Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2012
CiteertitelReïntegratieverordeing WWB 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeenteweg, artikel 147, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikelen 34, 35 en 36
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk abeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikelen 34, 35 en 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels reïntegratieWwb gemeente Tiel 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201201-01-2015nieuwe regeling

21-11-2012

Zakengids d.d. 30 november 2012

Regelgevingregister nr.8.08, gemeenteraad 21 november 2012, nr.5b

Tekst van de regeling

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2012

De raad van de gemeente Tiel,

 

overwegende dat de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet werk en bijstand (32815) per 1 januari 2012 aanleiding is de reïntegratieverordening Wwb redactioneel te actualiseren,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 2012

 

gehoord het advies van de commissie Samenleving d.d. 30 oktober 2012

 

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk abeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

 

gelet op de wet Stap dd. 29 december 2008 Staatsblad 590en de wet Verbetering Arbeidsmarktpositie Alleenstaande Ouders dd. 29 december 2008, staatsblad 595,

 

gelet op de EG-verordening Werkgelegenheidssteun (nr. 2204/2002, Pb EG 2002, L 337/3) en de EG-verordening de minimissteun (nr. 69/2001, Pb EG 2001, L 10/30), alsmede de Beleidsaanbeveling van belang voor het opstellen van de gemeentelijke reïntegratieverordening -en in het kader van de Wet Werk en Bijstand,

 

gelet op de in werkingtreding van de wijziging van de wet werk en bijstand (32815) per 1 januari 2012, welke aanleiding is de reïntegratieverordening tekstueel te actualiseren,

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de

 

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2012

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

      • a.

        de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

      • b.

        IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

      • c.

        IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

      • d.

        Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

      • e.

        uitkeringsgerechtigde: de persoon met een uitkering ingevolge de wet, de IOAW of de IOAZ;

      • f.

        Anw-er: de persoon met een uitkering ingevolgde de Algemene nabestaandenwet die als niet-werkende werkzoekende ingeschreven staat bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV);

      • g.

        Nugger: de niet-uitkeringsgerechtigde zoals omschreven in artikel 6, onder a, van de wet;

      • h.

        WSW: de Wet sociale werkvoorziening;

      • i.

        ondersteuning: het bieden van 0ndersteuning bij arbeidsinschakeling van personen als bedoeld in artikel 7 van de wet en artikel 34 lid 1 van de IOAW en IOAZ;

      • j.

        voorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet; een instrument binnen een plan van aanpak bedoeld in artikel 44 of 44a van de wet;

      • k.

        algemeen geaccepteerde arbeid : iedere vorm van betaalde arbeid niet zijnde werk in het kader van de WSW, met uitzondering van illegale arbeid en arbeid tegen een lager loon dan het wettelijk minimum en rekening houdend met gewetensbezwaren zodanig dat deze strikt persoonlijke omstandigheden zwaarwegend zijn en een onvermijdelijk conflict opleveren met het te verrichten werk;

      • l.

        gesubsidieerde arbeid : werk, waarbij de werknemer over het algemeen wel in staat is om productieve arbeid te verrichten, maar waarbij een verschil bestaat met de loonkosten van de werkgever en de mate waarin een gemiddelde werknemer deze productieve arbeid verricht;

      • m.

        werknemer in gesubsidieerde arbeid: de werknemer als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet.

      • n.

        het college: het college van burgemeester en wethouders van de Tiel;

      • o.

        de raad: de gemeenteraad van de gemeente Tiel;

HOOFDSTUK 2 - BELEID EN FINANCIEN
Artikel 2 Opdracht College
  • 1

    Het college biedt aan de personen als bedoeld in artikel 7 en 10 lid 2 van de wet en artikel 34 lid 1 van de IOAW en IOAZ ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40 lid 1 van de wet en artikel 11 van de IOAW en IOAZ is overeenkomstig van toepassing.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de belanghebbenden, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid en/of maatschappelijke participatie.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen en zorgt voor een evenwichtige aanpak binnen de verschillende doelgroepen.

  • 4.

