Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
het college:
het college van burgemeester en wethouders van Ommen;
- b.
bijdrage:
de met toepassing van deze verordening door het college verleende of te verlenen geldelijke bijdragen voor niet direct aantoonbare kosten als gevolg van – chronische - ziekte en/of handicap;
- c.
aanvrager:
de ouder/verzorger van een minderjarige en overigens de meerderjarige in Ommen woonachtige persoon die een verzoek om een bijdrage op grond van deze verordening indient en voor wie in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan nog geen bijdrage werd ontvangen door de ouders/verzorgers;
- d.
uitkeringsnorm:
de voor belanghebbende geldende norm ingevolge de Wet werk en bijstand (Wwb), exclusief vakantietoeslag en inclusief toeslagen of verlagingen;
- e.
netto inkomen:
het netto inkomen exclusief vakantiegeld dat genoten is in de maand voorafgaande aan de aanvraag, hetgeen moet blijken uit:
- -
salarisgegevens uit dienstverband inclusief toeslagen;
- -
uitkering uit alle werknemers- of volksverzekeringen, exclusief uitkering uit de AKW;
- -
- -
- -
- -
- f.
vermogen:
het vermogen is de waarde van de bezittingen waarover redelijkerwijs beschikt kan worden. De artikelen 50 en 31, tweede lid, onderdeel b, en 34 in de Wet werk en bijstand, zijn van toepassing. Vermogen in de vorm van een woning wordt vrijgelaten;
- g.
echtgen(o)ot(e):
diegene met wie de belanghebbende een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de Algemene bijstandswet respectievelijk artikel 3 van de Wet werk en bijstand;
- h.
chronisch ziek en/of gehandicapt:
de aanvrager die:
- -
langdurig (tenminste 6 maanden) gebruik maakt van thuiszorg of mantelzorg;
- -
voor 80-100% arbeidsongeschikt is;
- -
een gehandicaptenvoorziening en/of een voorziening in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) heeft;
- -
een gehandicaptenparkeerkaart heeft en/of
- -
een WSW dienstverband heeft.
- i.
ouderen: personen van 65 jaar of ouder.
Artikel 2
De bijdrageverlening geschiedt door het college met inachtneming van de bepalingen van deze verordening. Het nemen van beslissingen kan overigens in mandaat worden overgedragen aan een aan te wijzen ambtenaar.
Artikel 3
Op grond van deze verordening wordt slechts een bijdrage verleend voor zover de gemeenteraad hiervoor jaarlijks de benodigde gelden beschikbaar stelt.
Artikel 4
Indien blijkt dat bij de aanvraag opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt, kan de bijdrage worden geweigerd en kan de verleende bijdrage geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd. Het terugvorderingsbeleid in het kader van de Wet werk en bijstand is hierbij van toepassing.
Hoofdstuk II Bijdragevoorwaarden
Artikel 5
De bijdrage dient schriftelijk te worden aangevraagd op een daartoe door het college vastgesteld formulier.
Artikel 6
- 1.
Het aanvraagformulier moet worden vergezeld van de daarop vermelde en gevraagde gegevens.
- 2.
Hierop zijn de volgende uitzonderingsbepalingen van toepassing:
- a.
aanvragers die een maandelijkse WWB-uitkering voor levensonderhoud ontvangen hoeven geen gegevens te overleggen omtrent identiteit, inkomen en vermogen;
- b.
aanvragers die een WVG-voorziening van de gemeente Ommen ontvangen, behoeven daarvoor geen bewijsmateriaal over te leggen, en evenmin gegevens omtrent de identiteit.
Artikel 7
Het college beslist zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 8 weken na de ontvangst van de aanvraag.
Hoofdstuk V Slotbepalingen
Artikel 10
Deze Verordening heeft een éénmalig karakter.
Aanvragen om een bijdrage als bedoeld in deze verordening kunnen worden ingediend tot uiterlijk 15 januari 2006.
Artikel 11
In de gevallen waarin de verordening niet voorziet beslist het college.
Artikel 12
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening bijdrageregeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, gemeente Ommen 2005” en treedt in werking met ingang van 1 oktober 2005.'