Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015
CiteertitelBeleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201201-01-2018nieuwe regeling

08-11-2012

Rhenense Betuwse Courant 28-11-2012

Z/12/12432/Raad/12/01348  

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Paragraaf 1.1 De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is, na een lange voorbereidingsperiode, op 7 februari 2012 door de Eerste Kamer aangenomen. Bij Koninklijk Besluit van 26 maart 2012 is bepaald dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, met uitzondering van de artikelen 5 en 11, in werking treedt per 1 juli 2012. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat de gemeenteraad een plan dient vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van haar gemeente. De looptijd van het plan mag maximaal 4 jaar zijn. Het college van burgemeester en wethouders krijgt middels de wet de aanbeveling om beleidsregels te formuleren die ook betrekking hebben op de toegang tot de schuldhulpverlening (zie 1.2). Integrale schuldhulpverlening betekent samen met anderen. Dit beleidsplan geeft aan hoe de gemeente Neder-Betuwe vorm wil geven aan deze wet en hoe zij in de toekomst hulp wil verlenen aan inwoners met schulden. Dit plan heeft ook als doelstelling de sociaal economische gezondheidsverschillen onder de inwoners van onze gemeente terug te dringen. Integrale schuldhulpverlening betekent dat zowel binnen de gemeentelijke organisatie als met ketenpartners samenwerking dient plaats te vinden. Er zijn belangrijke raakvlakken met een aantal beleidsaangelegenheden van de afdeling Samenleving. Vanuit programma 7, Zorg, Werk en Inkomen, waarvan de doelstelling als volgt is geformuleerd: Het verstrekken van bijstand en maatschappelijke diensten, het op weg helpen van inwoners naar werk, het bestrijden van armoede, de inburgering van nieuw- en oudkomers en het ontwikkelen c.q. uitvoeren van lokaal zorgbeleid; beschikt de afdeling Samenleving over de instrumenten en mogelijkheden die er aan toe bijdragen dat kwaliteit en resultaat gericht werken door partijen uit het maatschappelijk middenveld met wie nu al een gemeentelijke relatie bestaat en met mogelijk nieuwe partijen zich ook toespitst op schuldhulpverlenende elementen. Kwaliteit en resultaat gericht werken zijn belangrijke elementen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Op dit moment is de Nota Integrale schuldhulpverlening, door uw raad vastgesteld op 31 mei 2007, nog de basis voor de Neder-Betuwse aanpak van schuldhulpverlening. Deze nota kenmerkt zich vooral door een beschrijving van de samenhangende producten die ingezet kunnen worden om te komen tot een schuldenvrije toekomst. Met deze notitie zet de overstap naar integraal beleid en integrale uitvoering schuldhulpverlening in. Het is verstandig om de Neder-Betuwse visie op schuldhulpverlening te herformuleren, niet alleen omdat het van belang is om aan de wet te voldoen, maar ook voor onszelf om als gemeente te kijken naar onze huidige visie en werkzaamheden. Huidige uitvoering schuldhulpverlening

Voor de uitvoering van de nota Integrale Schuldhulpverlening werken wij vanaf 1 januari 2008 samen met de gemeente Tiel. Gemeente Tiel is gelieerd lid van de NVVK, brancheorganisatie op het gebied van schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Bij de uitvoering van de schuldhulpverlening wordt uitgegaan van de algemene werkwijze en de producten zoals door de NVVK worden onderschreven. In de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Tiel is bepaald dat deze de gemeentelijke werkzaamheden in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen uitvoert, evenals overige werkzaamheden in het kader van de schuldhulpverlening. Tot de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening bestond er voor gemeenten geen formele wettelijke plicht met betrekking tot het bieden van schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening werd tot voor kort uitgevoerd in het kader van het gemeentelijk bijzondere bijstands- en minimabeleid. Het hebben van problematische schulden en het (daardoor) leven in armoede zijn vaak aan elkaar gerelateerd. Inwoners met financiële problemen kunnen zich, als zij een beroep willen doen op gemeentelijke schuldhulpverlening, melden bij het Zorgloket binnen onze gemeentewinkel of rechtstreeks bij de afdeling Werk, Inkomen en Zorg, de unit Schuldhulpverlening van de gemeente Tiel. Het verlenen van bijzondere bijstand gerelateerd aan de schuldenproblematiek wordt lokaal door het Zorgloket gedaan. Er vindt wel afstemming plaats tussen het Zorgloket en de unit Schuldhulpverlening.

 

Paragraaf 1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 brengen we in beeld hoe we de schuldhulpverlening, samen met het maatschappelijk middenveld, de komende jaren willen vormgeven. Dat doen we aan de hand van wat we ´onze missie´ noemen. Onze missie is mede tot stand gekomen uit de gesprekken met de verschillende organisaties met wie een relatie op gebied van schuldhulpverlening bestaat. De spil van de relatie met die organisaties is de inwoner van de gemeente Neder-Betuwe. Interne integraliteit is nodig om de basis voor de gemeentelijke schuldhulpverlening vorm te geven en vast te houden, hoofdstuk 3 gaat over de interne integrale schuldhulpverlening. In hoofdstuk 4 gaan we in op het stellen van grenzen en het maken van keuzen met

betrekking tot de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening hoeft en kan niet altijd leiden tot een schuldenvrije toekomst. Dat moeten we erkennen. Schuldhulpverlening is, zo is ook in de eerdere hoofdstukken al beschreven, niet alleen een financieel technisch traject. Schuldhulpverlening is ook niet altijd mogelijk. De effecten van de gemaakte keuzes en gestelde grenzen zijn beschreven in hoofdstuk 5. Evenals de wijze waarop we de toegankelijkheid tot de gemeentelijk schuldhulpverlening vorm gaan geven. De hoofdstukken 6 en 7 gaan over de schuldpreventie, vroegsignalering en nazorg. Dat zijn belangrijke instrumenten die lokaal nog ontwikkeld moeten worden. In deze hoofdstukken hebben we het belang van deze ontwikkelingen beschreven. Belangrijk aspect daarin is de zorg voor gezinnen met minderjarige inwonende kinderen. Tot slot beschrijven we in hoofdstuk 8 de financiering van de integrale schuldhulpverlening in de gemeente Neder-Betuwe.

