Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precario standplaatsen 2013 |
Citeertitel | Verordening precario standplaatsen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2012-121 |
Geen
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 31-12-2014 | Onbekend | 13-11-2012 Gemeenteblad 2012-121 | AP023; raadsstuk 2012-2669m |
Verordening precario standplaatsen 2013
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Overeenkomstig de bepalingen in deze verordening wordt onder de naam 'precariobelasting standplaatsen' een belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, voor zover die voorwerpen van een standplaats deel uitmaken.
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, dan wel degene te wiens behoeve deze voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, worden aangetroffen en aan wie op grond van artikel 2.1.9, dan wel artikel 5:18 of artikel 5:21d van de APV 2012 standplaatsvergunning is verleend.
Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Berekening van de precariobelasting standplaatsen
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven voor de periode en naar het aantal volle vierkante meters van de oppervlakte waarvoor de vergunning is verleend met dien verstande dat:
Het heffingstijdvak is een kalenderkwartaal, tenzij blijkt dat een korter tijdvak van toepassing is.
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven aan het einde van het kwartaal door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een factuur nota of andere schriftuur.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuldaanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van het kwartaal is beëindigd, wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet ontheffing verleend over zoveel derde deel als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle maanden overblijven.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting standplaatsen.
De Precarioverordening standplaatsen 2012 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2013 hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precario standplaatsen 2013.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 en 13 november 2012.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 23 november 2012 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)
Tarieventabel behorende bij de Verordening precario standplaatsen 2013
De genoemde tariefbedragen gelden voor voorwerpen die deel uitmaken van standplaatsen in de straten of straatgedeelten aangewezen onder letter a in een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld openbaar besluit van 23 september 2008 inzake klasse-indeling straten of straatgedeelten bij de Verordening precario standplaatsen. Voor standplaatsen in straten of straatgedeelten aangewezen onder letter b van dat besluit worden de tariefbedragen met een derde verhoogd. Voor standplaatsen in overige straten of straatgedeelten worden de tariefbedragen met een derde verlaagd.
Toelichting op de Verordening precario standplaatsen 2013
De verordening precario standplaatsen is gebaseerd op artikel 228 van de Gemeentewet zoals die luidt vanaf 1 januari 1995 (Staatsblad 1994, 762). Dit is de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen (Stb. 1994, 419 en 420) (hierna: Wet materiële belastingbepalingen). De precariobelasting is in zoverre nieuw dat deze in de Wet materiële belastingbepalingen is aangeduid als ‘echte’ belasting. Voorheen was de precarioheffing nog opgenomen onder de rechten. Voor de naam ‘precariobelasting’ is blijkens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet materiële belastingbepalingen gekozen, omdat bij deze heffing de nadruk ligt op het belastingkarakter. In de memorie van toelichting wordt er op gewezen dat bij de precariobelasting, in tegenstelling tot retributies, er niet altijd een direct aanwijsbare tegenprestatie van de overheid aanwezig is. Ook ontbreken voor de gemeente vaak de kosten.
Naar onze mening is er bij de heffing van precariobelasting wel altijd sprake van een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Die gemeentelijke prestatie bestaat uit het bij wege van gunst toestaan dat iemand voorwerpen heeft onder, op of boven de grond welke in eigendom is van de gemeente.