Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wmo gemeente Waalwijk 2013 |
Citeertitel | Verordening Wmo gemeente Waalwijk 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 14-03-2014 | Nieuwe regeling. | 11-10-2012 Gemeenteblad, 25-10-2012 | 2012/050 |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Verordening Wmo gemeente Waalwijk 2013
De raad van de gemeente Waalwijk;
Gelezen het voorstel van het college van 28 augustus 2012
Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning
Vast te stellen de Verordening Wmo gemeente Waalwijk 2013
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen 3
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3
Lid 10. Psychosociaal probleem 4
Lid 11. Algemene voorziening 4
Lid 12. Algemeen gebruikelijke voorziening 4
Lid 13. Collectieve voorziening 4
Lid 14. Voorliggende voorziening 4
Lid 15. Wettelijk voorliggende voorziening 4
Lid 16. Individuele voorziening 4
Lid 18. Voorziening in natura 5
Lid 19. Persoonsgebonden budget 5
Lid 20. Financiële tegemoetkoming 5
Lid 24. Eigen bijdrage of aandeel in de kosten 5
Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie 6
Artikel 2. De te bereiken resultaten 6
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten 6
Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag 6
Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening 7
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten 8
Paragraaf 1. Algemene regels 8
Artikel 9. Het maken van een afweging 8
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten 8
Artikel 10. Een schoon en leefbaar huis 8
Artikel 11. Wonen in een geschikt huis 8
Artikel 11a. Uitsluitingsgronden 9
Artikel 12. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 9
Artikel 13. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 10
Artikel 14. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het huishouden behoren 10
Artikel 15. Zich verplaatsen in en om de woning 11
Artikel 16. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 11
Artikel 17. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 12
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget, als financiële tegemoetkoming of als voucher. Eigen bijdragen en eigen aandeel 12
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen 12
Artikel 18. Mogelijke verstrekkingwijzen 12
Paragraaf 2. Verstrekking in natura 12
Artikel 19. Inhoud van de beschikking 12
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget 13
Artikel 20. Overwegende bezwaren 13
Artikel 21. Inhoud van de beschikking 13
Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming 13
Artikel 22. Inhoud van de beschikking 13
paragraaf 5. verstrekking als voucher 13
Artikel 23. Verstrekking als voucher 13
Artikel 24. Inhoud van de beschikking 14
Paragraaf 6. Eigen bijdrage en eigen aandeel 14
Artikel 25. Eigen bijdragen en eigen aandeel 14
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering 14
Artikel 29. Wijziging situatie 15
Hoofdstuk 8. Slotbepalingen 16
Artikel 32. Hardheidsclausule 16
Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Gesprek: het contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde (aanvraag)procedure.
Lid 24. Eigen bijdrage of aandeel in de kosten
Eigen bijdrage: een door het CAK vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget voor rekening van de aanvrager komt;
Eigen aandeel: een door het college vast te stellen eigen aandeel in de kosten, dat bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming voor rekening van de aanvrager komt.
Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag
Een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet wordt altijd voorafgegaan door een aanmelding en een screening.
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen kan een gesprek achterwege blijven.
Een aanmelding kan o.a. schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de in het Besluit genoemde locaties door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Een screening wordt mondeling of telefonisch gevoerd, bij of zo kort mogelijk na de aanmelding. Op basis van de screening wordt beoordeeld of er omstandigheden zijn waardoor de belanghebbende geen recht op een voorziening heeft, en of, en zo ja, welke vervolgstappen worden genomen in de verdere behandeling van de aanmelding. De screening kan ook enkel advisering bevatten of doorverwijzing naar een andere instantie.
Een gesprek wordt altijd gevoerd, tenzij op basis van de screening of de individuele omstandigheden van de belanghebbende wordt beoordeeld dat een gesprek achterwege kan blijven.
Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag.
