Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Ommen;
- b.
de wet: de Wet sociale werkvoorziening, zoals de tekst luidt van het
Staatsblad 564, uitgegeven op zevenentwintig december 2007;
- c.
periodieke subsidie: een periodieke subsidie en overige aan de
werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten in
verband met de in dienstname door de werkgever van Wsw
geïndiceerden;
- d.
ingezetenen: degenen die op grond van hun inschrijving in de
Gemeentelijke Basis Administratie geacht worden hun werkelijke
woonplaats in de gemeente Ommen te hebben;
- e.
geïndiceerd: blijkens een indicatiebeschikking of
herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de wet tot de
doelgroep behoren;
- f.
begeleid werken: een reguliere dienstbetrekking onder aangepaste
omstandigheden als bedoeld in artikel 7 van de wet;
- g.
dienstverband: een dienstverband heeft een omvang van maximaal 32
uur per week, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen;
- h.
loonwaardemeting: een loonwaardemeting is een objectief onderzoek
naar de loonwaarde (om de productiviteit vast te stellen) en het
ontwikkelpotentieel van een geïndiceerde.
Artikel 2 Verstrekking budget begeleid werken
- 1.
Het college geeft opdracht aan een uitvoeringsorganisatie om vanaf de
wachtlijst SW-geïndiceerden ingezetenen te plaatsen en verstrekt
daarvoor een budget begeleid werken zoals beschreven in deze
verordening.
- 2.
Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar
recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien
werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de
arbeidsplaats voor de Wsw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld, zulks
ter beoordeling van het college.
Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek
- 1.
De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:
- a.
zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
als het geen publiekrechtelijke organisatie is;
- b.
de aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op
de indicatiestelling en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde,
als passend aan te merken;
- c.
de duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes maanden,
met een mogelijkheid tot verlenging.
- 2.
De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:
- a.
de begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel;
- b.
de begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn
gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep c.q. de
Wsw-geïndiceerde voor wie het Persoonsgebonden budget is
bestemd;
- c.
de begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring
in begeleiden met Wsw-geïndiceerden.
Artikel 4 De wijze van bepaling van de periodieke subsidie aan de
werkgever
- 1.
Het college stelt na een positieve beoordeling van het subsidieverzoek
van de Wsw-geïndiceerde de hoogte van de subsidie aan de werkgever
vast.
- 2.
Voor de bepaling van een periodieke subsidie wordt de feitelijke omvang
van het dienstverband gerelateerd aan de maximale omvang van het
dienstverband.
- 3.
De grondslag van een periodieke subsidie is 75% van het wettelijk
minimumloon, verhoogd met de werkgeverslasten Wsw. Vigerende
afdrachtverminderingen worden in mindering gebracht.
- 4.
Een periodieke subsidie wordt gebaseerd op het uitkeringspercentage van
de arbeidshandicapcategorie vermenigvuldigd met de relatieve omvang van
het dienstverband en vermenigvuldigd met de grondslag van de
subsidie.
- 5.
Het college kan besluiten om de hoogte van de periodieke subsidie vast
te stellen op basis van een loonwaardemeting op de werkplek. Daarbij kan
een extern deskundige worden ingeschakeld.
- 6.
De hoogte van een periodieke subsidie, die vastgesteld is door een
loonwaardemeting, is gelijk aan het bedrag dat de uitkomst is van de
vermenigvuldiging van de hoogte van het gemeten arbeidsdefect
(verminderde loonwaarde) met het (CAO-) loon van een werknemer met een
identiek takenpakket bij de werkgever per ingangsdatum van de
arbeidsovereenkomst.
Artikel 5 Herziening van de periodieke subsidie
- 1.
Tijdens de loonwaardemeting wordt, met het oog op het
ontwikkelpotentieel van Wsw geïndiceerde ingezetene, de frequentie van
de loonwaardemetingen vastgesteld.
- 2.
Op verzoek van de werkgever en/of de werknemer kan tussentijds een
periodieke subsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling
van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.
- 3.
De periodieke subsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede
aanleiding toe is.
- 4.
Als de productiviteit is gewijzigd en gevalideerd wordt door de
loonwaardemeting, wordt de hoogte van de periodieke subsidie vastgesteld
zoals staat vermeld in artikel 4 lid 6.
Artikel 6 De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie
- 1.
De begeleidingsorganisatie geeft in een ontwikkelingsplan gemotiveerd
aan welke begeleiding nodig is en hoeveel uren daarvoor nodig zijn.
- 2.
De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang
van het aantal uren begeleiding kan worden vastgesteld tijdens de
loonwaardemeting.
- 3.
De hoogte van de vergoeding van de begeleidingskosten is gebaseerd op
ten hoogste 15% van het aantal door de desbetreffende werknemer voor de
werkgever gewerkte uren, waarbij de omvang van de begeleiding van de
werkgever niet hoger mag zijn dan 5% en voor begeleiding van de
werknemer niet hoger dan 10%.
