Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Initiatievenfonds Utrechtse Energie! |
Citeertitel | Beleidsregel Initiatievenfonds Utrechtse Energie! |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | - |
looptijd van de regeling is tot en met 15 mei 2013
artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht
artikel 3, tweede lid Algemene subsidieverordening 2008 (ASV 2008)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2012 | 15-11-2012 | 15-05-2013 | nieuwe regeling | 06-11-2012 Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 88 | Besluit college van B&W van 6 november 2012 |
Artikel 3 Definitie aanvrager subsidie
Subsidie wordt slechts verstrekt aan natuurlijke personen die in de gemeente Utrecht wonen en voorts Verenigingen van Eigenaren (VVE) met minimaal vijf leden van woningbouwcomplexen in de gemeente Utrecht.
Artikel 6 Aanvraag subsidieverlening
Voor het aanvragen van de subsidie moet het aanvraagformulier worden gebruikt dat door of namens het college is vastgesteld. Daarin is aangegeven hoe en op welke manier informatie moet worden verstrekt. Er is een afzonderlijk aanvraagformulier voor de initiatieven en de collectieve zonnestroominstallaties.
Indien een aanvraag voor initiatieven onvolledig wordt ingediend kan door of namens het college, indien wenselijk, worden gevraagd om de aanvraag aan te vullen. Indien de aanvrager dat niet doet, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen tenzij het, naar het oordeel van het college, om zeer beperkte onvolledigheden gaat.
Artikel 11 Inwerkingtreding (of looptijd van de regeling)
Deze beleidsregel treedt in werking op 15 november 2012 en eindigt op 15 mei 2013.
De citeertitel van deze beleidsregel is: Initiatievenfonds Utrechtse Energie!.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 6 november 2012.
De secretaris, De burgemeester.
Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen
Bekendmaking is geschied op 28november 2012.
Dit besluit treedt in werking op 29 november 2012, en werkt terug tot 15 november 2012.
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2012, NR. 88
Uit de reacties op Utrechtse Energie! blijkt dat er veel initiatieven leven bij bewoners om de CO2-uitstoot in de stad te verminderen. Die initiatieven variëren van een groepje buurtbewoners dat hun woning energieneutraal willen maken, studenten die een CO2-bespaarwedstrijd willen organiseren tot een groot aantal groepen van bewoners die graag zonnepanelen willen aanleggen. Om deze initiatieven te kunnen honoreren is in Utrechtse Energie! een initiatievenfonds ingesteld.
Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel Programma Utrechtse Energie 2011-2014 en het Uitvoeringsprogramma 2011-2012 (Jaargang 2011, nr. 56) in de gemeenteraad op 26 mei 2011 is motie 2011/M019 door ons overgenomen. In de motie zijn de volgende kaders aangegeven:
In de beleidsregel 'Initiatievenfonds Utrechtse Energie' zijn deze kaders verwerkt.
Met deze beleidsregel willen wij inspelen op initiatieven en signalen uit de samenleving om CO2-reductie in Utrecht te bewerkstelligen, voor zover gemeentelijke ondersteuning hiervan nodig of gewenst is.
De beleidsregel 'Initiatievenfonds Utrechtse Energie!' heeft als doel het snel en flexibel kunnen inspelen op collectieve initiatieven van bewoners die nog geen bijdrage ontvangen uit Utrechtse Energie! Bedrijven en bedrijfsmatige activiteiten evenals organisaties zonder winstoogmerk zijn uitgesloten voor de regeling. Het initiatief moet een aantoonbare bijdrage leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot in de stad, vernieuwend en aanvullend zijn op de activiteiten uit het Programma Utrechtse Energie!.
Artikel 3 Definitie aanvrager subsidie
Het 'Initiatievenfonds Utrechtse Energie' richt zich op bewoners (natuurlijke personen).
Bedrijven of (rechts)personen met winstoogmerk zijn van de subsidieregeling uitgesloten. Een reden hiervoor is dat bedrijven winst (kunnen) maken en er specifiek voor bedrijven mogelijkheden zijn om gebruik te maken van financieel gunstige regelingen (bijvoorbeeld de energie investeringsaftrek). Bovendien kunnen bedrijven via Utrechtse Energie! al aanspraak maken op ondersteuning en faciliteiten.
Organisaties (zonder winstoogmerk) zijn uitgesloten omdat de voorkeur uitgaat naar het ondersteunen van niet structureel georganiseerde initiatieven in de stad. Rondom Utrechtse Energie! is een energieke beweging ontstaan van bewoners om aan de slag te gaan met het verminderen van de CO2–uitstoot in de stad. Door deze bewoners te stimuleren tot het vormen van een collectief met andere bewoners uit de straat, vereniging et cetera verwachten we dat ook geïnteresseerde, maar nog niet-actieve bewoners wil aanhaken.