 

Hoofdstuk 2 Schuldhulpverlening in Neder-Betuwe 2012 - 2015

Voor we verder kijken naar de uitvoering van de schuldhulpverlening is het goed om een aantal uitgangspunten te formuleren die leidraad zijn bij het uitwerken van de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Voor veel van de schuldenproblematiek is een oplossing te vinden. Het is echter duidelijk dat niet in alle situaties een oplossing voor de, al dan niet op zichzelf staande, schuldenproblematiek gevonden kan worden. De uitgangspunten van de schuldhulpverlening geven daarom tevens de grenzen daarvan aan.

De uitgangspunten zijn:   De inwoner is zelf verantwoordelijk   Schulden zijn een maatschappelijk probleem   Schuldhulpverlening gaat niet zomaar en kent een lang proces   Schulden werken belemmerd in de (arbeids-)participatie van de inwoner   Iedereen een schuldenvrije toekomst is niet meer het directe absolute streven De praktijk leert echter dat een belangrijk deel van de aanvragers op de korte of langere termijn niet, of zelfs nooit, in staat is om een volledig traject van schuldsanering met als eindresultaat schulden vrij, te doorlopen. Schuldhulpverlening zal daarom in meerdere vormen plaats moeten vinden om de verschillende doelgroepen te kunnen ondersteunen, behulpzaam te zijn. Een van de bekendste vormen van ondersteunen is de uitvoering van het bijzondere bijstands- en minimabeleid van Neder-Betuwe. Deze richt zich op bestrijding van financiële armoede. Naast verstrekking van bijzondere bijstand voor specifieke kosten vindt verlening van categoriale bijzondere bijstand aan groepen van inwoners met specifieke kenmerken plaats.

Het Jeugdsportfonds Neder-Betuwe stelt kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen in staat om te sporten. Aan de bestrijding van de financiële armoede is ook de gedachte gekoppeld dat sociale participatie belangrijk is en ook mogelijk moet zijn én blijven voor mensen met een minimuminkomen.

Paragraaf 2.1 Kijk op de Neder-Betuwse schuldhulpverlening

Problematische schulden zijn een breed maatschappelijk probleem en komen in alle bevolkings- en inkomensgroepen voor. We zien een toename van het beroep op de schuldhulpverlening in groepen uit het hogere inkomenssegment. De schuldhulpverlening moet ook toegankelijk zijn voor deze groepen. Op 12 april 2012 heeft de raad de Visie op Lokaal sociaal beleid vastgesteld. Uitgangspunten in dit beleidskader zijn; samenwerken en verbinden, zelfredzaam en participeren, preventief en snel. Veel van deze visie-elementen zijn ook van toepassing op de schuldverlening. Zij sluiten aan bij de uitgangspunten van het kabinetsbeleid die aanleiding zijn geweest om te komen tot de vaststelling van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Beide wetten zijn gericht op het handhaven en bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en de participatie mogelijkheden van inwoners. Ook voor financieel kwetsbare inwoners van Neder-Betuwe geldt dat uitgegaan kan worden van de 'eigen kracht'. De missie van schuldhulpverlening is er op gericht dat de inwoner in staat moet zijn om de toekomst in eigen handen te nemen en zich kan ontwikkelen tot een financieel zelfredzame inwoner; een inwoner die financieel en maatschappelijk kan participeren. Daarom willen wij de missie ten aanzien van schuldhulpverlening als volgt omschrijven: Financieel zelfredzame inwoners die in staat zijn om te blijven participeren Uiteraard zijn er grenzen bij de haalbare mate van de zelfredzaamheid. Van bepaalde inwoners is het aannemelijk dat zij nimmer financieel zelfredzaam zullen worden. Het is daarom van belang te benadrukken dat bij het inhoudelijk vormgeven aan deze doelstelling uit gegaan wordt van het hoogst haalbare in de situatie en omstandigheden van de individuele inwoner.

 

Subparagraaf 2.1.1.1 Hulp bij financiële problemen toegankelijk voor iedereen

Het college zet zich in om de gelegde basis van het minimabeleid en integrale schuldhulpverlening voort te zetten. Het coalitieprogramma 2010-2014 heeft dat in zich. Neder-Betuwse inwoners moeten de kans hebben en krijgen om te participeren, om mee te doen. Om de missie te kunnen realiseren en om te voldoen aan het wettelijk kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening dient de schuldhulpverlening integraal georganiseerd te zijn.

Integrale schuldhulpverlening kan gedefinieerd worden als het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan en de omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost.

Integrale schuldhulpverlening dient zich ook te richten op het zoveel mogelijk voorkomen dat problematische problemen ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). Deze definitie van integrale schuldhulpverlening laat ons zien dat we een standpunt moeten innemen over / visie moeten vaststellen op;

1. het doel van de schuldhulpverlening

2. de eigen positie in het werkveld schuldhulpverlening,

3. de inhoud van de schuldhulpverlening.

 

Subparagraaf 2.1.2 Het doel van de schuldhulpverlening.

Problematische schulden zijn een breed maatschappelijk probleem en komen in alle bevolkings- en inkomensgroepen voor. We zien een toename van het beroep op de schuldhulpverlening in groepen uit het hogere inkomenssegment. De schuldhulpverlening moet ook toegankelijk zijn voor deze groepen. Schuldhulpverlening loont ; Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de inzet leidt tot beperking van de lasten op andere leefterreinen zoals uitkeringen en wonen. Beperking van de financiële problemen draagt bij aan vermindering van problemen op andere levensterreinen. Relaties staan minder onder druk, de opvoeding van kinderen verloopt minder problematisch en maatschappelijke- en arbeidsparticipatie blijven mogelijk. Gemiddeld genomen levert elke euro inzet op schuldhulpverlening een lastenbeperking op van € 2,40 op andere terreinen. Onze visie op het doel van de schuldhulpverlening hebben we als volgt geformuleerd Schuldhulpverlening is een middel dat wordt ingezet om ernstige / problematische schuldsituaties bij inwoners uit alle bevolkings- en inkomensgroepen te voorkomen of indien er al een ernstige schuldsituatie bestaat, zoveel als mogelijk voorkomen dat deze verergert door (langdurig) te stabiliseren of een duurzame oplossing te bieden. Dit houdt in we er naar streven dat:

• Ernstige schuldsituaties bij alle inwoners voorkomen worden.

• Er gericht wordt op het bieden van een duurzame oplossing en (blijvende) uitstroom door het aanleren van financiële vaardigheden bij leerbare inwoners of diens sociale netwerk.

• Er een duurzame stabilisatie (met inzet van daarbij behorende producten zoals financieel of budgetbeheer) wordt geboden bij niet vaardige en (momenteel) niet leerbare inwoners en/of diens sociale netwerk teneinde ergere problematiek te voorkomen.

• Participatie van inwoners mogelijk wordt gemaakt of wordt vergroot voor wie schulden een belemmering zijn om deel te nemen aan de maatschappij.

• Schuldenproblematiek wordt gezien als gezinsproblematiek, wat betekent dat bij de hulpverlening en de oplossing van het probleem het gehele gezin betrokken wordt. We doen in de schuldhulpverlening, net als bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, een beroep op de sociale zelf- (en samen)redzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner die schulden heeft. Dat doen we door inwoners er op te wijzen dat zij hulp in hun directe omgeving en sociale netwerk dienen te zoeken.

Indien de sociale zelfredzaamheid en hulp in de omgeving gering is, dient laagdrempelige hulp bij financiële problemen beschikbaar aanwezig te zijn. Uit deze visie vloeit voort dat wij de door ons geboden schuldhulpverlening in de komende jaren als volgt beschrijven; • een brede, laagdrempelige basis schulddienstverlening voor ondersteuning bij financiële problemen / vraagstukken; Wij willen hier vorm aan geven door samenwerking met het maatschappelijk middenveld. In dit beleidsplan wordt daar de richting voor aangegeven.

 

Subparagraaf 2.1.3 Positie en inhoud van de gemeentelijke schuldhulpverlening

Een (groot) deel van de schuldenaren heeft naast financiële problemen ook te maken met daarmee samenhangende problemen op de verschillende leefdomeinen: Wonen, Zorg & Welzijn, Werk, Inkomen & Onderwijs en Veiligheid. De combinatie van problemen op verschillende leefdomeinen vraagt dan ook om een integrale aanpak. Dit betekent dat de hulp en ondersteuning niet alleen gericht moet worden op meer financiële armslag, maar ook op het kunnen meedoen in de samenleving. Onze visie op de positie en inhoud van de gemeentelijke schuldhulpverlening hebben wij als volgt geformuleerd; Gemeentelijke schuldhulpverlening is faciliterend aan de keten van schuldhulpverlening bij complexe hulpvragen en aan de inwoner bij enkelvoudige problematiek Wij stellen ons op het standpunt dat schuldhulpverlening meer is dan het tot stand brengen van een schuldenvrije toekomst. Ook de mensen die door omstandigheden niet in staat zijn om dit doel te bereiken of financieel nimmer zelfredzaam zullen worden hebben ondersteuning nodig om in financieel stabiele omstandigheden te komen of te blijven. Deze ondersteuning kan zich richten op de financiële omstandigheden, de psychosociale omstandigheden of op beiden. Erkenning van het belang dat niet langer alleen ingezet wordt op een schuldenvrije toekomst is relevant voor het bepalen van de inzet van instrumenten van de schuldhulpverlening. Een schuldenvrije (nabije) toekomst is niet voor iedereen haalbaar. Financiële rust creëren door bijvoorbeeld het inzetten van budgetbeheer is soms het maximaal haalbare. De competenties van de gemeentelijke schuldhulpverlening liggen duidelijk bij de financieel technische aspecten van de schuldhulpverlening. Om de effectiviteit en de efficiëntie van de gemeentelijke schuldhulpverlening te verhogen is het nodig om de inzet daarvan volledig te richten op de financieel technische schuldhulpverlening. Het maatschappelijk middenveld, zeker het professionele, is toegerust voor de begeleiding en ondersteuning van mensen met psychische en psychosociale problemen.

Daarin kunnen zij ook aandacht geven aan de houding en gedrag van deze mensen ten aanzien van hun bestaanskosten, hun financiële omstandigheden, indien en voor zover houding en gedrag voor financiële problemen zorgen. Daarom heeft het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol in de schuldhulpverlening.

Subparagraaf 2.1.4 Ontwikkeling Neder-Betuwse –integrale- schuldhulpverleningsstructuur

De huidige integrale aanpak van de schuldhulpverlening is onvoldoende. Veel schuldhulpvragers blijken door verschillende oorzaken niet in staat te voldoen aan de eisen die een schuldhulpverleningstraject met zich meebrengt. Daardoor is de uitval groot. Schuldhulpverlening wordt effectiever en efficiënter door tweesporen benadering met enerzijds trajecten gericht op schuldsanering en anderzijds (‘voor-)trajecten gericht op schuldstabilisatie. Schuldhulpverlening wordt daarmee een verzamelterm voor een scala aan instrumenten die worden ingezet om inwoners met financiële problemen te ondersteunen. Van preventie tot schuldregeling, van administratie op orde tot schuldhulpverleningstrajecten, van bewindvoering tot informatie&adviesgesprekken, van budgetbegeleiding tot nazorg, van inkomen en uitgaven op orde tot stabilisatie. Dat betekent dat voor een deel van de schuldenaren de inzet zal worden het bereiken van hanteerbare schuldsituaties. Het principe van schuld regelen voor iedereen wordt losgelaten. Als een schuldregeling niet mogelijk blijkt te zijn, wordt er gewerkt aan het stabiliseren van de situatie en het voorkomen van verdere escalatie. Dit betekent dat het resultaat van Schuldhulpverlening niet altijd een schuldenvrije toekomst hoeft te zijn. Om dat te realiseren komt er meer differentiatie in het dienstverleningsaanbod. In plaats van direct te starten met een schuldsanering voor iedereen, wordt een (groot) deel van de doelgroep voortaan eerst geholpen met het hanteerbaar maken / stabilisatie van hun schuldensituatie. De nieuwe uitgangspunten voor de uitvoering van de schuldhulpverlening en het hiervoor beschreven scala van instrumenten moeten leiden tot een juist en passender aanbod aan een bredere groep hulpvragers. De schuldhulpverleners zijn gespecialiseerd in de financieel-technische aspecten van schuldhulpverlening. Daarop komt de focus van de gemeentelijke schuldhulpverlening te liggen. De psychosociale begeleiding is een taak die bij uitstek goed uitgevoerd kan worden door het (professionele) maatschappelijk middenveld. Ook de (vaak) noodzakelijk begeleiding voorafgaand aan en/of tijdens het schuldhulpverleningstraject is een onderdeel van de psychosociale begeleiding. Het niet doorzetten van aanvragen schuldhulpverlening en de uitval bij een al gestart schuldhulpverleningstraject is vaak het gevolg van het gebrek van capaciteiten, motivatie van of psychosociale problematiek van de hulpvrager. Ondersteuning door het maatschappelijke middenveld draagt bij aan een goede voorbereiding op een schuldhulpverleningstraject. Duurzame begeleiding verhoogt de kans op het slagen. Het ontbreekt in Neder-Betuwe aan een goed georganiseerde en zichtbare laagdrempelige ondersteuning bij financiële problemen. Het maatschappelijke middenveld kent ten aanzien van schuldhulpverlening geen organisatiegraad. De ontwikkeling van schuldhulpverlening in de komende tijd wordt er op gericht om een goed georganiseerde, laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening te beleggen bij het lokale (vaak ook regionaal werkende) maatschappelijk middenveld. Vanuit de regiefunctie van de gemeente worden de reeds gezette stappen richting samenwerking met het maatschappelijk middenveld voortgezet en ontwikkelt tot de wenselijke en benodigde stevige schuldhulpverleningsstructuur. Deze 'splitsing' van de onderdelen van de schuldhulpverlening maakt dat de schuldhulpverlening integraal opgebouwd is met als het uitgangspunt dat naast de financiële problemen aandacht is voor daarmee samenhangende (psychosociale) problemen op andere leefdomeinen. Wijk-/ kernengerichte inzet