- 4.
De opdracht aan de begeleidingsorganisatie (eventueel vanuit de
loonwaardemeting) en de te vergoeden kosten van de
begeleidingsorganisatie worden vastgelegd in een contract.
- 5.
De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van
een begeleid werkenplaats bedragen maximaal 1/8e van de
beschikbare Rijkssubsidie Wsw voor die arbeidsplaats in het
aanvraagjaar.
- 6.
De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van
een begeleid werkenplaats komen alleen voor vergoeding in aanmerking als
dit leidt tot het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst.
Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de
omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht
- 1.
Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van
aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht als
uit een deskundigenrapport blijkt dat aanpassingen op de werkplek
noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk
is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen.
- 2.
Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten
voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal
en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet
in aanmerking voor vergoeding door het college.
- 3.
Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een
dienstverband van minimaal twaalf maanden, behalve wanneer de
persoonsgerelateerde aanpassing meegenomen kan worden naar een andere
werkplek/werkgever.
- 4.
Aanpassingen waarvan de kosten meer dan 1/8e van de maximaal
beschikbare Rijkssubsidie WSW voor die arbeidsplaats in het aanvraagjaar
bedragen komen niet voor vergoeding in aanmerking.
- 5.
Het college regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding.
Artikel 8 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden
uitvoeringskosten
Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de
rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk
te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende
kalenderjaar.
Artikel 9 Indienen van de aanvraag
- 1.
De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel
van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede-ondertekend
door werkgever en de begeleidingsorganisatie.
- 2.
Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier
vaststellen.
Artikel 10 Cumulatie van kosten
- 1.
Indien het totaal van de kosten inzake uitvoeringskosten, de periodieke
subsidie, de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de aanpassing
van de werkplek het voor de geïndiceerde Wsw-er het beschikbare
subsidiebedrag zoals genoemd in artikel 7 lid 2 sub b van de Wsw
overschrijdt, kan het college besluiten geen subsidie of een
gedeeltelijke subsidie te verstrekken.
- 2.
Indien de werkgever voor de Wsw geïndiceerde werknemer uit andere hoofde
vergoedingen ontvangt, vanwege de aanpassing van de arbeidsplaats van de
Wsw geïndiceerde werknemer of de arbeidsongeschiktheid van de Wsw
geïndiceerde werknemer, dan worden deze bedragen in mindering gebracht
op de vergoedingen die op grond van artikel 4 en/of artikel 7 van deze
verordening worden verstrekt.
Artikel 11 Beslistermijn
- 1.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van
alle benodigde gegevens.
- 2.
Het college kan dit besluit met ten hoogste acht weken verdagen. Het
college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 12 Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie
Het besluit tot verlening van de periodieke subsidie bevat in ieder
geval:
- a.
de hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan
worden aangepast;
- b.
de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst en de ingangsdatum van de
subsidieverstrekking;
- c.
wijze van vaststelling van de subsidie;
- d.
de verplichtingen van de werkgever;
- e.
Primaire redenen om de periodieke subsidie te beëindigen, te weten:
einde arbeidsovereenkomst of ontbreken SW-indicatie.
Artikel 13 Het vaststellen van de periodieke subsidie
- 1.
De werkgever verstrekt binnen éénweek na afloop van een maand
aan het college de loonstrook van de betreffende werknemer over die
maand.
- 2.
Het college stelt de periodieke subsidie vast en draagt zorg voor
betaalbaarstelling van de subsidie binnen twee weken na overleg van deze
loonstrook.
Artikel 14 Verplichtingen van de werkgever
- 1.
Het college kan personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op
de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening of van
verplichtingen in de Awb.
- 2.
Aan subsidies op grond van deze verordening is de verplichting verbonden
dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking
verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van
zijn bevoegdheden.
- 3.
De aanvrager van subsidie en/of de subsidieontvanger doet onmiddellijk
schriftelijk mededeling aan het college van alle feiten en
omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de
aanvraag dan wel voor een beslissing tot wijziging, intrekking of
vaststelling van de subsidie.
- 4.
De subsidieontvanger doet in ieder geval onmiddellijk melding van
wijzigingen in de aard, de duur en omvang van het dienstverband van de
werknemer.
- 5.
De subsidieontvanger bewaart alle bewijsstukken die aan de
subsidieverstrekking en ontvangst ten grondslag liggen, tenminste drie
jaar na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter
beschikking voor controledoeleinden.
Artikel 15 Slotbepalingen
- 1.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.
- 2.
Tegen beslissingen over subsidies genomen op grond van deze verordening
kan bezwaar worden aangetekend. Procedures zoals vermeld in de Algemene
Wet Bestuursrecht zijn daarbij van toepassing.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Begeleid Werken Wet
sociale werkvoorziening.
- 4.
Zij treedt in werking op 1 juli 2008.