Via het gemeentelijk loket (wijkbureaus, energiepunt Wonen) en bestaande organisaties, netwerken en clubs in de gemeente Utrecht stimuleren we bewoners om initiatieven in te dienen voor deze regeling.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
Voor uitvoering is in 2012 EUR 495.000,00 beschikbaar, gelijk verdeeld voor het ondersteunen van initiatieven en de plaatsing van zonnestroominstallaties.
Voor initiatieven (artikel 5, eerste lid: Initiatieven) is in de eerste tranche 60% van EUR 247.500,00 beschikbaar, zijnde EUR 148.500,00. Het resterende bedrag van EUR 99.000,00 wordt in de tweede tranche aan initiatieven toegedeeld.
Voor zonnestroominstallaties is EUR 247.500,00 (artikel 5, tweede lid: zonnestroominstallaties) beschikbaar. Toekenning vindt plaats op volgorde van binnenkomst.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De regeling ondersteunt twee soorten initiatieven. Enerzijds initiatieven die zich over het gehele spectrum van CO2-reductie in de stad Utrecht kunnen bewegen (bespaarwedstrijden, collectieven om een woningaanpak uit te voeren) en anderzijds op plaatsing van zonnestroominstallaties.
Er is voor gekozen om beide soorten initiatieven te ondersteunen, mede op basis van de soorten initiatieven die na de vaststelling van Utrechtse Energie! door inwoners zijn aangedragen. Op basis van deze inbreng en ervaringen uit andere steden met bijvoorbeeld lokale zonnepanelensubsidies is deze beleidsregel opgesteld.
Initiatieven hebben door de aard en aanvragers een bepaald risico om niet direct tot een CO2-reductie te leiden. Daarom zijn twee tranches voor de aanvragen voor het initiatievendeel ingesteld; op die manier kunnen de initiatieven ten opzichte van elkaar worden beoordeeld op de mate waarin aan de criteria uit artikel 10 wordt voldaan. Aanvragen die niet voldoen aan de criteria uit artikel 7 worden afgewezen.
Initiatieven worden getoetst en beoordeeld op de haalbaarheid en realiseerbaarheid van het initiatief om tot een CO2-reductie te komen, maar de activiteit hoeft niet altijd tot een directe vermindering van de CO2-uitstoot in de stad te leiden. Als een bewoner het initiatief neemt om buren of kennissen te mobiliseren om woningen energiezuiniger te maken, blijkt juist in deze eerste mobiliserende fase vaak een (financiële) ondersteuning noodzakelijk. Dit willen we mogelijk maken met deze regeling. Wel wordt de aanvraag getoetst op de realiteit van het op korte termijn uitvoeren van CO2-reducerende maatregelen. Indien uit de aanvraag de haalbaarheid en realiteit van de CO2-reducerende maatregelen niet blijkt, dan zal er geen subsidie worden toegekend.
Voor investeringen in individuele woningen, zoals isolatie en andere energiebesparende maatregelen, zijn duurzaamheidleningen beschikbaar en daarom niet subsidiabel in deze regeling. Een uitzondering is gemaakt voor zonnestroominstallaties. Dit is enerzijds omdat er vele initiatieven in de gemeente zijn om zonnestroominstallaties te plaatsen en hieraan tot bepaalde hoogte ondersteuning aan willen bieden. Bovendien levert het plaatsen van zonnestroominstallaties een directe CO2-reductie in de stad op; de belangrijkste doelstelling voor het opzetten van een Initiatievenfonds. Voorwaarde is wel dat er sprake is van een vorm van collectieve inkoop en aanleg van de zonnestroominstallaties, zodat maximaal gebruik wordt gemaakt van lagere inkoopprijzen, kortingen en subsidies die nu mogelijk zijn.
Uitgesloten van de regeling zijn initiatieven met een enkel informerende, voorlichtende of motiverende functie zonder een directe CO2-reductie te beogen.
Uiteraard wordt alleen subsidie verstrekt als aan de voorwaarden uit de beleidsregel is voldaan en er geen strijd is met de bepalingen over subsidie uit de Algemene Subsidieverordening en de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 6 Aanvraag subsidieverlening
Bij de aanvraag voor subsidieverlening, afhankelijk van de aard van het initiatief, is het verplicht gebruik te maken van de door of namens het college opgestelde aanvraagformulieren. Er is een aanvraagformulier voor initiatieven en een aanvraagformulier voor zonnestroominstallatie(s). De aanvraagformulieren worden gebruikt als checklist om tot een volledige en ontvankelijke aanvraag te komen.
De aanvragen worden beoordeeld op volledigheid en ontvankelijkheid. Indien een aanvraag voor initiatieven onvolledig wordt ingediend kan door of namens het college, indien wenselijk, worden gevraagd om de aanvraag aan te vullen. Indien de aanvrager dat niet doet, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen tenzij het, naar het oordeel van het college, om beperkte onvolledigheden gaat.
De aanvraag voor de subsidiabele activiteiten bevat in ieder geval:
De aanvraag voor zonnestroominstallaties bevat in ieder geval:
Wij beseffen dat het stellen van eisen en voorwaarden een drempel opwerpt voor de aanvrager. Het is echter de bedoeling in algemene zin de aanleg binnen de gemeente op een deugdelijke manier te organiseren.
