Beleidsregel Vergoeding kosten kinderopvang 2013

HOOFDSTUK 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

• b.

  de wet: de Wet Kinderopvang;

• c.

  ouder: als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c, e, j, k of l in de Wet Kinderopvang.

Artikel 2 Vergoeding kosten kinderopvang

• 1.

  Het college kan aan een ouder een tegemoetkoming verstrekken in aanvulling op de kinderopvangtoeslag, zodanig dat het totaal van de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkoming niet meer bedraagt dan de kosten van kinderopvang.

• 2.

  De ouder moet gebruik maken van een formeel geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang).

Artikel 3 Doelgroep

• 1.

  Een ouder met een WWB-, IOAW-, IOAZ- of Anw-uitkering in traject naar werk of met parttime werk.

• 2.

  Een ouder die vanuit de WWB (IOAW, IOAZ en Anw) volledig uitstroomt naar werk.

• 3.

  Een ouder jonger dan 27 jaar zonder startkwalificatie die geen recht heeft op een WWB-uitkering en terug naar school wordt geleid.

Artikel 4 Hoogte tegemoetkoming

• 1.

  De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt ten hoogste 5% van de totale kosten kinderopvang voor de ouder in traject naar werk of de ouder met parttime werk en een aanvullende WWB uitkering, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, eerste lid.

• 2.

  De hoogte van de tegemoetkoming voor de ouder die vanuit de WWB-uitkering volledig uitstroomt naar werk bedraagt eenmalig EUR 300,00.

• 3.

  De hoogte van de tegemoetkoming van de ouder jonger dan 27 jaar die terug naar school gaat, is gelijk aan de volledige eigen bijdrage.

• 4.

  Bij berekening van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van de maximale uurprijs door het rijk vastgesteld.

Artikel 5 Inlichtingenplicht

• 1.

  Een ouder doet aan het college uit eigen medewerking of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/ haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

• 2.

  Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregel.

Artikel 6 Aanvraag

• 1.

  De tegemoetkoming dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier.

• 2.

  Een aanvraag voor een tegemoetkoming bevat tenminste een afschrift van het contract met de kinderopvanginstelling. Een aanvraag van een ouder jonger dan 27 jaar bevat tevens een afschrift van het inschrijvingsbewijs bij de onderwijsinstelling. Een aanvraag voor een ouder die uitstroomt naar werk bevat tevens een afschrift van het arbeidscontract.

• 3.

  Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit.

Artikel 7 Herziening en intrekking

Het college kan het recht op vergoeding herzien of intrekken:

• a.

  als het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 6, eerste lid geleid heeft tot een onterechte of te hoog verstrekte vergoeding; of

• b.

  als anderszins een vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 8 Terugvordering

Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 8 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte vergoeding terugvorderen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van op 1 januari 2013.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vergoeding kosten kinderopvang Utrecht 2013.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 6 november 2012.

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 28november 2012.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.