Nadere regels reïntegratie Wwb gemeente Tiel 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1.

  De begripsomschrijvingen zoals bedoeld in artikel 1 van de Reïntegratieverordening Wwb 2012 zijn in deze nadere regels van overeenkomstige toepassing.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid gelden de volgende begripsomschrijvingen;

  • a.

    verordening; de reïntegratieverordening Wwb 2012,

  • b.

    plan van aanpak;een namens ons college geschreven plan dat is gericht op de uitvoering van artikel 7 lid 1 onder a en 44 of 44a van de wet.

Artikel 2 Doelgroep en aanbod.

• 1.

  Het aanbod als bedoeld in artikel 3 van de verordening komt tot uiting in de dienstverlening welke wordt gericht op het oplossen van de belemmerende factoren voor arbeidsinschakeling, welke voorkomen bij personen die behoren tot een van de in artikel 7 lid 1, 10 lid 2 van de wet en artikel 34 lid 1 van de IOAW en IOAZ, bedoelde groepen.

• 2.

  Het aanbod wordt uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van de verordening.

• 3.

  Ingeval ons college bij een nader besluit prioriteit toekent aan een bepaalde doelgroep, ter uitvoering van artikel 6 lid 2 van de verordening, gebeurt dat in combinatie met het instellen van een plafond zoals bedoeld in artikel 7 van de verordening.

• 4.

  Voor niet uitkeringsgerechtigden,bedoeld in artikel 3 tweede lid van de verordening geldt dat

  • a.

    er een passief beleid wordt gevoerd ten aanzien van niet uitkeringsgerechtigden,

  • b.

    er wel een aanbod wordt gedaan ingeval er sprake is van een concrete duidelijke arbeidsvraag,

  • c.

    er wel een aanbod wordt gedaan ingeval van voortijdig schoolverlaters en risicojongeren en als er sprake is van een gezin met een groot risico van bijstandsafhankelijkheid.

Artikel 3 Ontheffing

• 1.

  Voor de uitvoering van artikel 5 van de verordening, in aanvulling op de wet en de verordening, worden de volgende nadere regels aangehouden;

• 2.

  Personen van 60 jaar en ouder die binnen 12 maanden bemiddelbaar kunnen zijn naar arbeid komen niet voor ontheffing van de arbeidsverplichting in aanmerking,

• 3.

  Personen die een aanbod als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening moeten doorlopen om een reële kans te hebben op bemiddeling naar een reguliere (of gesubsidieerde) baan, waarvan dat aanbod niet geheel afgerond kan zijn voordat de persoon 61 jaar wordt, komt voor ontheffing van de arbeidsvoorwaarde in aanmerking.

• 4.

  Bij de uitvoering van artikel 5 lid 2 van de verordening kan tot ontheffing van de arbeidsverplichting voor een periode tot het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd worden besloten ingeval op objectieve gronden is vastgesteld dat er gelet op de in de persoon gelegen omstandigheden tot dat moment geen arbeidsperspectief zal zijn.

Artikel 4 Inkoop en uitvoering.

• 1.

  Voor het aanbod als bedoeld in artikel 3 van de verordening zal ons college gebruik maken van aanbod dat wordt ingekocht met in achtneming van de inkoopregels van de gemeente Tiel en/of van aanbod dat in eigen beheer wordt uitgevoerd.

• 2.

  In aanvulling op lid 1 kan ons college besluiten het in lid 1 bedoelde aanbod op basis van individueel maatwerk in te kopen, dan wel op basis van een met een persoon, behorend tot de doelgroep als bedoeld in artikel 7 en 10 lid 2 van de wet en artikel 34 lid 1 van de IOAW en IOAZ, afgesloten individuele reïntegratie overeenkomst (IRO).

• 3.

  Een overeenkomst bedoeld in lid 2 wordt alleen afgesloten indien die overeenkomst een, voor ons college, objectiveerbare meerwaarde heeft voor de persoon in relatie tot het gestelde perspectief op arbeid.

Artikel 5 Doel van het aanbod.

• 1.

  Het aanbod als bedoeld in artikel 3 van de verordening is er op gericht arbeid te verkrijgen zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 onder k van de verordening, artikel 9 lid 1 onder a van de wet en artikel 37 van de IOAW en IOAZ.

• 2.

  In afwijking van lid 1 kan het aanbod worden gericht op meer bij de persoon passende arbeid indien deze afwijking bijdraagt aan de duurzaamheid van de arbeidsinschakeling.

