artikel 6: Werkwijze van de adviseur

  • 1.

    De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1.

    De adviseur brengt binnen zestien weken, of indien het gaat om een aanvraag die betrekking heeft op de omlegging van de N201 binnen acht weken, na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2.

    Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur het college schriftelijk in kennis, met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen hij het conceptadvies zal uitbrengen.

  • 3.

    De adviseur zendt een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager en een derde-belanghebbende, en stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het conceptadvies schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur te brengen.

  • 4.

    Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen zes weken na verloop van de in het eerste lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 5.

    Indien niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adviseur binnen twee weken na verloop van de in het eerste lid genoemde termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 6.

    De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derde-belanghebbende.

Artikel 8: Beschikking van het college

  • 1.

    Binnen zes weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 9: Uitbetaling

  • 1.

    Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening binnen 4 weken na deze beschikking.

  • 2.

    De schadevergoeding wordt verhoogd met een wettelijke rente die rechtens aan de aanvrager toekomt vanaf het tijdstip van indiening van zijn aanvraag tot de dag van uitbetaling van de schadevergoeding.

Artikel 10: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Procedureregeling planschadevergoeding Uithoorn 2005’.

  • 3.

    Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van nadeelcompensatieclaims.

Ondertekening

Vastgesteld op 11 augustus 2005 door burgemeester en wethouders van Uithoorn;

de secretaris,  de burgemeester,

(mrG.Roodhart)  (mevr. H.L. Groen)