Laagdrempelige toegang tot de schuldhulpverlening draagt bij aan de beperking van schuldenproblematiek. Of deze laagdrempeligheid nog meer gaat gelden als het aanbod van schuldhulpverlening in de leefomgeving van de inwoner wordt aanwezig is de vraag. Dit vraagstuk nemen we mee in de verdere ontwikkeling van de visie op Lokaal sociaal beleid en de ontwikkeling van één laagdrempelig loket voor Wonen, Werken, Welzijn en Zorg .

Paragraaf 2.2 Ketenpartners

Wij hebben de ketenpartners uit het maatschappelijk middenveld hard nog nodig om de schuldhulpverleningsstructuur neer te zetten en goede invulling te geven aan de integrale schuldhulpverlening. Zij zijn zeer belangrijk in het traject dat moet leiden tot succesvolle schuldhulpverlening én om iedere hulpvrager een passend aanbod te doen. Samenwerking heeft dan ook meer dan voorheen een hoge prioriteit. In Neder-Betuwe zijn regionaal en lokaal werkende ketenpartners actief. Uit oogpunt van efficiëntie is het voor regionaal werkende partijen wenselijk dat ook de samenwerkende gemeenten de visie en aanpak van integrale schuldhulpverlening zo veel als mogelijk is op elkaar afstemmen. Uit een inventarisatie van geregistreerde contacten bij de unit schuldhulpverlening van de gemeente Tiel bleek dat de meeste contacten met betrekking tot inwoners van onze gemeente voorkomen met Stichting. Mee, Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland (STMG), Pro Persona, het Regionaal Instituut voor Begeleid Wonen, Iriszorg en de Stichting Woningbeheer Betuwe (SWB)

De positie van de SWB is een bijzondere. Zij zijn zowel schuldeiser als hulpverlener. Om een beeld te krijgen van de wijze waarop de ketenpartners aankijken tegenover integrale schuldhulpverlening hebben met hen individuele gesprekken plaatsgevonden. Daarna zijn de bevindingen uit deze gesprekken gezamenlijk besproken.

Paragraaf 2.3 Ketenpartners aan het woord

De individuele gesprekken hebben plaatsgevonden in de vorm van interviews. De geïnterviewden hadden, met uitzondering van de geïnterviewden van de woningcorporaties, een functie op managementniveau. Een aantal van hen heeft zich bij laten staan door medewerkers die ook cliënt contacten hebben en bekend zijn met schuldhulpverlening. We kunnen over de gesprekken kort en bondig zijn. De gesprekken zijn zeer positief verlopen.

Het resultaat van de interviews en de gezamenlijke bijeenkomst is dat overeenstemming bestaat over de hiervoor geformuleerde visie op de schuldhulpverlening. Daartoe is gekomen door stil te staan bij vraag wat willen we bereiken met de inzet op integrale schuldhulpverlening, de vraag welk dienstverleningsaanbod wordt gedaan aan wie en wie wat kan doen.

Alle ketenpartners geven aan zeer veel belang te hechten aan samenwerking op gebied van de schuldhulpverlening en dat zij daaraan willen bijdragen. De intentie voor samenwerking op gebied van schuldhulpverlening is nadrukkelijk uitgesproken. In de komende 12 maanden gaan we dit omzetten in het maken van inhoudelijke afspraken.

Hoofdstuk 3 Interne integrale schuldhulpverlening

Tot nu toe hebben we het steeds gehad over samenwerking met het maatschappelijk middenveld in onze gemeente; de externe integrale schuldhulpverlening.

Daadwerkelijke schuldhulpverlening raakt echter aan de verschillende beleidsterreinen, of het nu gaat om het voorkomen van schulden, het wegnemen van de oorzaken, het aanpakken van samenhangende problemen of het zorgen dat geen nieuwe schulden gemaakt worden. Om die reden staat ook de interne integrale aanpak hoog op de agenda. In de voorbereiding op dit beleidsplan is de noodzaak van integrale aanpak schuldhulpverlening daarom tijdens bijeenkomsten met de medewerkers van de afdelingen Samenleving, Openbare orde en veiligheid en diverse ketenregisseurs van o.a. het veiligheidshuis kenbaar gemaakt. Brede agendering van schuldhulpverlening en gezamenlijke inzet op schuldhulpverlening is juist vanwege veel voorkomende raakvlakken op de terreinen van jeugdbeleid, onderwijsbeleid en de brede Wet maatschappelijke ondersteuning noodzakelijk. Zoals eerder aangegeven is het hebben van schulden ook vaak een belemmering om maatschappelijk te participeren. Het ontbreken van middelen en de psychosociale druk kunnen zorgen voor een isolement.

Het voorkomen, beperken en regelen van schulden draagt bij aan de bevordering van de mogelijkheden om maatschappelijk te participeren. Schuldhulpverlening kan in die zin ook gezien worden als onderdeel van het gemeentelijk Wmo beleid.