Artikel 6 Algemeen geaccepteerde arbeid.

• 1.

  Ingeval wordt overgegaan tot nuancering en/of persoonsgerichte invulling van het begrip algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 5 lid 1 worden de volgende nadere regels aangehouden.

• 2.

  Doet een persoon een beroep op gewetensbezwaren als hij/zij algemeen geaccepteerde arbeid krijgt aangeboden dan zal er een beoordeling plaatsvinden. De persoon zelf dient de gewetensbezwaren objectiveerbaar en verifieerbaar te maken.

• 3.

  Gezondheid en belastbaarheid hebben te maken met de mogelijkheden en beperkingen om arbeid te verrichten. Deze worden door ons college objectiveerbaar gemaakt door medische- en arbeidsdeskundige advisering. Wij zullen op basis van deze adviezen het aanbod van voorzieningen en de door de persoon algemeen te accepteren arbeid baseren.

• 4.

  Opleiding, ervaring, affiniteit, en beloning zijn factoren waarmee bij de toepassing van artikel 5 lid 2 in beperkte mate rekening kan worden gehouden.

• 5.

  Reistijd en verhuizen om arbeid te verkrijgen zijn geen reden om niet te solliciteren naar algemeen geaccepteerde arbeid of deze aangeboden arbeid te weigeren. Een afstand woon – werk in reistijd van maximaal 2 uur enkele reis wordt hierbij als aanvaardbaar aangemerkt. Daarbij moet na aftrek van de ten laste blijvende reiskosten voor de persoon en zijn gezin tenminste een inkomen van 110% van de geldende bijstandsnorm resteren.

• 6.

  Ingeval een concrete baan aan een persoon wordt aangeboden is verhuizing aanvaardbaar, mits een woning beschikbaar is of binnen redelijke termijn beschikbaar komt.

• 7.

  Bij de beoordeling van deze situaties worden in de overwegingen meegenomen aspecten van de gezinsomstandigheden, alleenstaande, gehuwd of samenwonend, kinderen, financiële mogelijkheden.

Artikel 7 Werken met behoud van uitkering.

• 1.

  Werken met behoud van uitkering wordt door ons college aangeboden als voorziening ter bevordering van de arbeidsinschakeling. Dit gebeurt op basis van een beschikking in het kader van de wet, IOAW of IOAZ en een plan van aanpak waarin zijn opgenomen de inhoud en het doel van deze voorziening.

• 2.

  Werken met behoud van uitkering wordt als voorziening aangeboden voor perioden van maximaal 12 maanden met een herbeoordeling na uiterlijk 9 maanden ingeval scholing, training of werkervaring centraal staan binnen het in lid 1 aangegeven doel. Hierbij wordt een vorm van scholing ingezet ingeval de persoon niet beschikt over de startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

• 3.

  Werken met behoud van uitkering zoals bedoeld in artikel 10a van de wet wordt volgens de geldende bepalingen in de wet uitgevoerd.

• 4.

  Werken met behoud van uitkering wordt als voorziening aangeboden voor een periode van 3 maanden, ingeval bemiddeling en plaatsing het in lid 1 aangegeven doel is.

• 5.

  Na herbeoordeling door ons college kan voor het werken met behoud van uitkering een nieuwe periode als bedoeld in lid 2 en 4 worden aangeboden indien dit bijdraagt aan het in lid 1 aangegeven doel.

• 6.

  Wordt met het werken met behoud van uitkering zoals bedoeld in dit artikel ook enige arbeids- en economische prestatie geleverd, dan kan ons college voor die prestatie een marktconforme bijdrage vragen.

Artikel 8 Gesubsidieerde arbeid.

• 1.

  Gesubsidieerde arbeid wordt aangeboden in de vorm van:

  • a)

    een dienstverband met detachering via een uitvoerende werkgever welke daartoe door ons college wordt aangewezen;

  • b)

    een loonkostensubsidie voor een werkgever, die een persoon behorend tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 in dienst heeft genomen, welke loonkostensubsidie wordt uitgevoerd door een organisatie welke daartoe door ons college wordt aangewezen.

• 2.

