Organisatie | Ommen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Participatieverordening gemeente Ommen |
Citeertitel | Participatieverordening gemeente Ommen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Gemeentewet, art. 147, Wet werk en bijstand, art. 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-07-2015 | Onbekend | 08-11-2012 Vechtdal Centraal, 21-11-2012 | Onbekend | |
01-01-2012 | onbekend | 31-05-2012 Vechtdal Centraal, 13-06-2012 | |||
01-11-2010 | nieuwe regeling | 25-11-2010 Ommer Nieuws, 07-12-2010 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, zonder beperkende voorwaarden qua aard en omvang van het werk en aansluiting op opleiding en ervaring, met uitzondering van illegale arbeid en arbeid tegen een lager loon dan het wettelijk minimum en rekening houdend met gewetensbezwaren zodanig dat deze strikt persoonlijke omstandigheden zwaarwegend zijn en een onvermijdelijk conflict opleveren met het te verrichten werk;
Doelgroep: de personen wonende in de gemeente Ommen aan wie op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, WWB, of op grond van artikel 34 van de IOAW, of op grond van artikel 34 van de IOAZ, de Wsw en de wet STAP of op grond van artikel 1 van de Wet Participatie door het college ondersteuning kan worden geboden;
Participatieplaats: een additionele werkplaats als bedoeld in artikel 10a van de WWB, artikel 38a van de IOAW of artikel 38a van de IOAZ, waar een uitkeringsgerechtigde, die op grond van persoonlijke werkbelemmeringen niet direct bemiddelbaar is, met behoud van uitkering werkzaamheden verricht, gericht op inschakeling op de arbeidsmarkt.
Hoofdstuk 2 Beleid en Financiën
Artikel 2 Opdracht aan het college
Het college biedt ondersteuning bij participatie en / of arbeidsinschakeling, en voor zover het college dat noodzakelijk acht aan personen behorende tot de doelgroep, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40 WWB, onderscheidenlijk artikel 11 IOAW en artikel 11 IOAZ, de WEB en de Wet STAP, zijn van overeenkomstige toepassing.
Bij de keuze voor de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een cliënt, het meest doelmatig is om de beoogde arbeidsinschakeling en/of participatie te realiseren.
Het college kan, bij het bepalen van het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen. Onverlet opname in de beleidsregels, kunnen de financiële mogelijkheden en kaders worden bijgesteld indien daartoe de noodzaak aanwezig is.
Het college kan, in overeenstemming met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, voorzieningen als bedoeld in deze verordening aanbieden aan belanghebbenden aan wie het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt, evenals aan verhuizers uit of bewoners van andere gemeenten.
Indien de belanghebbende, niet zijnde een persoon die een uitkering als gevolg van de WWB, IOAW of IOAZ ontvangt, niet aan de verplichtingen gesteld in het tweede lid voldoet, is hij gehouden de kosten van de voorziening terug te betalen, voor zover van toepassing onder aftrek van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 8, lid 7.
De bemiddeling voor en de realisering van de werkervaringsplaatsen als bedoeld in lid 1, 2 en 3 wordt door de gemeente zelf gedaan, of wordt in opdracht van het college verricht door een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.
Onder vrijwilligerswerk wordt verstaan: onbetaalde, onverplichte activiteiten voor minimaal 8 uur en maximaal 20 uur per week bij een non profit organisatie als gevolg waarvan de participatie van de deelnemer wordt bevorderd en die gericht zijn op (gesubsidieerde) arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie. Het is een middel voor het opdoen of behouden van werkritme.
Voor uitkeringsgerechtigden, die onbeloonde additionele werkzaamheden verrichten, zoals bedoeld in artikel 10a van de wet en artikel 15 van deze verordening en die niet beschikken over een startkwalificatie, wordt binnen zes maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden door het college een vorm van scholing of opleiding aangeboden, indien dit kan bijdragen aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.