Het verslag van het gesprek bevat in ieder geval:
De mogelijkheden die belanghebbende nog heeft om oplossingen te bewerkstelligen door middel van eigen mogelijkheden, via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, collectieve voorzieningen of andere al dan niet wettelijk voorliggende voorzieningen;
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het aanmeldformulier, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1 lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 9. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig. als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat. Hierbij staat zelfredzaamheid van de cliënt centraal.
Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 10. Een schoon en leefbaar huis
Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.
Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.
Het college stelt in het Besluit de richtlijnen vast voor de bepaling van de omvang van de individuele voorziening bedoeld in het tweede lid.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 11. Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.
Bij het treffen van een voorziening wordt rekening gehouden met de voorzienbaarheid van de gevraagde voorziening, waarbij in ieder geval in betrekking wordt genomen:
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt in ieder geval plaats indien de kosten van de noodzakelijke aanpassing(en) van de woning hoger zijn dan de maximale bedragen genoemd in het Besluit.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.
Een individuele voorziening als bedoeld in het tweede lid kan niet hoger zijn dan in het Besluit vastgestelde plafondbedrag.
Artikel 11a. Uitsluitingsgronden
De bepalingen van artikel 11 zijn niet van toepassing op het treffen van
voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, AWBZ-instellingen
inclusief verzorgingshuizen, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen,
kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor
wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij
nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen
In het geval dat de belanghebbende is verhuisd van een geschikte woning naar een niet geschikte woning kunnen woonvoorzieningen worden geweigerd.
Artikel 12. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. In uitzonderlijke omstandigheden kan de noodzakelijke bereiding van maaltijden hieronder vallen.
Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften gelden bijvoorbeeld boodschappenservices van leveranciers, vrijwilligers en het sociale netwerk als een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 1 lid 14.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in lid 2 en lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 13. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.
Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.
De was- en strijkservice is een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 1 lid 14.
In het Besluit worden richtlijnen gesteld ten aanzien van de benodigde uren voor wassen en strijken en de uit te voeren werkzaamheden.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 14. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het huishouden behoren
Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor de tot het huishouden behorende kinderen.
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 15. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 16. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare collectieve voorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 17. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten, bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget, als financiële tegemoetkoming of als voucher. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 18a. Mogelijke verstrekkingwijzen
De te treffen individuele voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget, als financiële tegemoetkoming of als voucher worden verstrekt.
Het college stelt vast in welke situaties de keuze tussen deze voorzieningen wordt geboden aan de hand van de in het Besluit neergelegde criteria.
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 20. Overwegende bezwaren
Het college legt in het Besluit vast in welke situaties er in zodanige mate sprake is van overwegende bezwaren, dat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
paragraaf 5. verstrekking als voucher
Artikel 23. Verstrekking als voucher
Een voucher kan worden verstrekt ten aanzien van diensten/voorzieningen waaronder hulp bij het huishouden. De voucher kan worden ingewisseld bij aanbieders waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten.
De wijze waarop de voucher wordt vastgesteld, wordt door het college vastgelegd in het Besluit.
Paragraaf 6. Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 25. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een voorziening kan een eigen bijdrage of een eigen aandeel zijn verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
Het college stelt in het Besluit de hoogte van de eigen bijdrage of het eigen aandeel in de kosten en de daarbij te stellen regels vast.
Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
advies is vereist of wenselijk wordt geacht voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming, of wanneer een offerte wordt opgevraagd,
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen.
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Artikel 29. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast.
Artikel 36. Overgangsrecht en -regelingen
Deze verordening is van toepassing op aanvragen voor voorzieningen voor het jaar 2013 en daarna;
Op aanvragen ingediend vóór 1 januari 2013 zijn de bepalingen van de Verordening Wmo 2011 van toepassing.
De gehandicapte aan wie in het verleden een forfaitaire vergoeding is verstrekt voor
gebruik eigen auto, behoudt deze vergoeding zolang hij/zij in het bezit is of gebruik
maakt van de auto waarvoor de tegemoetkoming is verstrekt. Dit overgangsjaar eindigt na een jaar na het openbaar bekendmaken van deze verordening.