Paragraaf 3.1 Doorontwikkeling van de samenwerking met maatschappelijk middenveld

In de doorontwikkeling van de samenwerking van het maatschappelijk middenveld speelt de afdeling Samenleving een belangrijke rol. Zij is penvoerder als het gaat om het vastleggen van samenwerking en samenwerkingsafspraken met diverse organisaties in het maatschappelijk middenveld. Ook bij schuldhulpverlening is het van belang dat de samenwerking en de eventuele prestatieafspraken worden vastgelegd en of bekrachtigd met een samenwerkingsovereenkomst zoals gebruikelijk is.

Hoofdstuk 4 Grenzen en keuzes

Uitgangspunt is dat iedere inwoner van Neder-Betuwe ondersteuning kan krijgen bij financiële problemen, ongeacht de hoogte van het inkomen. Wij willen dat degene die zich meldt zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken een aanmeldgesprek krijgt. Hij / zij dient tijdens dat gesprek goed geïnformeerd te worden over wat van hem/ haar zelf verwacht wordt. Als de melding gaat leiden tot een concreet hulpverleningsaanbod moet de belanghebbende op de hoogte zijn van wat het doel en beoogde resultaat van het traject is. Ook dient kenbaar gemaakt te worden dat de verwachte doorlooptijd van het betreffende traject is. Een overeenkomst schuldhulpverlening wordt aangegaan. Wij willen schuldhulpverlening beheersbaar en betaalbaar houden. Daarvoor moeten keuzes gemaakt maken. Keuzes over hoe vaak iemand een beroep mag doen op een schuldregeling, de wijze waarop we omgaan met recidive en de toegang tot schuldregeling weigeren van personen die gefraudeerd hebben. Daarom beperken wij de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, dat wil zeggen de financieel technische schuldhulpverlening. Alleen de schuldenaar van wie verwacht wordt dat deze de verplichtingen en voorwaarden tijdens het schuldhulpverleningstraject kan voldoen wordt toegelaten tot dat traject. Voorwaarden worden opgelegd.

Een van die voorwaarden is uiteraard dat géén nieuwe schulden gemaakt worden of betalingsverplichtingen aangegaan worden. Een andere voorwaarde kan zijn dat gedurende het gehele traject begeleiding door een ketenpartner plaatsvindt. Na vaststelling van dit beleidsplan door de raad, worden de verplichtingen vastgelegd in beleidsregels. In de beleidsregels worden ook de uitsluitingstermijnen vermeld, als de schuldenaar zich niet aan de verplichtingen houdt. Voor velen die zich melden is het maximale resultaat begeleiding door één van de ketenpartners uit het maatschappelijk middenveld. Alleen schuldenaren, bij wie de inschatting is dat we binnen een termijn van 6 maanden een schuldregeling kunnen realiseren, krijgen direct toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Een schuldenaar mag in principe één keer een beroep doen op een schuldregeling. Inwoners met een voltooid minnelijk en/of wettelijk schuldhulpverleningstraject nemen we binnen 10 jaar niet opnieuw in traject. De termijn van 10 jaar is daarmee gelijk aan de termijn in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Gezien de impact, wordt wel een inhoudelijke afweging gemaakt voordat, al dan niet, een uitsluitingstermijn van 10 jaar wordt opgelegd. Het stellen van grenzen en het maken van keuze leiden ook tot maatwerk. Maatwerk zal er toe leiden dat ook een ´selectie´ plaatsvindt ten aanzien van de zelfredzaamheid van een schuldenaar. De inzet van de unit schuldhulpverlening ten behoeve van de meest zelfredzame schuldenaren moet geminimaliseerd worden. Uitgangspunt is immers dat mensen zelf proberen een oplossing voor hun probleem te zoeken en pas gemeentelijke ondersteuning krijgen als zij deze oplossing zelf niet of niet in hun omgeving vinden.

Ondersteuning van zelfredzame schuldenaren kan plaatsvinden door het maatschappelijk middenveld. Vrijwilligersorganisatie zoals Humanitas hebben al kenbaar gemaakt dat zij deze doelgroep willen ondersteunen.

 

Paragraaf 4.1 Beleidsregels

Voor bepaling van de toegang en de uitvoering van schuldhulpverlening zijn beleidsregels wenselijk. Het opstellen van deze beleidsregels is geen wettelijke verplichting. In beginsel kan het college, wiens bevoegdheid het is om beleidsregels Wet gemeentelijke schuldhulpverlening op te stellen, per individuele situatie bepalen of zij van haar bevoegdheid gebruik maakt. Wanneer het beleid echter niet in regels of nadere voorschriften is vastgelegd, dan stelt dit hoge eisen aan de motivering van elk individueel besluit. Bij elk besluit zal immers moeten worden aangegeven waarom van de in de wet gegeven bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Vooral in bezwaar- en beroepsprocedures kan dit tot problemen leiden. Dit kan grotendeels worden ondervangen door te verwijzen naar beleidsregels.

Hoofdstuk 5 Toegankelijkheid schuldhulpverlening

Ondanks het stellen van grenzen en maken van keuzes blijft het uitgangspunt dat schuldhulpverlening in beginsel voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het pleit er des te meer voor dat de toegankelijkheid laagdrempelig georganiseerd moet worden en toegang moet kunnen bieden aan een ieder voor wie dat nodig en mogelijk is. Uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid is één, maar voor de kwetsbare inwoners die daar niet toe in staat zijn moet de schuldhulpverlening ook een vangnet kunnen bieden. Bij het overleg met het maatschappelijk middenveld is duidelijk geworden dat een goede diagnose een absolute noodzaak is om te komen tot het juiste aanbod van dienstverlening. De juiste oplossing moet op maat geboden worden. Zoals aangegeven bestaat de meest passende oplossing niet altijd uit een schuldregeling. Voor het bieden van een schuldregeling hanteert de gemeente Tiel, als lid van de NVVK, ook de gedragscode en de voorwaarden die de NVVK stelt aan schuldhulpverlening.

Er dient sprake te zijn van een stabiele situatie, er is een inkomen waarmee schulden afgelost kunnen worden en de schuldenaar heeft een sterke motivatie om aan zijn verplichtingen te voldoen.

