Organisatie | Oss |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tab M Regeling cafetariamodel Oss 2012 |
Citeertitel | Tab M Regeling cafetariamodel Oss 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-08-2012 | Onbekend | 07-08-2012 Oss Actueel, 29-08-2012 | GMPO |
1.Iedere medewerker kan in beginsel aanspraak maken op de keuzemogelijkheden zoals die in
het kader van deze regeling worden aangeboden.
2.Deelname van de medewerker aan de keuzemogelijkheden zoals die in het kader van deze
regeling worden aangeboden, geschiedt op basis van vrijwilligheid.
3.Een medewerker bepaalt zelfstandig, onder eigen verantwoordelijkheid en binnen de kaders
van deze regeling zijn individuele voorkeur, indien hij wil deelnemen aan de
keuzemogelijkheden zoals die in deze regeling worden aangeboden.
4.Aanvragen moeten uiterlijk 1 april en/of 1 november van het betreffende kalenderjaar zijn
ingediend middels het daarvoor vastgestelde formulier, tenzij anders geregeld (koop en
verkoop verlof bijvoorbeeld uiterlijk 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar).
De medewerker geeft op het aanvraagformulier 'cafetariamodel' aan welke doelen hij kiest. De medewerker heeft daarbij de keuze uit de volgende doelen:
Niet fiscaal gefaciliteerde doelen:
a.Vakantie-uren kopen of verkopen op grond en overeenkomstig de bepalingen van artikel 4a.1
Fiscaal gefaciliteerde doelen:
een belastingvrije vergoeding voor de voor eigen rekening blijvende kosten van bedrijfsfitness. Hieronder wordt verstaan de conditie- of krachttraining van werknemers die georganiseerd of geïnitieerd wordt door de werkgever en die plaatsvindt onder deskundig toezicht. De belastingvrije vergoeding bedraagt maximaal € 500,- per kalenderjaar. Het fitnesscentrum c.q. de fitnessorganisatie is door de werkgever aangewezen.
1.De medewerker geeft op het aanvraagformulier 'cafetariamodel' aan welke bronnen hij wil
inzetten ten behoeve van het realiseren van de door hem gekozen doelen. De medewerker
heeft daarbij de keuze uit de volgende bronnen:
van het recht dat wordt uitgeruild. Eventuele latere aanpassingen van deze waarde van de
bronnen met terugwerkende kracht. (Bijvoorbeeld: een bevordering met terugwerkende kracht) naar een datum voor verrekening leiden in geen geval tot herberekening van de
componenten waarvan is afgezien.
3.De medewerker mag maximaal 30% van het jaarinkomen inzetten voor cafetariadoeleinden.
1.De door de medewerker gemaakte keuze voor in artikel 3 en 4 bedoelde doelen en bronnen,
worden binnen het desbetreffende kalenderjaar uitgevoerd. De medewerker stemt het bedrag
dat uit de bronnen resulteert zoveel mogelijk af op het bedrag voor het gewenste doel. De
vergoeding van het betreffende doel wordt betaalbaar gesteld op het moment waarop
normaal ook de aangegeven bron zou zijn uitbetaald. De verwerking van de aanvragen vindt
tweemaal per jaar plaats. De aanvragen moeten daarvoor uiterlijk 1 april of 1 november van het betreffende jaar zijn ingediend.
2.Indien de bronnen ontoereikend zijn dan wel in bijzondere gevallen, kan door de
dienstdirecteur op verzoek van de medewerker, de gemaakte keuze geheel of gedeeltelijk in
het volgende kalenderjaar worden uitgevoerd.
3.Bij beëindiging van de arbeidsverhouding zal voor het deel waarop nog niet aan de in artikel
4 vermelde bronnen is voldaan, de waarde van het restantdeel van de bron netto door de
hierover overleg plaats met de medewerker. Een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een
Indien bij controle door de Inspecteur der Belastingen blijkt dat het gebruik van de voorzieningen en
vergoedingen uit het cafetariamodel niet voldoet aan de zakelijke bepalingen en voorwaarden zoals
die zijn geformuleerd in de fiscale wetgeving, en dientengevolge naheffing bij de werkgever
plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief eventuele rente en boete) voor rekening van de
Voorts aanvaardt de werkgever geen enkele verantwoordelijkheid voor de mogelijk in andere
(wettelijke) regelingen opkomende gevolgen van de verlaging van de bronnen bij het gebruikmaken
Of de in artikel 4 genoemde bronnen kunnen worden ingezet, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een medewerker de in artikel 4 genoemde bronnen kan inzetten voor (één van de) fiscaal gefaciliteerde doelen als bedoeld in artikel 3 onder b tot en met g, worden beschreven in de 'Toelichting Regeling Cafetariamodel Oss'.
De regeling kan worden aangehaald als "Regeling Cafetariamodel Oss".
Toelichting Regeling Cafetariamodel Oss
Wat houdt het cafetariamodel in?
Het principe van het cafetariamodel houdt in dat je de werkgever toestemming geeft je bruto eindejaarsuitkering of vakantietoelage te verlagen in ruil voor een netto vergoeding, bijvoorbeeld voor een fiets. Op die manier betaal je geen belasting over het bedrag dat je verlaagt en haal je gemiddeld 42% voordeel, want dat is het meest voorkomende belastingtarief. De randvoorwaarden hiervoor worden bepaald door de fiscale regelgeving en/of instructie van de Inspecteur van de Belastingdienst. Hierdoor kunnen de voorwaarden van het cafetariamodel door de tijd heen wijzigen.
De regeling is van toepassing op alle medewerkers (tijdelijk en vast) van de gemeente Oss. Je moet wel een aanstelling hebben van minstens één jaar. Je mag maximaal 30% van het jaarinkomen bij de gemeente Oss inzetten voor cafetariadoeleinden.
Wat kun je kopen (doelen) en wat kun je inzetten (bronnen)?
In het cafetariasysteem kun je kiezen voor verschillende doelen en kun je verschillende bronnen inzetten. In het onderstaande schema kun je zien wat je kunt kiezen en wat je hiervoor kunt inzetten. Per onderdeel wordt na dit schema een toelichting gegeven over de exacte voorwaarden.
Verlenging fietsverzekering (minimaal 3 jaar na aanschaf fiets) | ||||
*) Uitsluitend wanneer de gemaakte reiskosten dusdanig hoog zijn dat de eindejaarsuitkering, het persoonsgebonden budget (indien van toepassing) en eventueel aangevuld met de waarde van de verkochte vakantie-uren niet toereikend is, kan het vakantiegeld ingezet worden voor deze kosten.
hoofdstuk 1 reiskosten woon-werkverkeer
Een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer wordt het meest aangevraagd. Vandaar dat we hier als eerste op ingaan.
Reiskosten gemaakt met een duurzaam vervoermiddel
Onder duurzaam reizen wordt verstaan:
Wanneer je minimaal 70% duurzaam reist, dan kom je in aanmerking voor een vergoeding uit het persoonsgebonden budget. Dit is een bedrag wat je van de werkgever krijgt en hiervoor lever je geen bruto eindejaarsuitkering of vakantiegeld in. Hierover later meer.
Daarnaast kun je je bruto eindejaarsuitkering inzetten voor een vergoeding, eventueel aangevuld met de waarde van de verkochte vakantie-uren. Uitsluitend wanneer de gemaakte reiskosten dusdanig hoog zijn dat deze bronnen niet toereikend zijn, kan het vakantiegeld ingezet worden.
Reiskosten woon- werkverkeer per openbaar vervoer
Als je voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van het openbaar vervoer en de kosten worden niet (volledig) vergoed, dan kun je in het cafetariamodel een vergoeding aanvragen voor:
Reiskosten woon- werkverkeer fiets/lopen/carpoolen/elektrische scooter/ milieuvriendelijke auto
Als je voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van een duurzaam vervoermiddel anders dan openbaar vervoer, dan kun je in het cafetariamodel een vergoeding aanvragen voor de gereisde kilometers.
Berekening reiskosten per fiets/lopen/carpoolen/elektrische scooter/ milieuvriendelijke auto
Voor de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, hoef je niet aan te geven hoeveel dagen je daadwerkelijk naar je werk hebt gereisd. De werkgever mag een vaste vergoeding geven voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van 214 werkdagen per jaar. (Dit geldt voor een medewerker die 5 dagen reist; reis je minder dan 5 dagen dan is dit naar rato van het aantal werk/reisdagen per week). De Belastingdienst gaat er wel vanuit dat je minimaal 70% van de 214 werkdagen ook daadwerkelijk naar je werk hebt gereisd.
Ben je gedurende het jaar langer dan 30 dagen ziek geweest? Dan breng je het totaal aantal ziektedagen (het aantal dat je anders had gewerkt) in mindering op de 214 werkdagen. Doe je dit niet, dan voldoe je niet meer aan de fiscale eis dat je minimaal 70% van de 214 werkdagen naar je werk hebt gereisd. Als dit fiscale consequenties heeft, dan zal de gemeente Oss die op jou verhalen.
De hoogte van de vergoeding bereken je als volgt: je berekent de afstand naar je werk en terug, vermenigvuldigt dit met € 0,19 per km en tot slot vermenigvuldig je dit met 214 dagen.
Je woont 30 km van je werk en werkt 36 uur, verdeeld over 5 dagen. De maximale tegemoetkoming, bedraagt dan:
30 x 2 (heen en terug) x € 0,19 per km = € 11,40 per dag x 214 dagen per jaar = € 2.439,60
Werk je parttime, bijvoorbeeld 3 dagen per week, dan ziet de maximale tegemoetkoming er in dit geval als volgt uit:
30 x 2 (heen en terug) x € 0,19 p er km = € 11,40 x 128 dagen per jaar (3/5 x 214 dagen)= € 1.459,20
Of je deze bedragen ook daadwerkelijk kunt declareren, zal vooral afhankelijk zijn of je voldoende bronnen beschikbaar hebt (bv. je bruto eindejaarsuitkering of vakantiegeld ) die ingezet kunnen worden voor woon-werkverkeer.
Aanvragen reiskosten woon-werkverkeer
Voor de reiskosten woon-werkverkeergeldt één aanvraagmoment, voor 1 november. Alleen indien je reiskosten dusdanig hoog zijn dat het persoonsgebonden budget, de eindejaarsuitkering en de waarde van je verkochte vakantie-uren niet toereikend zijn, dan kun je de eerste drie maanden van het jaar declareren voor 1 april ten laste van je vakantiegeld.
Als je minimaal 70% van de tijd duurzaam naar je werk komt (openbaar vervoer, lopen , fietsen, carpoolen, elektrische scooter, milieuvriendelijke auto) dan kom je in aanmerking voor een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer vanuit het persoonsgebonden budget. Dit bedrag ontvang je, eenmaal per jaar in december, van de gemeente Oss en hiervoor lever je dus niet een deel van bv. je bruto eindejaarsuitkering in.
Het bedrag wat je maximaal kunt ontvangen wordt berekend naar rato van het aantal dagen dat je werkt en reist. Het maximale bedrag is € 350,-.
Voorwaarden Persoonsgebonden budget
Reiskosten gemaakt met een niet-duurzaam vervoermiddel
Onder niet-duurzaam reizen wordt verstaan:
In het kader van het cafetariamodel kun je voor de reiskosten woon-werkverkeer met een niet duurzaam vervoermiddel, of wanneer je te weinig duurzaam reist, je eindejaarsuitkering, eventueel aangevuld met de waarde van de verkochte vakantie-uren, inzetten.
Je komt niet in aanmerking voor het persoonsgebonden budget als je auto niet voldoet aan de eisen die de Belastingdienst stelt (zie www.rdw.nl)
Uitsluitend wanneer de gemaakte reiskosten dusdanig hoog zijn dat je eindejaarsuitkering of verkochte verlofuren niet toereikend zijn, kun je het vakantiegeld inzetten.
