Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Precariobelasting Helmond 2013 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting Helmond 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Externe bijlage | Tarieventabel |
Deze verordening vervangt de Verordening Precariobelasting Helmond 2013
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 23-11-2013 | 1e wijziging | 25-06-2013 | Raadsbesluit, 2013, 1304770 | |
17-11-2012 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 08-11-2012 | Raadsbesluit, 2012, 1211070 |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat
voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
van een onverlicht plat aan de gevel bevestigd naambord, mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,60 meter, het bord niet meer vermeldt dan de naam, het beroep of de aard van het bedrijf –
eventueel aangevuld met enige zakelijke mededelingen hierop betrekking hebbende, waarmee geen reclame wordt beoogd - van de persoon of ondernemer, gevestigd in het perceel, waaraan het bord is bevestigd;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de
berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere of langere periode heeft voorgedaan. In dat geval
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde
belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan
De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De 'Verordening Precariobelasting Helmond 2012' vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 8 november 2012.
De raad voornoemd,
de voorzitter,
Mevr. P.J.M.G. Blanksma - van den Heuvel
de griffier,
Mr. J.P.T.M. Jaspers
Bekend gemaakt op:
16 november 2012
De gemeentesecretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA
Toelichting Verordening Precariobelasting Helmond 2013
Precariobelasting wordt geheven op grond van artikel 228 van de Gemeentewet. Gemeentewet.
Precariobelasting is verschuldigd voor het hebben van voorwerpen op openbare gemeentegrond.
In alle gevallen waarin de overheid het gebruik van openbare grond veroorlooft of toelaat zal de algemene regel, neergelegd in de verordening Precariobelasting, toepassing vinden. Wanneer echter diezelfde overheid in een bepaald geval een bijzondere regeling treft bij overeenkomst, zal de algemene regel geen toepassing kunnen vinden, omdat zij voor dat geval op bijzondere voorwaarden het gebruik moet toestaan (bijvoorbeeld kermisverpachtingen).
Samenloop met Reclamebelasting
Bij de opstelling van de verordeningen precariobelasting en reclamebelasting is er door de gemeenteraad niet voor gekozen, om bij het samenvallen van de beide heffingen over een ogenschijnlijk gelijk object een van beide heffingen te laten vervallen. Dus als een reclamebord boven gemeentegrond hangt in het centrum, dan is zowel het gebruik van gemeentegrond als het hebben van een reclame-uiting belast. Omdat het gaat om twee verschillende belastbare feiten, maar ook omdat de aanwending van de opbrengsten (algemene middelen resp. doelbelasting tbv. ondernemers zelf) is deze keuze gemaakt.
Artikelen 1, 2 en 3 Begripsomschrijvingen, belastingplicht en belastbaar feit
Deze artikelen zijn van praktische aard. In deze artikelen is bepaald, wie belastingplichtig is, wanneer sprake is van precariobelasting en enkele begripsbepalingen worden nader uitgelegd.
De term ‘persoon’ in de begripsomschrijving ziet zowel op natuurlijke als op rechtspersonen.
De raad heeft besloten voor deze belasting geen kwijtschelding te verlenen.
In de tarieventabel staan diverse onderdelen, waarbij samenloop met de heffing van de reclamebelasting kan voorkomen. Bij de precariobelasting wordt het feit dat een voorwerp zich op, boven of onder gemeentegrond bevindt als belastbaar feit gezien, bij de reclamebelasting is dat de reclame-uiting.