De aanvrager is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en deugdelijkheid. Zo zal hij moeten nagaan of er een omgevingsvergunning voor bouwen of monumenten nodig is zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daarnaast is de aanvrager verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens uit de aanvraag.
Artikel 7 Voorwaarden subsidieverlening
De regeling richt zich op het snel en flexibel inspelen op initiatieven van bewoners. Wij willen initiatieven stimuleren die vernieuwend en aanvullend op Utrechtse Energie! zijn en die niet door Utrechtse Energie! worden ondersteund. De initiatieven moeten een aantoonbare en haalbare bijdrage bieden aan het verminderen van de CO2-uitstoot in de stad. We willen graag creatieve, nieuwe en aanvullende activiteiten uit de stad ondersteunen. Wij zetten in op het uitvoeren van collectieve ideeën omdat daarmee recht wordt gedaan aan onze ambitie om in 2014 een beslissende stap te hebben gezet op weg naar een klimaatneutrale stad.
Subsidie verstrekken we niet vrijblijvend; aanvragers moeten zelf een aantoonbare eigen bijdrage leveren. De eigen bijdrage is van invloed op de beoordeling van de aanvraag. Voorbeelden van eigen een aantoonbare bijdrage zijn het zelf (mede) financieren van het initiatief of een zichtbare en bewijsbare inspanning in bijvoorbeeld ureninzet van de collectieven.
Met het opnemen van voorwaarden, wordt zowel invulling gegeven aan de kaders zoals die in het Programma Utrechtse Energie (2011-2012) zijn gesteld en motie2011/M019.
Uitzondering hierop is de ondersteuning in natura (panden en terreinen). Daarvoor bestaat een Makelpunt in de gemeente, waar initiatiefnemers terecht kunnen. Wij verwijzen hen in voorkomende gevallen actief naar dit punt. Hiermee wordt de inhoud, communicatie en uitvoering van de regeling vereenvoudigd.
Er is voor gekozen, ondanks de dalende prijzen voor zonnepanelen, een kleine subsidie van EUR 0,50 per Wattpiek voor zonnestroominstallatie(s) beschikbaar te stellen. Dit omdat binnen het huidige uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie 2011-2012, met uitzondering van de individueel gerichte duurzaamheidlening, nog geen stimulerende maatregelen voor zonnestroominstallatie(s) als onderdeel van de verduurzaming van de energieopwekking zijn opgenomen. Gezien de vele initiatieven die binnen de stad voor zonne-energie leven en vanwege de bijdrage aan een directe CO2-reductie, willen we graag de mogelijkheid bieden om een tegemoetkoming voor de plaatsing van zonnestroominstallatie(s) aan de inwoners te bieden.
Op basis van een inkoopprijs voor zonnepanelen van ongeveer EUR 2,60 per Wattpiek (inclusief materialen, montage en installatie) is EUR 0,50 een bescheiden bijdrage van ongeveer 20%. Ook met de mogelijke stimuleringmaatregelen op rijksniveau komt de gemeentelijke bijdrage vanuit de gemeente niet hoger uit dan 30%. Met deze subsidie verwachten wij dat bewoners die al zonnepanelen willen plaatsen, meer zonnepanelen plaatsen dan zij in eerste instantie van plan zijn. Bovendien kunnen zij kennissen, buren et cetera overhalen om zonnestroominstallaties te plaatsen.
Er is een ondergrens gesteld aan het aanvragen van een subsidie van EUR 1.000,00 om te voorkomen dat vele kleine aanvragen tot veel administratieve lasten kunnen leiden. De bovengrens van EUR 10.000,00 is gesteld omdat het gaat om natuurlijke personen die de subsidie aanvragen. Het hangt van de subsidiabele activiteit af of én hoeveel subsidie door of namens het college wordt beschikbaar gesteld. Hiermee is een mechanisme ingebouwd om de beleidsdoelstelling van de regeling te effectueren.
Voor deze regeling is gekozen voor rangschikking van de initiatieven ten opzichte van elkaar om zo initiatieven die het beste passen bij de beleidsdoelstelling eerder te kunnen honoreren. Daarmee willen wij de doelmatigheid van de regeling bewaken. Voor de zonnestroominstallaties kennen wij de subsidie toe op basis van volgorde van binnenkomst.
In het geval van de initiatieven zullen de mate waarin ze voldoen aan de criteria worden gerangschikt. Op basis van deze rangschikking worden subsidies toegekend aan de ingediende initiatieven. Als er aanvragen zijn die te laat zijn ingediend dan schuiven deze door naar de volgende tranche.
Voor de zonnestroominstallaties kennen we de subsidie toe op basis van volgorde van binnenkomst.
Voor het beoordelen van de mate waarin het initiatief bijdraagt aan de beleidsdoelstelling of het rangschikken van de gevraagde subsidies zullen de volgende kengetallen worden gehanteerd: