Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heemstede 2013 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heemstede |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heemstede 2012.
Deze regeling is vastgesteld onder de voorwaarde van vaststelling van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 door de raad.
Voor personen die op 1 januari 2013 een voorziening in bruikleen hebben die voor 1 januari 2013 is verstrekt, wordt een overgangstermijn gehanteerd van drie maanden voor het in rekening brengen van een eigen bijdrage.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 20-11-2012 De Heemsteder, 28 november 2012 | 5911891 |
Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage of eigen aandeel
Artikel 2 Bepalen financiële draagkracht voor eigen bijdrage of eigen aandeel
Het bedrag dat ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, dienen te betalen, bedraagt €18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen, als bedoeld in de Algemene Maatregel van Bestuur maatschappelijke ondersteuning, meer bedraagt dan €23.208,00 per jaar het bedrag van € 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 23.208,00
Het bedrag dat ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, dienen te betalen, bedraagt € 18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 16.257,00 per jaar het bedrag van € 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 16.257,00.
Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 28.733,00 per jaar het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 28.733,00.
Het bedrag dat gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.676,00per jaar het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en
Artikel 3 Omvang en duur eigen bijdrage of eigen aandeel
De verschuldigde eigen bijdrage of het verschuldigde eigen aandeel wordt afgestemd op de financiële draagkracht als bedoeld in artikel 1 en de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt.
Voor een voorziening die door het college in de vorm van een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per periode van 4 weken een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd gebaseerd op 1/13e deel van de hoogte van de voorziening.
Voor hulp bij het huishouden dat door het college als zorg in naturawordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de hulp per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de minimumprijs die de gemeente heeft vastgesteld voor de hulp bij het huishouden.
Hoofdstuk 3 Omvang persoonsgebonden budget
Artikel 5 Hulp bij het huishouden: omvang persoonsgebonden budget
Voor zover het aantal noodzakelijke uren Hulp bij het huishouden het maximum uren van klasse 6 overschrijdt hanteert het college voor deze extra uren een bedrag van € 21,20 per uur voor een professionele zorgaanbieder en € 15,50 per uur voor een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder.
Artikel 6 Rolstoel: omvang persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst compenserende voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.
Artikel 7 Woonvoorziening: omvang persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming
* De opgenomen bedragen bestaan uit kosten voor de keuring door het Liftinstituut, alsmede de kosten van de noodzakelijke
assistentie door de onderhoudsfirma.
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud of reparatie is gelijk aan de werkelijke kosten.
Artikel 8 Primaat van de verhuizing
Het primaat van verhuizing wordt niet toegepast voor zover de kosten van de te treffen woonvoorzieningen niet uitkomen boven € 8.500,00
Artikel 9 Vervoersvoorziening: omvang persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst compenserende voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.
Hoofdstuk 4 Omvang en terugbetaling financiële tegemoetkomingen
Artikel 10 Sportvoorziening: omvang forfaitaire financiële tegemoetkoming
Een sportvoorziening wordt uitsluitend verstrekt als forfaitaire financiële tegemoetkoming en bedraagt maximaal € 2.700,00voor een periode van 3 jaar.
Artikel 12 Vervoersvoorziening: normbedragen financiële tegemoetkoming AWBZ bewoners
In afwijking van artikel 9 zijn de normbedragen voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een auto, taxi of rolstoeltaxi voor bewoners van AWBZ-instellingen per jaar: