Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Deurne november 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Deurne november 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 07-11-2012 www.deurne.nl | Onbekend |
In dit besluit wordt verstaan onder:
Eigen bijdrage: een door het Centraal Administratie Kantoor vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Deurne van toepassing zijn;
Eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Deurne van toepassing zijn. Het college heeft vaststelling en inning van de eigen bijdrage gemandateerd aan het Centraal Administratie Kantoor.
a.aan de aanvrager die recht heeft op een individuele voorziening;
b.in verband met een individuele voorziening waarvoor ook een natura verstrekking mogelijk is;
c.indien hiertegen geen overwegende bezwaren bestaan.
a.het ernstige vermoeden bestaat dat aanvrager een pgb niet besteedt aan datgene waarvoor het gegeven is. Dit vermoeden bestaat in ieder geval ten aanzien van de aanvrager van wie in het verleden misbruik of oneigenlijk gebruik van het pgb is vastgesteld;
de verwachting bestaat dat binnen afzienbare tijd een vervanging van de voorziening nodig is dan wel de verwachting is dat de voorziening kortdurend wordt gebruikt. Wat heeft te gelden als “afzienbare tijd” of “kortdurend” hangt mede af van het type voorziening in relatie tot de gebruikelijke afschrijvingsduur. De restrictie voor verstrekking pgb zoals verwoord in dit onderdeel c heeft geen betrekking op de voorziening hulp bij het huishouden.
Het pgb wordt zo vastgesteld dat de aanvrager daarmee een voorziening kan
kopen of huren die gelijkwaardig is aan een voorziening in natura. In de regel is het pgb gelijk aan het bedrag dat het college aan haar leverancier betaalt voor de goedkoopst compenserende voorziening inclusief kosten van onderhoud, reparatie en eventuele kosten verbonden aan een verplichte WA-verzekering. Voor wat betreft de looptijd van het pgb c.q. de afschrijvingsduur wordt aansluiting gezocht bij de afschrijvingstermijn zoals die wordt gehanteerd door de leveranciers met wie de gemeente een contract heeft.
a.Voor bepaling van de hoogte van het pgb voor hulp bij het huishouden geldt onderstaande tabel:
Als een pgb wordt aangewend voor de koop of huur van een voorziening legt de budgethouder, op schriftelijk verzoek daartoe van het college, verantwoording af aan het college door, binnen de door het college gestelde termijn, bewijsstukken over te leggen over de besteding van het pgb. De volgende bewijsstukken dienen door de budgethouder overgelegd te kunnen worden:
-de factuur van de voorziening (op naam van budgethouder);
-bewijs van betaling of huur van de aangeschafte voorziening;
-overige in de beschikking genoemde bescheiden die het college voor de verantwoording noodzakelijk acht.
-per jaar, in geval van tegemoetkoming voor gebruik eigen auto. Betaling vindt plaats na verzending van de beschikking.
-na indiening declaraties in geval van tegemoetkoming voor gebruik taxi / rolstoeltaxi. Declaratie door belanghebbende en betaling nadien door gemeente vindt plaats op kwartaalbasis.
Verantwoording van de financiële tegemoetkoming dient als volgt plaats te vinden:
De eigenaar die een financiële tegemoetkoming heeft ontvangen die leidt tot een waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 5 jaar na gereedmelding van de voorziening deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient te worden terugbetaald.
Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, terwijl het percentage van hun gezamenlijk inkomen boven € 28.306,-dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden een dertiende deel van 15% bedraagt.
HBH 1: Huishoudelijke werkzaamheden.
De uit te voeren werkzaamheden bestaan onder andere uit de volgende onderdelen:
I licht huishoudelijk werk: stof afnemen, kamers opruimen, afwas;
II zwaar huishoudelijk werk: stofzuigen wc/badkamer, ramen wassen, bedden verschonen;
III verzorging textiel/kleding/linnengoed (wassen en strijken);
De werkzaamheden zoals benoemd onder HbH1, aangevuld met onderstaande taken:
I maaltijdverzorging (voorbereiden voor het koken, serveren, tafel dekken, opruimen, ook broodmaaltijden);
II kinderen helpen met zelfverzorging;
III organisatie van het huishouden;
IV instructie en aanleren van huishoudelijke taken.
Voor een aantal voorzieningen,- zoals benoemd op de lijst die als bijlage is toegevoegd aan dit besluit -, wordt, in afwijking van hetgeen gesteld onder sub a., het bedrag van de financiële tegemoetkoming gerelateerd
aan de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag zoals genoemd in de bijlage.
De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen dan vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking.
De hoogte van de tegemoetkoming zoals genoemd in lid 1 onder a en b wordt, indien sprake is van vervanging, gerelateerd aan de gangbare afschrijvingstermijn zoals die geldt voor het betreffende product. Dit betekent dat de tegemoetkoming wordt vastgesteld naar rato van de leeftijd van het product dat vervangen dient te worden (in hele jaren) afgezet tegen de gangbare afschrijvingstermijn.
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de Huurtoeslag. De maximale duur gedurende welke een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting kan worden verstrekt, bedraagt 6 maanden.
Een woonvoorziening kan worden getroffen voor het bezoekbaar maken van één woning indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer, één toilet en de buitenruimte behorende bij het hoofdverblijf kan bereiken. De tegemoetkoming is gebaseerd op de werkelijke kosten maar bedraagt maximaal € 5.000,00.
8.Een persoonsgebonden budget voor voorzieningen zoals benoemd in artikel 12 lid 2 wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de voor de gemeente goedkoopst compenserende voorziening. Zie ook artikel 3 lid 1 van dit besluit.
Indien belanghebbende voor de korte en middenlange afstanden gebruik kan maken van een scootmobiel, dan wordt de financiële tegemoetkoming in beginsel vastgesteld op 50% van de in lid 2 en 3 genoemde bedragen, tenzij blijkt dat belanghebbende met een halvering van de tegemoetkoming niet afdoende gecompenseerd wordt.
Inwoners, woonachtig in een AWBZ-instelling of in een woonvorm daarmee vergelijkbaar, kunnen in beginsel aanspraak maken op een vergoeding welke 50% bedraagt van de in dit artikel genoemde bedragen, tenzij blijkt dat belanghebbende met een halvering van de tegemoetkoming niet afdoende gecompenseerd wordt.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.