Berekening reiskosten niet duurzaam vervoermiddel
Voor de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, hoef je niet aan te geven hoeveel dagen je daadwerkelijk naar je werk hebt gereisd. De werkgever mag een vaste vergoeding geven voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van 214 werkdagen per jaar. (Dit geldt voor een medewerker die 5 dagen reist; reis je minder dan 5 dagen dan is dit naar rato van het aantal werk/reisdagen per week).
De Belastingdienst gaat er wel vanuit dat je van de 214 werkdagen minimaal 70% ook daadwerkelijk naar je werk hebt gereisd. Ben je gedurende het jaar langer dan 30 dagen ziek geweest? Dan breng je het totaal aantal ziektedagen (het aantal dat je anders had gewerkt) in mindering op de 214 werkdagen. Doe je dit niet, dan voldoe je niet meer aan de fiscale eis dat je minimaal 70% van de 214 werkdagen naar je werk hebt gereisd. Als dit fiscale consequenties heeft, dan zal de gemeente Oss die op jou verhalen.
De hoogte van de vergoeding bereken je als volgt: je berekent de afstand naar je werk en terug, vermenigvuldigt dit met € 0,19 per km en tot slot vermenigvuldig je dit met 214 dagen.
Je woont 30 km van je werk en werkt 36 uur, verdeeld over 5 dagen. De maximale tegemoetkoming, bedraagt dan:
30 x 2 (heen en terug) x € 0,19 per km = € 11,40 per dag x 214 dagen per jaar = € 2.439,60
Werk je parttime, bijvoorbeeld 3 dagen per week, dan ziet de maximale tegemoetkoming er in dit geval als volgt uit:
30 x 2 (heen en terug) x € 0,19 p er km = € 11,40 x 128 dagen per jaar (3/5 x 214 dagen)= € 1.459,20
Of je deze bedragen ook daadwerkelijk kunt declareren, zal vooral afhankelijk zijn of je voldoende bronnen beschikbaar hebt (bv. eindejaarsuitkering) die ingezet kunnen worden voor woon-werkverkeer.
Aanvragen reiskosten woon-werkverkeer
Voor de reiskosten woon-werkverkeergeldt één aanvraagmoment, voor 1 november. Alleen indien je reiskosten dusdanig hoog zijn dat de eindejaarsuitkering en de waarde van je verkochte vakantie-uren niet toereikend zijn, dan kun je de eerste drie maanden van het jaar declareren voor 1 april ten laste van je vakantiegeld.
hoofdstuk 2 Wat kun je nog meer aanvragen?
Naast een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer kun je in het kader van het cafetariamodel ook kiezen voor een vergoeding voor:
Per onderdeel wordt hieronder een toelichting gegeven.
Fietsen is gezond, parkeren bij het gemeentehuis is lastig en door de aantrekkelijke voorwaarden in het cafetariamodel wordt het nog interessanter gemaakt om op de fiets naar het werk te komen.
Je koopt een fiets van € 800,00. Hiervan komt € 749,00 voor vergoeding in aanmerking.
De premie bedraagt € 150,00; deze haalt de salarisadministratie af van de maximale vergoeding. Dit betekent dat je eindejaarsuitkering/vakantiegeld bruto € 599,00 wordt verlaagd in ruil voor een netto rijwielvergoeding van € 599,00 + € 150,00 = € 749,00.
2. Vergoeding vakbondscontributie
De contributie die je betaalt voor de vakbond komt in aanmerking voor een vergoeding. Hiervoor kun je uitsluitend een deel van je eindejaarsuitkering inzetten, maar géén vakantiegeld.
Voor wat betreft de vakbondscontributie is het goed om de betaalbewijzen te bewaren (bankafschrift of verklaring van de vakbond) en te overleggen bij declaratie.
Met Fitland Holding B.V. heeft de gemeente afspraken gemaakt over bedrijfsfitness. Hieronder wordt verstaan conditie- of krachttraining van werknemers die georganiseerd of geïnitieerd wordt door de werkgever en die plaatsvindt onder deskundig toezicht. Als medewerker van de gemeente Oss kun je tegen gereduceerd tarief gebruik maken van de bedrijfsfitness activiteiten die Fitland Holding B.V. aanbiedt. De aanmeldingsprocedure, de voorwaarden en de prijzen zijn na te lezen op intranet, onder bedrijfsfitness.
De gemeente Oss stopt met ingang van 1 januari 2012 met haar bijdrage aan bedrijfsfitness. Hierdoor wordt bedrijfsfitness voor de deelnemers iets duurder dan voorheen. Wat blijft is dat je de totale kosten kunt opvoeren in het kader van het cafetariamodel (maximaal € 500,- per kalenderjaar). Hiervoor kun je de eindejaarsuitkering inzetten. Let wel, je kunt alleen de kosten van jezelf opvoeren, niet de kosten van inwonende gezinsleden.
De rekening van Fitland of een overzicht van de betalingen via je bank voeg je bij het aanvraagformulier.
4 en 5 Studiekosten en vakliteratuur
Voor studiekosten waarvoor geen of in beperkte mate studiefaciliteiten worden verleend, of het aanschaffen van vakliteratuur, kun je een belastingvrije vergoeding aanvragen.
Hieronder valt niet een vergoeding voor een studeerruimte en de inrichting hiervan, evenals reiskosten voor zover deze meer bedragen dan € 0,19 per kilometer.
Het gaat hierbij wel om een studie of opleiding voor een beroep dat de medewerker daadwerkelijk wil gaan uitoefenen (hoeft niet huidig beroep te zijn) en niet om een studie of opleiding in het kader van een hobby of liefhebberij.
Voor vakliteratuur gaat het alleen om literatuur die als gebruikelijk en redelijk worden ervaren voor de desbetreffende beroepsgroep. Voor de belastingvrije vergoeding voor een studie of opleiding voor een beroep geldt geen maximumbedrag.
Voor betaalde kosten voor een studie die niet met studiefaciliteiten worden vergoed en de kosten vakliteratuur overleg je de betaalbewijzen bij declaratie.
6.Aanvulling pensioen/ABP extra pensioen
Het is via het ABP mogelijk om extra ouderdomspensioen op te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld via het product 'ABP extra pensioen'. De inhouding kan eenmalig zijn, maar het is ook maandelijks via het bruto-nettosalaris mogelijk. Het fiscale voordeel wordt direct verwerkt. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij het ABP.
Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken, moet worden voldaan aan de condities en voorwaarden zoals gesteld door ABP/Loyalis en passen binnen de fiscale ruimte. Je wordt hiervoor nadrukkelijk gewezen op de fiscale gevolgen die dit kan hebben. Op 1 januari 2006 is nl. onze pensioenregeling ingrijpend veranderd waardoor je vanaf die datum veel meer aan pensioen opbouwt. Fiscaal gezien mag vanaf 2006 bij een middelloonstelsel (wat het ABP ook hanteert) niet meer dan 2,05% aan pensioenopbouw plaatsvinden. Het ABP hanteert vanaf 1 januari 2006 ditzelfde opbouwpercentage.
Extra aandacht bij lijfrentes en extra pensioenopbouw
Mogelijk bouw je naast je gewone pensioenopbouw bij het ABP op dit moment ook nog elders ouderdomspensioen op (bijvoorbeeld via een afgesloten lijfrente of ABP extra). Ook deze pensioenopbouw telt mee in de berekening om te beoordelen of je pensioenopbouw voor het jaar 2007 nog wel fiscaal zuiver is. Het gaat daarbij niet zozeer over het bedrag dat je aan premie betaalt, maar om de aanspraak die je opbouwt aan ouderdomspensioen.
Als je een dergelijke aanvulling op je ouderdomspensioen hebt, dien je bij de instantie waarbij je deze aanvulling hebt ondergebracht, dan wel bij je fiscaal adviseur te laten toetsen of er nog, en zo ja hoeveel, ruimte over is voor deelname aan het cafetariamodel.
