Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012
CiteertitelBeleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201227-04-2018Beleidsregels

20-11-2012

Wereldregio 30 november 2012

47A10 20 november 2012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012

De burgemeester van Schouwen-Duiveland;

 

gelet op de artikelen 2:24 tot en met 2:26 en 5:22 en 5:23  van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

overwegende dat het uit een oogpunt van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en de zedelijkheid of gezondheid, wenselijk is nadere regels te stellen voor het organiseren van evenementen en incidentele festiviteiten in relatie tot evenementen;

 

overwegende dat bij het organiseren van evenementen het stimuleren van particulier initiatief voorop staat, vooral door eilandelijke niet-commerciële organisaties, om de leefbaarheid in kernen op Schouwen-Duiveland te bevorderen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende “Beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012 ”.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    weg: de weg als bedoeld in artikel 1.1, onder b Apv.

  • b.

    openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg.

  • c.

    vergunning: de vergunningen als bedoeld in de artikelen 2:24, 2:25, 2:26 en 5:23 Apv.

  • d.

    evenement: evenement als bedoeld in artikel 2:24, 2:25 en 2:26 Apv of een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 Apv.

  • e.

    meldingplichtig evenement: een buitenevenement tot 250 bezoekers of een evenement in een gebouw dat voldoet aan de criteria gesteld in artikel 3 van deze beleidsregels.

  • f.

    vergunningplichtig evenement: evenement dat niet als meldingplichtig evenement is aan te merken en niet vergunningvrij is.

  • g.

    locatie: een parkeerterrein, dorpsplein, havenplein, markt, straat, camping of anderszins als ruimtelijk afgebakend te beschouwen terrein.

  • h.

    ongeregelde goederen: gebruikte goederen die niet in de uitoefening van handel en voor een geringe/symbolische prijs te koop worden aangeboden.

  • i.

    geregelde goederen: goederen die in de uitoefening van handel worden aangeboden.

  • j.

    gemeentelijke markt: een markt met geregelde goederen die als gemeentelijke markt is aangewezen in de zin van artikel 160, eerste lid, onder h van de Gemeentewet. 

  • k.

    snuffelmarkt: een markt, waaronder rommelmarkten, braderieën, fancy-fairs en dergelijke, met minstens 5 kramen, waar ter plaatse aanwezige geregelde en/of ongeregelde goederen worden verhandeld en die niet is aangewezen als (gemeentelijke) markt in de zin van artikel 160, eerste lid, onder h van de Gemeentewet.

  • l.

    geregelde snuffelmarkt: een snuffelmarkt waarop in de uitoefening van handel geregelde goederen te koop worden aangeboden en waarbij een combinatie met ongeregelde goederen mogelijk is.

  • m.

    ongeregelde snuffelmarkt: een snuffelmarkt waarop ongeregelde goederen te koop worden aangeboden en waarbij een combinatie met geregelde goederen niet mogelijk is.

  • n.

    avondmarkt: een geregelde snuffelmarkt waarvan de opbouw van de kramen en plaatsing van verkoopwagens geschiedt vanaf 16.00 uur, waarbij de markt duurt tot uiterlijk 24.00 uur en het marktterrein uiterlijk 01.30 van de dag erop geheel is ontruimd en schoongemaakt.

  • o.

    niet commercieel evenement: de organisator is een instelling, stichting of vereniging zonder winstoogmerk ende organisator is niet een evenementenbureau of professionele organisator (eenmanszaak, BV, NV of V.O.F.) en het evenement bestaat niet uit uitsluitend een geregelde snuffelmarkt en/of evenement-en kermisattracties en/of buitentaps of vergelijkbare commerciële activiteiten.

  • p.

    commercieel evenement: een evenement dat niet als niet commercieel kan worden beschouwd.

  • q.

    historisch geroeid evenement: een niet commercieel evenement dat voorkomt op de evenementenkalender 2003. Voorbeelden: Havendagen, Visserijdagen, Burghse Dag, Brouwse Dag, Ringpromotiedagen, Zierikzeese Dagen

  • r.

    10 uren regeling: de gratis ondersteuning door de gemeente ten behoeve van niet commerciële evenementen bestaande uit het beschikbaar stellen en brengen en halen van dranghekken, vlaggenmasten en verwijderen en terugplaatsen van openbaar meubilair voor ten hoogste 10 uren per evenement (maximaal 20 uren voor een meerdaags evenement).

  • s.

    incidentele festiviteit: incidentele festiviteit als bedoeld in artikel 4:3 Apv (de zogenaamde 12-dagenregeling).

  • t.

    collectieve festiviteit: collectieve festiviteit als bedoeld in artikel 4:2 Apv.

