Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Brummen |
Citeertitel | Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Brummen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 29-11-2012 GemeenteThuis d.d. 18 januari 2013 | V12.00003 |
De raad van de gemeente Brummen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2012 met kenmerk RV12.0065;
gehoord het behandeladvies van het forum Samenleving/Bestuur/Financiën van 15 november 2012;
heeft besloten de Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Brummen vast te stellen.
De belanghebbende heeft, voor zover hij aan de overige voorwaarden voldoet, recht op een vergoeding op grond van deze verordening indien zijn inkomen niet meer bedraagt dan 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 5, onder c, van de wet en zijn vermogen niet hoger is dan de toepasselijke vermogensgrens, genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet.
Artikel 3 Vergoeding kosten maatschappelijke participatie
De belanghebbende die behoort tot de doelgroep heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten in verband met maatschappelijke participatie van zijn ten laste komende kinderen, in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar op de peildatum, die onderwijs of een beroepsopleiding volgen, van € 90,00 per kalenderjaar per kind. In plaats van deze tegemoetkoming kan belanghebbende ook kiezen voor een pas/lidmaatschap van een sport of cultuurvereniging/instelling in de gemeente Brummen.
Desgevraagd verstrekt de belanghebbende aan het college bewijs van het maken van kosten in verband met maatschappelijk participatie van zijn kinderen, alvorens het college tot toekenning overgaat.
Artikel 4 Vergoeding kosten zwemlessen voor het zwemdiploma A
De belanghebbende die behoort tot de doelgroep heeft recht op een vergoeding van de kosten in verband met zwemlessen voor het zwemdiploma A voor zijn ten laste komende kinderen die nog niet beschikken over het zwemdiploma A, in de leeftijd van 5 tot 16 jaar op de peildatum. Er wordt geen geld uitgekeerd aan belanghebbende, maar er wordt rechtstreeks verrekent met de dienstverlenende instantie.
Artikel 5 Vergoeding indirecte schoolkosten
De belanghebbende die behoort tot de doelgroep heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten in verband met indirecte schoolkosten voor zijn ten laste komende kinderen, in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar op de peildatum, die onderwijs of een beroepsopleiding volgen, van maximaal € 70,00 per kalenderjaar per kind in het primair onderwijs en van maximaal € 140,00 per kalenderjaar per kind in het voortgezet en beroepsonderwijs.
Artikel 6 Besteding van de vergoedingen
Het college bevordert zoveel mogelijk dat de vergoeding bedoeld in artikel 3 en artikel 5 daadwerkelijk ten goede komt aan de kinderen voor wie zij bedoeld is.
Artikel 7 Rechtstreeks verrekenen met de dienstverlenende instantie
Het college bevordert dat vergoedingen in artikel 3 en artikel 5 niet meer in geld uitgekeerd worden aan belanghebbende, maar dat er rechtstreeks verrekening plaats vindt met de dienstverlenende instantie.
Het college kan beleidsregels vaststellen ter uitvoering van deze verordening, waaronder begrepen de manier en het tijdstip waarop een belanghebbende de aanvraag moet doen. Het college kan daarbij tevens nadere voorwaarden, betrekking hebbende op de besteding, stellen waaraan de belanghebbende moet voldoen om voor een vergoeding als bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 5 in aanmerking te komen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2012 bij raadsbesluit met kenmerk RB12.0071.
mr. A.P. Leenstra, griffier
N.E. Joosten bc, voorzitter
De wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 legt aan gemeente de verplichting op om een extra verordening vast te stellen, waarin opgenomen moet worden hoe de gemeente de categoriale bijzondere bijstand ter bevordering van de participatie van kinderen heeft geregeld.
Op grond van de hiervoor genoemde wetswijziging is het verlenen van categoriale bijzondere bijstand niet meer toegestaan indien het inkomen meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Een tegemoetkoming van € 90,00 per jaar per kind van 5 tot en met 17 jaar.De tegemoetkomingen is een vorm van categoriale bijzondere bijstand. Het recht daarop volgt rechtstreeks voort uit de verordening, zij het dat het college regels opstelt ter uitvoering (wijze van aanvraag, moment van aanvraag, wijze van uitbetaling). Ook kan het college bewijs verlangen van het daadwerkelijk maken van kosten in verband met maatschappelijk participatie.
Kinderen van 5 tot 16 jaar die nog niet kunnen zwemmen en niet beschikken over het zwemdiploma A kunnen zwemlessen volgen en het zwemdiploma A behalen bij een zwembad in de gemeente Brummen. Zwemlessen volgen in een zwembad in een andere gemeente is niet toegestaan en deze worden niet vergoed. De gemeentelijke vergoeding wordt niet in geld uitgekeerd aan belanghebbende, maar er vindt rechtstreeks verrekening plaats met de dienstverlenende instantie.
Een tegemoetkoming voor een kind vanaf 5 jaar in het primair onderwijs à € 70,00. Een tegemoetkoming voor een kind tot en met 17 jaar in het voortgezet (beroeps) onderwijs à € 140,00. De tegemoetkomingen zijn een vorm van categoriale bijzondere bijstand. Het recht daarop volgt rechtstreeks voort uit de verordening, zij het dat het college regels opstelt ter uitvoering (wijze van aanvraag, moment van aanvraag, wijze van uitbetaling). Ook kan het college bewijs verlangen van het daadwerkelijk maken van kosten in verband met indirecte schoolkosten.
Op zich hoeft bij een categoriale verstrekking niet op grond van de wet te worden gecontroleerd of de kosten daadwerkelijk zijn of worden gemaakt. Het is echter van belang dat de vergoedingen en verstrekkingen daadwerkelijk ten goede komen van de kinderen voor wie zij zijn bedoeld. Het college kan daarvoor alle methodes aanwenden die dienstbaar worden geacht en die uitvoerbaar zijn.
Het college kan de nadere uitvoering van deze verordening verwerken in een beleidsregel.