Paragraaf 5.1 Schuldhulpverleningskwadrant

De beoordeling van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening vindt plaats aan de hand van het schuldhulpverleningskwadrant. Daarmee wordt bepaald wie wel en wie geen toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening in combinatie met de schuldenregeling krijgt. Het schuldhulpverleningskwadrant wordt al enkele jaren succesvol gebruikt in gemeente Tilburg en dat krijgt inmiddels navolging in een groot deel van de Nederlandse gemeenten.

Het schuldhulpverleningskwadrant onderscheid 4 groepen klanten die ieder om een verschillend aanbod vragen

   
  Ter verduidelijking een korte definitie;

 Regelbare schuldenaar met regelbaar schuldenpakket;

De unit schuldhulpverlening kan voor deze groep een schuldenregeling inzetten.

 Regelbare schuldenaar met een niet regelbaar schuldenpakket;

De unit schuldhulpverlening onderzoekt de (niet) regelbaarheid van de schulden en zorgt voor stabilisatie. Als de schuld regelbaar is (gemaakt) wordt een schuldregeling getroffen.

 Niet regelbare schuldenaar met een regelbaar schuldenpakket;

De hulpvrager wordt doorverwezen / overgedragen aan het maatschappelijk middenveld voor begeleiding of hulpverlening. Na stabilisatie kan een schuldregeling worden opgezet. De klantcontacten blijven via de betreffende ketenpartner lopen. De unit schuldhulpverlening heeft een advies- en consultatiefunctie. Met de ketenpartner vindt zo nodig overleg plaats.

 Niet regelbare schuldenaar met een niet regelbaar schuldenpakket;

De hulpvrager komt op dit moment niet in aanmerking voor een schuldregeling. Hij / zij wordt doorverwezen naar een van de ketenpartners. De unit schuldhulpverlening heeft desgewenst een advies- en consultatiefunctie. Met de ketenpartner vindt zo nodig overleg plaats. In de nadere vormgeving van de samenwerking met het maatschappelijke middenveld worden ook de rollen van de verschillende ketenpartners binnen het kwadrant nader uitgewerkt. Ook zal hierin de rol van het Zorgloket meegenomen worden.    

Paragraaf 5.2 Screeningsinstrument

Een nieuw screeningsinstrument voor beoordeling van de motivatie van de schuldenaar is in ontwikkeling bij het lectoraat voor schulden / Hogeschool Utrecht. Dit wordt ondersteund door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Divosa, vereniging van directeuren van sociale diensten.

Het instrument moet er toe leiden dat schuldhulpverlening alleen ingezet wordt als vastgesteld is dat er sprake is van een gemotiveerde schuldenaar met een regelbaar schuldenpakket.

Indien uit de screening blijkt dat de schuldenaar niet gemotiveerd is kan de inzet van het maatschappelijk middenveld gericht worden op de motivatie.

De inzet van het maatschappelijk middenveld vindt dan plaats voorafgaande aan een schuldregeling. Een ‘voortraject schuldstabilisatie kan dan ingezet worden met als doel het voorkomen van verergering van de problematische schuldenproblematiek.

De afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Tiel heeft interesse voor inzet van het screeningsinstrument. Gesprekken met de Hogeschool Utrecht vinden al plaats. Zodra de toepasbaarheid van het instrument blijkt voor de uitvoering van de integrale schuldhulpverlening voor inwoners van Neder-Betuwe zal besloten moeten worden of overgegaan wordt tot het gebruik van het instrument. Het instrument lijkt ook toepasbaar door het maatschappelijk middenveld.

 

Hoofdstuk 6 Preventie

Door in te zetten op preventie kan de instroom in de schuldhulpverlening worden voorkomen. Het doel van preventie is bewustwording bij inwoners van de gemeente, om te voorkomen dat zij verplichtingen aangaan die zij niet aankunnen. Daarnaast is het doel om te voorkomen dat belemmeringen voor participatie en /of maatschappelijke kosten ontstaan. Het gaat niet alleen om het goed kunnen omgaan met geld maar ook met het gaan en blijven beschikken over voldoende basisinkomen.

De SchuldPreventiewijzer definieert (schuld-)preventie als een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden.

 

Paragraaf 6.1 Preventie in Neder-Betuwe

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening brengt met zich mee dat de gemeente actief beleid moet voeren op gebied van preventie. Op zich lijkt de in de wet opgenomen plicht een overbodig vereiste doch de alhier ontstane situatie laat toch ook iets anders zien. In de samenwerking is alleen de preventie geborgd die zich richt op mensen die zich, om welke reden dan ook, melden bij de gemeente Tiel. Voor de mensen die zich bij ketenpartners of het zorgloket begeven moeten er andere plannen gemaakt worden.  Het doel van preventie voorkomen is beter dan genezen. En mocht het kwaad toch geschieden, dan zo snel mogelijk signaleren bestrijden.

Door het sterk stijgende aantal aanvragen schuldhulpverlening konden de medewerkers van het Budget Advies Centrum geen inhoud meer geven aan de voorlichtings- en preventieactiviteiten. De focus is sindsdien volledig gericht op de behandeling van aanvragen schuldhulpverlening, nu binnen de unit schuldhulpverlening.

De toegankelijkheid tot het Budget Advies Centrum i.c. de unit schuldhulpverlening verviel door de loketfunctie weg te halen uit de hal van het Beursplein. In Neder-Betuwe dient schuldpreventie weer nadrukkelijk en bestendig vorm te krijgen. We zullen hier in de loop van 2012 concreter vorm aan geven.

Paragraaf 6.2 Preventiebeleid

Bij de verwoording van het beleid ten aanzien van preventie kan aansluiting gezocht worden bij de preventiemodule van de NVVK. Daarin wordt gesproken van een preventieplan dat als onderdeel of aanhangsel van / bij dit beleidsplan opgenomen kan worden. De volgende onderwerpen zijn op te nemen in het preventieplan; 1. De risicogroepen; wij beschrijven welke groepen wij beschouwen als risicogroepen en op basis van welke (onderzoeks-)gegevens dat gebeurt.

2. De doelstelling; de algemene doelstelling van het preventiebeleid en de subdoelstellingen van de afzonderlijke projecten binnen het preventiebeleid. Bij voorkeur worden deze meetbaar geformuleerd.

