Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venray

Verordening Wet inburgering gemeente Venray 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenray
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering gemeente Venray 2013
CiteertitelVerordening Wet inburgering gemeente Venray 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening Wet inburgering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering, art. 19
  2. Wet inburgering, art. 23
  3. Wet inburgering, 24f
  4. Wet inburgering, art. 35
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013Nieuwe regeling

18-12-2012

Peel en Maas, 27-12-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Venray 2013

De raad van Venray,

 

gelezen het advies van B en W van 6 november 2012, nr.     , inzake Verordening Wet inburgering Gemeente Venray 2013.

 

gelezen het advies van de commissie Welzijn van 29 november 2012.

 

gelet op artikel 147 Gemeentewet en artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige.

 

overwegende:

  • dat met ingang van 1 januari 2013 de gemeenten niet langer verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van inburgeringstrajecten en het handhaven van nieuwkomers;

  • dat op grond van de overgangsbepaling (artikel 19, 23, 24f en 35 Wi) de verordeningsplicht, voor inburgeraars die vóór 1 januari 2013 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vielen, blijft bestaan;

  • dat de gemeente Venray na 1 januari 2013 nog wel verantwoordelijk blijft voor het afmaken van lopende inburgeringsvoorzieningen, al gestarte handhavingstrajecten en statushouders die een verblijfsstatus hebben ontvangen voor 1 januari 2013 maar pas na voornoemde datum worden gehuisvest in de gemeente Venray;

  • dat deze verordening daarin voorziet.

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening Wet inburgering gemeente Venray 2013

 

Hoofdstuk 1 – Begripsbepalingen

Artikel 1 – Begripsbepalingen

1.Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering (Wi), de daarop berustende regelingen en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hoofdstuk 2 – De samenstelling van de inburgerings- of taalkennisvoorziening

Artikel 2 – De samenstelling van de voorziening

  • 1.

    Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      NT-2 onderwijs (taalonderwijs);

    • b.

      maatschappelijke oriëntatie;

    • c.

      arbeidsmarktoriëntatie;

    • d.

      kennis en oriëntatie met betrekking tot opvoeding, gezondheid en onderwijs;

    • e.

      taalstage;

    • f.

      voorzieningen zoals genoemd in de vigerende Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Venray en in de vigerende Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Venray;

    • g.

      activiteiten of voorzieningen die in het kader van maatwerk bijdragen tot verbetering van het inburgeringsproces in het algemeen en in de Venrayse samenleving in het bijzonder.

Hoofdstuk 3 – Het aanbod van een voorziening

Artikel 3 – De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid van de Wi schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de voorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 4 – De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)

  • 1.

    Het college behandelt het verzoek van de inburgeringsplichtige om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een PIB op de volgende wijze:

    • a.

      De aanvraag voor een PIB wordt schriftelijk ingediend.

    • b.

      Het college stelt nadere voorschriften met betrekking tot ondersteuning aan de inburgeringplichtige bij zijn keuze van inburgeringsbedrijf en de vormgeving van de inburgering.

  • 2.

    Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit programma:

    • a.

      naar het oordeel van het college passend is om hem voor te bereiden op en toe te leiden naar het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II; en

    • b.

      het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het oordeel van het college niet passend is; en

    • c.

      wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende vereisten:

    • ­

      ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;

    • ­

      beschikken over een keurmerk van de brancheorganisatie;

    • ­

      beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's en taalkennisvoorzieningen.

  • 3.

    Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze taalkennisvoorziening:

    • a.

      naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau 1 of 2; en

    • b.

      het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het oordeel van het college niet passend is; en

    • c.

      wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende vereisten:

    • ­

      ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;

    • ­

      beschikken over een keurmerk van de brancheorganisatie;

    • ­

      beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's en taalkennisvoorzieningen.

  • 4.

    Het persoonlijk inburgeringsbudget bedraagt de hoogte van de opleidingskosten met een maximum van € 5.000,- per inburgeraar en wordt per inburgeraar maximaal 1 keer verstrekt.