  • u.

    Besluit: het Besluit Algemene regels voor inrichtingen Milieubeheer (Barim) of Activiteitenbesluit.

  • v.

    inrichting: een inrichting als bedoeld in het Besluit.

  • w.

    elektronisch versterkte muziek (livemuziek): muziekinstrumenten en stemgeluid die door middel van geluidsversterkers versterkt worden weergegeven.

  • x.

    mechanische muziek: draaiorgels en geluidsapparatuur zoals radio, compact disc en dergelijke.

  • y.

    levende muziek: akoestische muziekinstrumenten die niet door middel van geluidsversterkers worden weergegeven en muziekgezelschappen.

  • z.

    langtijdgemiddeld beoordelingsniveau: (LAr,LT): het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. Er wordt geen correctie voor herkenbaar muziekgeluid toegepast.

  • aa.

    gevel: de gevel als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vijfde lid, van de Wet geluidhinder.

  • bb.

    gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting.

  • cc.

    uitkoopvoorstelling: een (circus)voorstelling voor een gereserveerd, afgebakend publiek (personeelsfeest/campingpubliek). Het circus wordt feitelijk ingekocht door een andere partij, meestal een bedrijf.

  • dd.

    coördinatieteam grote evenementen: een ambtelijke groep welke de besluitvorming van de vergunningverlening voorbereidt middels overleg en afstemming met de organisator en ketenpartners.

Hoofdstuk 2 Soorten evenementen

Artikel 2 Vergunningvrij evenement: evenement in een inrichting

Een evenement is vergunningvrij als aan de volgende criteria is voldaan:

 

  • 1.

    het gaat om verrichtingen van vermaak die niet voor publiek toegankelijk zijn.

  • 2.

    het gaat om verrichtingen van vermaak in een inrichting waarbij voor die inrichting reguliere activiteiten plaatsvinden of activiteiten die voor een dergelijke inrichting passend zijn gezien de voorschriften van het bestemmingsplan, de Wet Milieubeheer en de gebruiksvergunning/melding.

  • 3.

    Een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 Apv voor een evenement in een inrichting, waarbij tijdens dat evenement voor die inrichting reguliere activiteiten plaatsvinden (of activiteiten die voor een dergelijke inrichting passend zijn), is alleen verplicht als dit naar het oordeel van de burgemeester noodzakelijk is gelet op de belangen van artikel 1:8 Apv

Artikel 3 Meldingplichtig evenement

Een evenement is meldingplichtig als aan de volgende criteria is voldaan:

 

  • 1.

    het aantal deelnemers inclusief de te verwachten bezoekers bedraagt niet meer dan 250 voor een buitenevenement en het is geen ongeregelde snuffelmarkt of geregelde snuffelmarkt.

  • 2.

    het evenement is niet in strijd met de Zondagswet

  • 3.

    het evenement betreft een expositie of ongeregelde snuffelmarkt in een kerk passend in de betreffende gebruiksmelding op grond van het Bouwbesluit 2012 en het bestemmingsplan.

  • 4.

    de eindtijd van het evenement is van zondag tot en met vrijdag: 24.00 uur en van muziek 23.00 uur. In de nacht van zaterdag op zondag is de eindtijd van het evenement 01.00 uur en van muziek 24.00 uur. Vanaf 300 meter buiten de bebouwde kom wordt de eindtijd van het evenement en de muziek met één uur verlengd.

  • 5.

    de geluidsbelasting voor de omgeving bedraagt tot uiterlijk 24.00 uur maximaal 75 LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen.

  • 6.

    er vinden geen omroepactiviteiten plaats en er is geen sprake van elektronisch versterkte muziek (live-muziek). Levende en mechanische muziek is toegestaan.

  • 7.

    het aantal verkeersbewegingen en de omvang van de benodigde ruimte maakt het niet noodzakelijk om extra parkeervoorzieningen te treffen, een wegafsluiting is mogelijk mits er zich geen route voor het openbaar vervoer bevindt of de weg geen ontsluitende functie heeft.

  • 8.

    het evenement vindt plaats op één locatie en op één dag. Voor kleinschalige ongeregelde kindersnuffelmarktjes in de buitenlucht en evenementen in een kerk die binnen het meldingskader vallen geldt maximaal 5 dagen (al dan niet aaneengesloten).

  • 9.

    het in de openlucht aanleggen, stoken of hebben van vuur is beperkt tot verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke en/of vuur voor koken, bakken en braden (barbecue), als dat geen gevaar oplevert voor de omgeving.