3. Uitvoering; in het preventieplan wordt opgenomen welke acties ondernomen worden om de doelstelling te bereiken. Daarbij rekening houdend met communicatiemiddelen en communicatiegroepen en in te zetten methodieken.

4. De financiering; in het plan wordt de (structurele) financiering van het preventiebeleid opgenomen.

5. De evaluatie; het plan bevat termijnen en de wijze waarop de ingezette acties worden geëvalueerd.

 

Paragraaf 6.3 Vrijwilligersorganisaties en preventieve schuldhulpverlening

Vrijwilligersorganisaties staan dicht bij de inwoners en hebben een laagdrempelige toegang. Vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas en enkele ouderen organisaties bieden ondersteuning die gezien kan worden als preventieve schuldhulpverlening. Wij zien vooral vrijwilligersorganisaties als de ketenpartners binnen het maatschappelijk middenveld met wie samenwerking op gebied van het preventiebeleid kan plaats vinden. Bij de ontwikkeling met het preventiebeleid betrekken wij hen. Wellicht kan de uitvoering van het preventiebeleid daar ook belegd worden. In de verdere ontwikkeling van de integrale schuldhulpverlening zal dat aandacht hebben.

Paragraaf 6.4 Digitaal loket schuldhulpverlening

Een ander instrument dat al in de preventieve sfeer is ingezet is het digitale loket schuldhulpverlening Rivierenland. De inzet daarvan is ook gericht op het vormgeven aan schuldhulpverlening nieuwe stijl. Het richt zich daarom ook op de bevordering van de zelfredzaamheid van de inwoner. Neder-Betuwe heeft samen met 4 andere gemeenten in de Regio Rivierenland, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe en West Maas en Waal, vorm en inhoud gegeven aan het digitale loket schuldhulpverlening Rivierenland www.rivierenland.loketschuldhulpverlening.nl . Dat is mede mogelijk geworden door de ondersteuning van de Provincie Gelderland in het kader van de Regionale Sociale Agenda 2008. Uitgangspunt voor de vormgeving van dit digitale loket is de bevordering van de zelfredzaamheid van de inwoners van de betreffende gemeenten. Doorontwikkeling van het loket wordt ook gericht op het bieden van informatie over schuldhulpverlening aan werkgevers, schuldeisers en (schuld-)hulpverleners.

Hoofdstuk 7 Vroegsignalering en nazorg

Naast het voorkomen van schuldsituaties is het ook van belang schulden in een vroeg stadium te signaleren. Hoe eerder schulden worden gesignaleerd, hoe groter de kans dat de schulden opgelost kunnen worden. Dit is niet alleen in het belang van de schuldenaar, maar ook in het belang van de schuldeiser. Om die reden heeft de NVVK diverse convenanten afgesloten in het kader van vroegsignalering met vooral landelijk werkende organisaties zoals energie- en waterbedrijven. 

Paragraaf 7.1 Lokale vroegsignalering

Op lokaal niveau is het afsluiten van dergelijke convenanten ook een goed instrument ter bestrijding van problematische schulden. Met de Stichting Woningbeheer Betuwe zijn op uitvoeringsniveau al enkele afspraken gemaakt die bij kunnen dragen in het beperken van problematische schulden. De corporaties voegen bij de aanmaning tot betaling van de huurachterstanden een flyer met informatie over schuldhulpverlening door de unit schuldhulpverlening. Het is van belang om de samenwerking met de wooncorporaties op gebied van schuldhulpverlening te formaliseren aan de hand van convenanten. De samenwerking moet dan tevens leiden tot bewerking van het aantal aanzeggingen tot woningontruiming en daadwerkelijke woningontruiming. Ook dat zal de inzet moeten zijn in het komende jaar. Het beoogde resultaat van de samenwerking met de wooncorporaties is als volgt geformuleerd.

Binnen zo kort mogelijk termijn, doch uiterlijk binnen 12 maanden, zijn convenanten gericht op vroegsignalering, welke tevens bijdragen tot vermindering van het aantal aanzeggingen tot ontruiming van woningen wegens huurschuld en beperking van het daadwerkelijke aantal ontruimingen, met de wooncorporaties gesloten Verder wordt gestreefd naar het op lokaal niveau aangaan van convenanten met energiebedrijven en zorgverzekeraars.

Paragraaf 7.2 Nazorg

Nazorg dient hetzelfde doel als preventie. Met nazorg kan worden voorkomen dat er opnieuw problematische schulden ontstaan. Nazorg kan plaatsvinden in de vorm van continuering van het budgetbeheer bij inwoners met een risico op terugval nadat de schulden zijn voldaan via de schuldregeling of door verwijzing naar budgettraining. De meest voorkomende vorm van nazorg is een eenmalig contact na de afronding van het schuldhulpverlening traject.

Wij zijn van mening dat de inzet op nazorg groter dient te zijn. Wij zien in (de ontwikkeling van) de nazorg en de vormgeving daaraan een rol weggelegd voor het maatschappelijk middenveld. Daar waar sprake is van enkelvoudige schuldenproblematiek denken wij dan aan de inzet van vrijwilligersorganisaties. Humanitas heeft kenbaar gemaakt dat zij daar voor zichzelf ook een rol zien.

Als er sprake is van meervoudige problemen waaronder (voormalige) schuldenproblematiek kan van vrijwilligersorganisaties niet gevraagd worden dat zij de nazorg op zich nemen. Daar zal het professionele maatschappelijk middenveld een rol hebben. Noodzakelijke geacht budgetbeheer in het kader van de schuldhulpverlening eindigt na afloop van de schuldenregeling. Inwoners waarvan dan duidelijk is dat zij in het kader van nazorg gebaat zijn bij budgetbeheer dienen deze zelf te betalen. Bij onvoldoende draagkracht kan het gemeentelijke instrument budgetbeheer in de vorm van duurzame financiële dienstverlening ingezet worden. Ontwikkeling en de vormgeving van het nazorg aanbod willen we beter structureren. Ook willen we enkele onderdelen als eerder het schuldhulpverlening traject inzetten. Dit in overleg met het maatschappelijk middenveld.

 

Paragraaf 7.3 Gezinnen met kinderen

De interne integraliteit schuldhulpverlening wordt ook zichtbaar gemaakt in de Wgs daar waar bepaald is dat gemeenten bijzondere aandacht moeten schenken aan schuldenproblematiek bij gezinnen met minderjarige kinderen. Gezinnen met kinderen zijn een belangrijke en kwetsbare doelgroep. Het is onwenselijk dat een huisuitzetting of energie afsluiting plaatsvindt. Daarom beschrijven wij in dit plan onze uitgangspunten voor de schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. 