  • 5.

    Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluit het college een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.

  • 6.

    Het college kan nadere voorwaarden stellen aan de verstrekking van een PIB.

Artikel 5 – De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald.

  • 2.

    Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de voorziening de betalingswijze en de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 – Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het diezelfde dag melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de voorziening kunnen ondersteunen.

Hoofdstuk 4 – De bestuurlijke boete

Artikel 7 – De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 400,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a dan wel b, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 8 – Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 750,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 – Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomsten met vrijwillige inburgeraars

Artikel 9 – Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomst

  • 1.

    Indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn neergelegd in de overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, kan het college een boete opleggen van ten hoogste € 400,-.

  • 2.

    Indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn neergelegd in de overeenkomst opnieuw niet of onvoldoende nakomt, kan het college een boete opleggen van ten hoogste € 500,-.

  • 3.

    Indien de vrijwillige inburgeraar niet binnen de in de overeenkomst bepaalde termijn heeft deelgenomen aan het inburgeringsexamen, kan het college een boete opleggen van ten hoogste € 500,-.

  • 4.

    Indien de vrijwillige inburgeraar stopt met de overeengekomen inburgeringsvoorziening en hem dit te verwijten valt, kan het college een boete opleggen ter hoogte van de kosten die het college voor de inburgeringsvoorziening heeft moeten maken.

Hoofdstuk 6 – Slotbepalingen

Artikel 10 – Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wet inburgering gemeente Venray 2011.

Artikel 11 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Wet inburgering gemeente Venray 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 december 2012

, voorzitter , raadsgriffier

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Het eerste lid geeft aan dat de omschrijvingen van de begrippen die worden gebruikt in respectievelijk de Wet inburgering, het Besluit inburgering, de Regeling inburgering en de Algemene wet bestuursrecht ook van toepassing zijn op deze verordening.

 

Artikel 2 – De samenstelling van de voorziening

In de verordening dienen regels te worden gesteld met betrekking tot het aanbod door het college van een passende (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

 

Artikel 3  De procedure van het doen van een aanbod

Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt.

 

Artikel 4  De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)

Op grond van artikel 19, tweede lid WI kan het college de voorziening vaststellen in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget als de inburgeringsplichtige daarom verzoekt. Op grond van het vijfde lid van artikel 19 WI moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen over de procedure die door het college wordt gevolgd bij het behandelen van verzoeken om een persoonlijk inburgeringsbudget en de criteria die worden gehanteerd bij het toekennen van een persoonlijk inburgeringsbudget. 

 

Artikel 5  De inning van de eigen bijdrage

In de verordening moeten regels worden gesteld die betrekking hebben op de inning van de eigen bijdrage van de inburgeringsplichtige door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid, WI). De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet en bedraagt € 270. Dit bedrag kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd (artikel 23, tweede lid, WI).

 

Artikel 6  Opleggen van verplichtingen

Dit artikel vormt de uitwerking van artikel 23, derde lid, WI dat bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld. Dit artikel delegeert de bevoegdheid aan het college om de verplichtingen die in het artikel worden genoemd aan inburgeringsplichtigen in het kader van een voorziening op te leggen. Het college legt in de beschikking tot de vaststelling van de voorziening deze verplichtingen vast.

 

Artikel 7 – De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

Artikel 35 WI draagt de gemeenteraad op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. In artikel 34 WI zijn voor de verschillende overtredingen de maximumbedragen van de bestuurlijke boete vastgelegd.

 

Artikel 8 – Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

Als de inburgeringsplichtige niet binnen de voor hem geldende termijn het inburgeringsexamen heeft behaald, dan legt het college hem een bestuurlijke boete op.

 

Artikel 9 – Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomst

Op grond van artikel 24f moet de raad bij verordening regels stellen over de niet-nakoming van de overeenkomst. In dit artikel legt de raad de sancties vast die het college kan toepassen als de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn neergelegd in de overeenkomst niet nakomt.

 

Artikel 10 – Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 11 – Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.