Op het aanvraagformulier verklaar je dat je aan deze fiscale voorwaarden voldoet. Niet alleen op dat moment, maar je verzekert de werkgever ook dat je in de loop van dit jaar niet alsnog extra pensioenaanspraken inkoopt waardoor de fiscale grenzen worden overschreden.
WIJ WIJZEN JE EROP DAT HET BELANGRIJK IS OM DIT DOOR EEN DESKUNDIGE TE LATEN TOETSEN, aangezien de consequenties ingrijpend kunnen zijn als achteraf blijkt dat je pensioenopbouw fiscaal onzuiver is.
Ook extra aandacht bij banksparen
Vanaf 2008 kun je via een geblokkeerde spaarrekening of beleggingsrekening vanuit je inkomen sparen ten behoeve van pensioen en/of hypotheek.
Het banksparen is vergelijkbaar met de al jarenlang bekende lijfrenteverzekering.
Voorwaarde is wel dat je een pensioentekort hebt en dat de behaalde rendementen worden bijgeboekt op de geblokkeerde spaarrekening.
Als je banksparen gaat gebruiken als voorziening voor extra pensioenopbouw (en dus niet ten behoeve van hypotheek) gelden dezelfde voorwaarden als bij de hierboven beschreven lijfrente voor pensioenopbouw. Door banksparen kan ook de deelname aan het cafetariamodel worden beperkt en is het belangrijk dit door een deskundige te laten toetsen.
In het kader van het cafetariamodel kunnen vakantie-uren verkocht worden. De waarde van deze uren (uurloon 1 januari wordt hierbij gehanteerd) kan worden gestort op de levenslooprekening. Hiervoor geldt dat het verkopen van vakantie-uren voor 1 november van het voorgaande jaar aangevraagd dient te worden.
Ook het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering kun je inzetten voor het storten op je levenslooprekening.
Om de levensloopregeling uitvoerbaar te houden wordt dringend geadviseerd om maandelijks een bedrag te storten op je levensloopregeling. Wil je toch in het kader van het cafetariamodel een eenmalige storting laten doen op je levensloopregeling (dit staat niet op het aanvraagformulier) maak dan een afspraak met de salarisadministratie.
Ieder jaar kun je op 1 moment, namelijk vóór 1 november, vakantie-uren voor het volgende jaar verkopen (achteraf verkopen kan niet). Je kunt maximaal 72 vakantie-uren verkopen (bij een fulltime dienstverband, parttimers naar rato).
Kijk op intranet, onder de kop personeel/formulieren P&O over de manier waarop je dit kunt aanvragen.
De verkochte verlofuren worden normaal in mei uitbetaald tegen het salaris zoals dat in januari van toepassing was. In plaats van uitbetaling kun je deze uren inzetten voor bijv. een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer.
Aanvragen cafetariamodel, Één of twee aanvraagmomenten?
Voor een aantal onderdelen in het cafetariamodel zijn twee aanvraagmomenten, te weten voor 1 april en 1 november van ieder kalenderjaar, voor een aantal is er maar één moment, nl. 1 november. Deze data zijn gekoppeld aan de uitbetaling van het vakantiegeld in mei en van de eindejaarsuitkering in december.
De aanvraagmomenten van ieder onderdeel worden op de eerste bladzijde weergegeven.
Let op: Lever je de aanvraag compleet en correct in, dan vindt de verwerking hiervan plaats bij de salarisbetaling in de maanden mei en december.
Het principe van het cafetariamodel is dat je de werkgever toestemming geeft je bruto eindejaarsuitkering of vakantietoelage te verlagen in ruil voor een netto vergoeding. Het bedrag van je deze verlaging word niet apart genoemd op je salarisstrook. Wel zie je welke netto vergoedingen naar je worden overgemaakt. Deze tref je aan op de linkerkant van je salarisstrook onder de noemer 'incidentele betalingen'.
Door deze bij elkaar op te tellen weet je met welk bedrag je eindejaarsuitkering bruto is verlaagd.