Subparagraaf 7.3.1 Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen

Wij zien alle gezinnen met inwonende minderjarige kinderen, die zich melden voor schuldhulpverlening, altijd als een gezin waarin zich crisissituaties voordoet. Het eerste gesprek met de ouders vindt plaats binnen 3 werkdagen na de melding om de wachttijd zo kort mogelijk te houden. De aard van de schuldenproblematiek is daarbij in eerste instantie niet van belang. Deze doelgroep krijgt voorrang als de wachttijden oplopen. Als bij het eerste gesprek met een gezin uit deze doelgroep blijkt dat er sprake is van dreigende ontruiming en/of afsluiting wordt de gezinssituatie en de schuldenproblematiek gemeld bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hiervoor worden samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Jeugd en Gezin gemaakt.

Het schuldverleningsaanbod beperkt zich verder tot de reguliere instrumenten. De inzet van de schuldhulpverlening zal in eerste instantie zijn dat door het voorkomen van ontruiming en/of afsluiting een onwenselijke (woon-)situatie ontstaat voor inwonende minderjarige kinderen. Als het gezin op deze manier in beeld komt wordt de verdere financiële situatie volledig in beeld gebracht.

 

Subparagraaf 7.3.2 Gezinnen met inwonende meerderjarige kinderen

Gezinnen met inwonende meerderjarige kinderen merken wij niet aan als een gezin waarin zich een crisissituatie voordoet. Van dit uitgangspunt wordt alleen afgeweken als er, binnen het huishouden zorg bestaat voor een van de inwonende meerderjarige kinderen met een lichamelijke, verstandelijke beperking en psychische beperking, en deze zorg als gevolg van de schuldenproblematiek niet langer gegarandeerd kan worden. Als dat het geval is handelen wij als ware minderjarige kinderen inwonend. 

Hoofdstuk 8 Financiële kaders

Schuldhulpverlening is onderdeel van het programma 7, Zorg, Werk en Inkomen. In de programmabegroting 2012 is de komst van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening aangekondigd. Het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening verplicht gemeenten om een aantal doelstellingen ten aanzien van schuldhulpverlening te realiseren. Hiervoor worden voor 2012 e.v. echter geen middelen beschikbaar gesteld. Integendeel, landelijk is een korting van € 20 miljoen doorgevoerd op het gemeentefonds, omdat gemeenten een ‘selectieve en gerichte schuldhulpverlening’ kunnen inzetten. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening biedt gemeenten namelijk de mogelijkheid om aan de poort grenzen aan te geven. 

Paragraaf 8.1 Kosten uitvoering schuldhulpverlening

Wij hebben de uitvoering van de schuldhulpverlening belegd bij de gemeente Tiel. De beoogde integrale schuldhulpverlening draagt er toe bij dat alleen de mensen die daadwerkelijk in staat zijn om een langdurig traject schuldenregeling te doorlopen daarin opgenomen worden. Integrale schuldhulpverlening waarbij ketenpartners een belangrijke rol krijgen in de begeleiding van de schuldenaar voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening en tijdens het traject van schuldhulpverlening zal er toe leiden dat het daadwerkelijke aantal aanvragen schuldhulpverlening zal dalen. Welk financieel effect al deze veranderingen hebben is nog moeilijk te benoemen. Dit is afhankelijk van de te maken keuze in het vervolgtraject.   

Paragraaf 8.2 Kosten maatschappelijk middenveld

Op dit moment zijn er met betrekking tot het maatschappelijk middenveld al subsidierelaties, waaronder de Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland (STMG) en Humanitas. Met de STMG zijn er geen specifieke bedragen afgesproken met betrekking tot de psychosociale ondersteuning rondom de schuldenproblematiek. Met Humanitas is er voor het jaar 2012 een subsidie van

€ 2.250 verstrekt voor het project thuisadministratie. Om de integrale schuldhulpverlening vorm te geven is het nodig dat duidelijke prestatie en resultaat afspraken met betrokken partners uit maatschappelijk middenveld worden gemaakt. Op voorhand wordt niet uitgesloten dat ook, al dan niet tijdelijke, investering in het maatschappelijk middenveld moet plaatsvinden. Het is op dit moment niet mogelijk om daarvoor een inschatting te maken, omdat inhoudelijke afspraken nog niet gemaakt zijn.

Indien de inzet van het maatschappelijk middenveld, aan de voorkant van de schuldhulpverlening en de begeleiding van degene die daadwerkelijk voor een schuldhulpverleningstraject in aanmerking komt, succesvol is, is het aannemelijk dat de inzet op financieel technische schuldhulpverlening kan afnemen.

Veel tijd van de gemeentelijke schuldhulpverleners zit nu in de sturing en de ´relatie´ van en met een schuldenaar. Dit vervalt dan waardoor de directe inzet voor financieel technische schuldhulpverlening wordt vergroot. Dit kan leiden tot een scheiding in het proces van aanmelding en intake. De integrale intake zou uitgevoerd kunnen worden in het Zorgloket of bij het maatschappelijk middenveld. 

Dat kan leiden tot een keuze voor het op andere wijze inzetten van de middelen die beschikbaar zijn voor de gemeentelijke (uitvoering van de) schuldhulpverlening.

Paragraaf 8.3 Wanneer zijn we tevreden?

We denken echter dat we in de komende jaren, samen met het maatschappelijk middenveld, een goede basisdienstverlening in de gemeente kunnen neerzetten. We zijn tevreden als:

- we armoede en schulden actief opsporen en inwoners attenderen op het optimaal benutten van regelingen;

- we een laagdrempelige, efficiënte ondersteuning bij financiële problemen realiseren;

- klanten snel op de beste plek komen en daar de dienstverlening krijgt die de klant nodig heeft;

- we de sterke punten van de organisaties inzetten zodat we het beste resultaat voor de klant kunnen bereiken;

- organisaties in het maatschappelijk middenveld structureel aandacht hebben voor materiële dienstverlening en financiële problemen;

- inwoners één lokaal loket weten te vinden waar zij een aanspreekpunt treffen voor hun financiële problemen

 

Aldus besloten in de vergadering.