  • 10.

    er is geen sprake van het plaatsen van voorwerpen, anders dan het plaatsen van  maximaal 20 dranghekken en andere kleinschalige voorwerpen zoals een barbecue, (enkele)tuinstoelen, kleinschalige uitstalling van ongeregelde goederen, een vlaggenmast, enkele partytenten en maximaal 4 kramen. Er mogen geen tenten, podia en andersoortige tijdelijke bouwwerken of vergelijkbare voorwerpen worden geplaatst.

  • 11.

    de belangen van artikel 2.25 en artikel 1:8 Apv zijn niet in het geding. Is dit wel het geval dan kan de burgemeester bepalen dat alsnog een evenementvergunning vereist is.

Artikel 4 Vergunningplichtig evenement

Een evenement is vergunningplichtig als aan de volgende criteria is voldaan:

 

  • 1.

    Een evenement dat niet voldoet aan de criteria van een vergunningvrij- en meldingplichtig evenement is vergunningplichtig.

  • 2.

    Een evenement in een inrichting als de activiteiten tijdens dat evenement niet behoren tot de reguliere exploitatie van deze inrichting en niet passend zijn(uitgezonderd artikel 3 lid 3 van deze beleidsregels).

  • 3.

    Voor een vergunningplichtig evenement gelden de volgende eindtijden:

    • a.

      eindtijd van het evenement:

      - van zondag tot en met donderdag: 24.00 uur.

      - van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag: 01.00 uur.

    • b.

      eindtijd van muziek:

      - van zondag tot en met donderdag: 23.00 uur.

      - van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag: 24.00 uur.

    • c.

      op 300 meter vanaf de grens van de bebouwde kom wordt de eindtijd van het evenement en de muziek met één uur verlengd.

       

      Een afwijkende eindtijd van evenement en/of muziek is alleen mogelijk als de woon- en leefsituatie in de omgeving van het evenement of de opebnare orde naar het oordeel van de burgemeester niet op een ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed .

  • 4.

    Een vergunningplichtig evenement is een groot evenement als één of meer van de volgende omstandigheden zich voordoen:

    • a.

      het evenement heeft een bovenlokaal karakter (niet wijk-, buurt- of dorpgebonden);

    • b.

      er is naar verwachting een grote toeloop van publiek: het aantal deelnemers en bezoekers is gedurende het gehele evenement samen (totaal gedurende het gehele evenement) meer dan 5.000 mensen;

    • c.

      inzet van politie is noodzakelijk, op basis van politie-advies;

    • d.

      inzet van overige hulpverlenende diensten is noodzakelijk;

    • e.

      er vinden veel verkeersbewegingen plaats: de verkeersveiligheid kan in het gedrang komen en/of er kunnen problemen ontstaan met parkeren;

    • f.

      de openbare zedelijkheid of gezondheid is naar verwachting in het geding;

    • g.

      de mogelijkheid van wanordelijkheden is reëel aanwezig;

    • h.

      er kan grote overlast voor de omgeving ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van geluid, afzetten van veel straten en dergelijke.

  • 5.

    De vergunningverlening voor een groot evenement vindt altijd plaats op advies van en in overleg met het coördinatieteam grote evenementen.

  • 6.

    Het coördinatieteam grote evenementen classificeert het evenement conform het Uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen van de taakgroep grote evenementen van de Veiligheidsregio Zeeland.

  • 7.

    Het coördinatieteam grote evenementen is bevoegd te adviseren dat een vergunningplichtig evenement dat niet als een groot evenement is aan te merken, toch onder verantwoordelijkheid van het coördinatieteam grote evenementen wordt afgehandeld.

  • 8.

    Het coördinatieteam grote evenementen is bevoegd te adviseren dat een evenement projectmatig wordt opgepakt ( organisatie, politie, veiligheidsregio, gemeente, derden).

Hoofdstuk 3 Geluid5

Artikel 5 Evenementen en geluid

Voor een vergunningplichtig- en meldingplichtig evenement gelden de volgende geluidsnormen:

  • 1.

    Maximaal toegestaan is een feitelijk gemeten geluidsdrukniveau van 75 LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen.

  • 2.

    Bij herkenbaar muziekgeluid wordt geen (bedrijfs-)duurcorrectie toegepast.

  • 3.

    De burgemeester kan een geluidslimiter verplicht stellen.

  • 4.

    De burgemeester kan, indien een melding incidentele festiviteit is ingediend, voor de geluidsvoorschriften verwijzen naar de geluidsnormen uit de bevestiging van die melding. Voor buitenactiviteiten die aan een inrichting zijn gekoppeld kan de burgemeester aanvullende geluidsvoorschriften voor die buitenactiviteiten opnemen.

Artikel 6 Incidentele festiviteiten- ontheffing van het sluitingsuur

  • 1.

