Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel langdurigheidstoeslag |
Citeertitel | Beleidsregel langdurigheidstoeslag |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | hardheidsclausule, inkomensverbetering, langdurigheidstoeslag, Wet werk en bijstand |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 11-12-2012 Stadskrant 20-12-2012 | 2012/338471 |
II. Recht op langdurigheidstoeslag
Er is sprake van ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ als bedoeld in artikel 36 van de wet indien personen, op de peildatum of gedurende de referteperiode, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Personen met een uitkering op grond van de Wet op de Studiefinanciering 2000 (Wsf) of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) worden geacht uitzicht te hebben op verbetering van hun inkomen.
Deze beleidsregel is, net als de verordening langdurigheidstoeslag, tot stand gekomen als gevolg van een wijziging van het minimabeleid zoals opgenomen in het Raadsstuk ‘Samen voor elkaar: groeien naar financiële zelfredzaamheid’
In het artikel 8 WWB is een bepaling opgenomen, waarin gemeenten verplicht worden in een verordening regels vastleggen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘langdurig, laag inkomen’.In artikel 36 WWB is omschreven in welke gevallen onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De tekst van artikel 36 laat ruimte voor gemeentelijke invulling van de regels. In artikel 36, eerste lid, is de rechtsgrond voor de langdurigheidstoeslag opgenomen: ‘Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die een langdurig laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering’. met deze beleidsregels wordt invulling gegeven aan het begrip ‘zicht op inkomensverbetering’.
2. Artikelsgewijze toelichting
Door qua begripsbepalingen aan te sluiten bij de WWB, wordt voorkomen dat na eventuele wijzigingen van begripsomschrijvingen de beleidsregels moeten worden aangepast.
Onder het criterium dat ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ mag bestaan, vallen in ieder geval studenten. Van studenten wordt per definitie gesteld dat zij perspectief hebben op inkomensverbetering.
Voor gezinsleden geldt dat er voor beide partners geen uitzicht op inkomensverbetering aanwezig moet zijn, wanneer één van de partners wel uitzicht heeft op inkomensverbetering, is dit uitzicht er immers voor het hele gezin.
Het college beslist in uitzonderingsgevallen waarin de Verordening Langdurigheidstoeslag niet voorziet.
Bij de inwerkingtreding is aangesloten bij de inwerkingtreding van het Raadsstuk ‘Samen voor elkaar: groeien naar financiële zelfredzaamheid’ op 1 januari 2013.