Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
wet : Telecommunicatiewet;
- b.
openbaar telecommunicatienetwerk : telecommunicatienetwerk als
genoemd in artikel 1.1, onder g, van de wet;
- c.
omroepnetwerk : omroepnetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder
o, van de wet;
- d.
kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, onder r, van de
wet;
- e.
openbare gronden : openbare wegen en wateren, als genoemd in
artikel 1.1, onder s, van de wet;
- f.
aanbieder : aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk
of een omroepnetwerk;
- g.
werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg,
instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een
openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en
op openbare gronden;
- h.
gedoogplichtige : degene op wie een gedoogplicht rust als
bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;
- i.
college : college van burgemeester en wethouders;
- j.
melding : melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef
en onder a, van de wet;
- k.
instemmingsbesluit : besluit van het college als bedoeld in
artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder b, van de wet.
Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval
acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe
bij het college.
Artikel 3 Melding werkzaamheden
- 1.
Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het
college vastgesteld formulier.
- 2.
Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende
gegevens:
- a.
de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit (OPTA) afgegeven registratie;
- b.
een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van
Koophandel;
- c.
naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in
eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de
kabel exploiteert;
- d.
de aard van het netwerk en het openbare karakter
daarvan;
- e.
een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;
- f.
de infrastructurele voorzieningen, ten aanzien waarvan
werkzaamheden in verband met de aanleg of instandhouding
worden voorgenomen;
- g.
welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden
gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en
de aard van de werkzaamheden;
- h.
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
- -
een opgave van het gewenste tracé;
- -
een KLIC-melding van het gewenste tracé;
- -
een opgave van de objecten die ten tijde van de
werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de
situering daarvan;
- -
een omschrijving van eventuele opbrekingen;
- -
de doorsnede van de kabel of kabelgoot;
- -
de lengte en breedte van de kabelsleuf;
- -
de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de
openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;
- -
het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging
van de werkzaamheden;
- -
naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of
onderaannemers(s) die belast is (zijn) met de
werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde
van de uitvoering van de werkzaamheden.
- 3.
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een
andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken
na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het
college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het
overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
- 4.
Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de
melding worden verstrekt.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming
- 1.
Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en
beperkingen verbinden in het belang van de:
- a.
- b.
het voorkomen of beperken van schade of overlast;
- c.
de bruikbaarheid van de openbare gronden;
- d.
het veilig en doelmatig gebruik van de openbare
gronden;
- e.
het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare
gronden;
- f.
de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de
openbare gronden;
- g.
de bescherming van het uiterlijk aanzien van de
omgeving;
- h.
de bescherming van groenvoorzieningen.
- 2.
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan
het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften
of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen,
zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de
nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en
beperkingen aan het instemmingsbesluit.
- 3.
In het instemmingsbesluit worden de plaats, het tijdstip en wijze
van uitvoering van de werkzaamheden, zo nodig in afwijking van de
melding, bedoeld in artikel 3, vastgesteld.
- 4.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en
opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te
geschieden conform de “Procedures en voorschriften inzake het
verrichten van werkzaamheden ten behoeve van leidingen en kabels”.
- 5.
Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en
beperkingen verbinden inzake de verschijningsvorm van de beoogde
infrastructurele voorzieningen.
- 6.
Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en
beperkingen verbinden inzake de tijdsduur van de uitvoering van de
werkzaamheden.
- 7.
Voor het realiseren van aansluitingen met een lengte van maximaal 10
meter over gemeentegrond is geen instemming van het college
noodzakelijk. De werkzaamheden dienen overeenkomstig de in artikel 3
bedoelde voorschriften te worden gemeld en uitgevoerd. Voor het
realiseren van alle aansluitingen is wel instemming noodzakelijk.
- 8.
De aanbieder is leges verschuldigd conform de Legesverordening
gemeente Ommen, alsmede eventuele bijkomende kosten voor onderhoud
e.d. overeenkomstig het bepaalde in de Procedures en voorschriften
als bedoeld in lid 4.
Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit
Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de
rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude
aanbieder over op de nieuwe aanbieder.
Artikel 6 Melding wijziging
De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het
eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het
feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar
telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare
gronden.
Artikel 7 Overgangsbepaling
De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden,
voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de
Wet op de telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen
een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan
het college via het aanmeldingsformulier als genoemd in artikel 3,
eerste lid.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum van
inwerkingtreding van artikel 5.2, vierde lid, van de wet.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening
gemeente Ommen.