  Anders dan de loonkostensubsidie bedoeld in lid 1 onder b wordt een loonkostensubsidie met een korte duur, van maximaal 12 maanden, aangeboden met het doel bemiddeling en plaatsing van een persoon behorend tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2 lid 1. Deze periode wordt bepaald in verhouding tot de arbeidsmogelijkheden en arbeidsbelemmeringen in de individuele situatie.

• 3.

  Arbeid in het kader van de WSW wordt als voorziening aangeboden, alhoewel deze arbeid niet wordt begrepen onder de arbeid als bedoeld in artikel 1 lid 2 onder k van de verordening.

• 4.

  Personen die in aanmerking komen voor de arbeid als bedoeld in lid 4, maar nog niet kunnen worden geplaatst in die arbeid, kunnen in afwachting daarvan andere voorzieningen aangeboden krijgen.

Artikel 9 Work first.

Ons college kan arbeid in een dienstverband, al dan niet met detachering, aanbieden via een uitvoerende werkgever welke daartoe door ons college wordt aangewezen, met het doel afhankelijkheid van een uitkering op basis van de wet, de IOAW, of de IOAZ te voorkomen of te beëindigen.

Artikel 10 Startende ondernemer.

Ingeval naar ons oordeel voor een persoon die algemene bijstand, uitkering IOAW, of IOAZ ontvangt of gaat ontvangen arbeidsinschakeling in loondienst minder haalbaar is dan het starten als zelfstandig ondernemer biedt ons college voorzieningen aan welke zijn gericht op de oriëntatie op en voorbereiding van een start als zelfstandig ondernemer.

Artikel 11 Vergoedingen en vrijlating.

• 1.

  Een premie als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder j van de wet wordt uitsluitend als voorziening geboden bij de uitvoering van artikel 10a van de wet.

• 2.

  Een premie als bedoeld in artikel 10a en het voorgaande lid bedraagt per periode van 6 maanden maximaal € 300,00. Deze premie wordt verstrekt naar rato van het aantal uren per week van de participatieplaats inclusief scholing; tot 16 uur 25%, van 16 tot 24 uur 50% en meer dan 23 uur 100% van € 300,00.

• 3.

  Naar ons oordeel draagt een vrijlating van inkomsten zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 onder n van de wet, binnen het reïntegratiebeleid van onze gemeente, niet bij aan de arbeidsinschakeling van personen die algemene bijstand ontvangen of gaan ontvangen. De bedoelde inkomensvrijlating wordt niet toegepast.

• 4.

  In afwijking van het voorgaande lid wordt de inkomensvrijlating bedoeld in artikel 31 lid 2 onder n en de inkomensvrijlating bedoeld in artikel 31 lid 2 onder r van de wet wel toegepast bij alleenstaande ouders met kinderen jonger dan12 jaar.

• 5.

  Een vergoeding als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder k van de wet kan worden geboden aan personen die algemene bijstand, uitkering IOAW, of IOAZ ontvangen die vrijwilligerswerk verrichten op basis van een plan van aanpak, tot maximaal het in genoemd artikel bedoelde bedrag.

• 6.

  Een vergoeding wordt verstrekt voor aantoonbare kosten welke een persoon behorend tot de doelgroep, zoals bedoeld in artikel 2 lid 1, maakt in verband met het in dat artikel bedoelde aanbod.

• 7.

  Heeft een persoon behorend tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2 lid 1, bij eerste werkaanvaarding of bij werkaanvaarding na een werkloosheid van meer dan 1 jaar, aantoonbare eerste verwervingskosten bij het verkrijgen van arbeid in loondienst, van tenminste 6 maanden, dan kan een eenmalige vergoeding worden verstrekt van € 300,00.

Artikel 12 Flankerend beleid.

Ons college zorgt voor of biedt ondersteuning bij het verkrijgen van of verwijst door naar flankerende voorzieningen zoals bijzondere bijstand, schuldhulp, budget advisering, kinderopvang, welzijns- en zorgvoorzieningen, specialistische hulp.

Artikel 13 Richtlijnen.

Verdere richtlijnen voor de uitvoering van de bepalingen in deze nadere regels worden door ons college vastgesteld en opgenomen in het handboek Wwb gemeente Tiel.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regels indien toepassing van daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15 Onvoorzien

In gevallen waarin niet is voorzien door de bepalingen bedoeld in deze nadere regels beslist ons college.

Artikel 16 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels reïntegratie Wwb 2012".

Artikel 17 In werking treden.

Deze nadere regels treden in werking op de dag nadat deze zijn gepubliceerd.