    Het college kan bij het bepalen van het aanbod van voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en maatschappelijke-, economische- en conjuncturele ontwikkelingen.

  • 5.

    Het college bevordert de beschikbaarheid van flankerende voorzieningen die belemmeringen voor toetreding tot de arbeidsmarkt kunnen opheffen.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning
  • 1.

    Het college doet een aanbod dat past binnen de regels die gesteld zijn in de wet, IOAW en IOAZ, deze verordening, de beleidsregels reïntegratie en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

  • 2.

    Voor de Nugger en Anw-er geldt, dat slechts eenmalig een beroep op ondersteuning en een noodzakelijk geachte voorziening kan worden gedaan, voor zover het partner inkomen niet meer bedraagt dan 130% van het netto Wettelijk Minimum Loon als bedoeld in artikel 37 Wwb.

  • 3.

    Geen aanspraak op ondersteuning bestaat indien er sprake is van een voorliggende voorziening welke naar mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van de belanghebbende.

Artikel 4 Verplichtingen van belanghebbende
  • 1.

    Een persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 2.

    De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, IOAW en IOAZ, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3.

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, dan kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelenverordening en conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de IOAW en de IOAZ.

  • 4.

    Een persoon die deelneemt aan een voorziening is verplicht tot het verstrekken van inlichtingen aan het college die nodig zijn voor het bepalen van een geschikt plan van aanpak en/of geschikte voorziening.

Artikel 5 Criteria ontheffing arbeidsverplichting
  • 1.

    Het college kan met inachtneming van artikel 9, tweede lid en artikel 9a, van de wet, onderscheidenlijk artikel 37a en 38 van de IOAW en de IOAZ bepalen dat aan belanghebbende tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, ontheffing wordt verleend van de in artikel 4, eerste lid en tweede lid, van deze verordening genoemde verplichtingen.

  • 2.

    Ontheffing van de arbeidsplicht wordt verleend voor een door het college vast te stellen periode.

  • 3.

    Op basis van een herbeoordeling kan het college besluiten een ontheffing na afloop van de vastgestelde periode te verlengen.

Artikel 6 Sluitende aanpak
  • 1.

    Personen die op grond van artikel 2 en 3 van deze verordening aanspraak kunnen maken op ondersteuning zullen, voor zover dit door het college noodzakelijk wordt geacht, een aanbod van een voorziening worden gedaan gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 2.

    Het college kan een prioriteit toekennen aan bepaalde doelgroepen met in achtneming van artikel 8, 2e lid onder a van de wet.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien het college heeft bepaald dat voor deze persoon een volledige ontheffing van de arbeidsverplichting geldt.

  • 4.

    Het college kan in individuele gevallen afwijken van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 7 Budget- en subsidieplafond
  • 1.

    Het college kan één of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor door hen aan te wijzen voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt ook een weigeringsgrond voor de aanspraak op die voorziening.

  • 2.

    Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking kan worden gebracht voor een bepaalde voorziening.

HOOFDSTUK 3 - VOORZIENINGEN
Artikel 8 Algemene bepalingen over voorzieningen
  • 1.

    Het college bepaalt welke voorzieningen kunnen worden aangeboden, alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3.

    Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van deze verordening;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan arbeidsinschakeling.

  • 4.

    Het college kan ten aanzien van de voorzieningen, als bedoeld in dit artikel, nadere regels stellen. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

    • a.

      het aanbod van voorzieningen;

    • b.

      het aanbod van scholing of opleiding als bedoeld in artikel 9 en artikel 10a van de wet;

    • c.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • d.

      de weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • e.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    • f.

      de aanvraag van- en de besluitvorming over subsidies;

    • g.

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • h.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

    • i.

      de hoogte van het premiebedrag als bedoeld in artikel 10a van de wet.

HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN
Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen voor de uitvoering van deze verordening.

Artikel 11 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 12 Verantwoording

Het college brengt eenmaal per jaar verslag uit aan de raad over de doeltreffendheid en de effecten van het reïntegratiebeleid.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Reïntegratieverordening WWB 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 november 2012

de griffier, de voorzitter ,