    Ter uitwerking van artikel 4:3 van de Apv houdt de burgemeester rekening met het maximaal in te dienen aantal meldingen van 12 per jaar en 2 per maand (12 dagenregeling).

  • 2.

    Ter uitwerking van artikel 2:29 lid 5 van de Apv houdt de burgemeester rekening met het maximaal in te dienen aantal verzoeken voor ontheffing van het sluitignsuur voor dorpshuizen en strandpaviljoensv an maximaal 12 per jaar en maximaal 2 per maand.

Hoofdstuk 4 Evenementen: algemene uitgangspunten

Artikel 7 Algemene uitgangspunten

  • 1.

    Per locatie worden minimaal twee rustweekenden (zaterdag en zondag) per vier weken aangehouden, met uitzondering van de maanden juni, juli en augustus.

  • 2.

    Per locatie wordt een periode van minimaal 6 dagen aangehouden tussen twee grote evenementen, tenzij sprake is van een historisch gegroeide samenloop van evenementen en de woon- en leefsituatie in de omgeving van het evenement of de openbare orde niet op een ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 3.

    Als in een kern een groot evenement plaatsvindt, is het niet toegestaan in een naastgelegen kern een groot evenement te organiseren, tenzij gehoord het advies van het coördinatieteam grote evenementen de woon- en leefsituatie in de omgeving van het evenement of de openbare orde niet op een ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    In het belang van openbare orde en veiligheid geldt dat de burgemeester de samenloop van evenementen in verschillende kernen kan verbieden als die samenloop een te groot beroep doet op de toezichtrol van de gemeente en/of politie.

  • 5.

    Evenementen vinden in beginsel niet op openbare parkeerplaatsen plaats. Eventueel dienen ingebruik genomen parkeerplaatsen te worden gecompenseerd door de organisator door elders parkeerruimte te creëren.

  • 6.

    Een evenement duurt maximaal 4 achtereenvolgende dagen, uitgezonderd particuliere kermissen, circussen, kerstevenementen gecombineerd met een schaatsbaan en sportactiviteiten op het strand, zoals opgenomen in de beleidsnota zonering en ontwikkelingskader strand.

  • 7.

    De burgemeester kan afwijken van lid 6 als dit naar zijn oordeel van belang is gelet op de specifieke kenmerken van het evenement en het evenement een aanvulling is op het huidige aanbod aan soorten evenementen.

  • 8.

    In het belang van openbare orde en veiligheid geldt voor de volgende evenementen een ongewenste samenloop in dezelfde kern:

    - Ringpromotie Burgh-Haamstede en autostuntshowevenementen

    Kermis(sen) en geregelde en ongerelde snuffelmarkten in de buitenlucht

    - Wielerronde(n) en geregelde en ongerelde snuffelmarkten in de buitenlucht

    - Zierikzeese Dagen en circus- of autostuntshowevenementen.

Artikel 8 Evenementenkalender

  • 1.

    De organisator van een vergunningplichtig evenement, vanaf 1.000 bezoekers of als sprake is van een jaarlijks terugkerend evenement moet deze in het jaar voorafgaande aan het evenement uiterlijk 30 november aanmelden bij de VVV.

  • 2.

    De VVV stuurt de evenementenkalender uiterlijk 1 december naar de burgemeester.

  • 3.

    De burgemeester stelt de evenementenkalender vast (aangevuld met evenementen welke bij de burgemeester voor 1 december zijn aangemeld) en stuurt de kalender uiterlijk 5 december naar de politie en Veiligheidsregio Zeeland voor opname in de capaciteitsplanning van het volgende jaar. Uitvoering hiervan geschiedt door het coördinatieteam grote evenementen.

Hoofdstuk 5 Specifieke evenementen

Artikel 9 Ongeregelde (snuffel-)markten

  • 1.

    Ter voorkoming en beperking van overlast zijn per kern, met uitzondering van Zierikzee, maximaal 10 ongeregelde snuffelmarkten (buiten gebouwen) per jaar toegestaan.

  • 2.

    Gelet op de centrumfunctie van Zierikzee zijn in Zierikzee maximaal 25 ongeregelde snuffelmarkten per jaar toegestaan.

  • 3.

    Aan de vergunning voor een ongeregelde snuffelmarkt wordt het voorschrift verbonden dat geen geregelde goederen worden aangeboden.

Artikel 10 Geregelde (snuffel-)markten

  • 1.

    Een vergunning voor een geregelde snuffelmarkt wordt alleen verleend als deze plaatsvindt in de bebouwde kom van één van de kernen.

  • 2.

    Voor de kernen waarin de (gemeentelijke) markten, ingesteld op grond van artikel 160  eerste lid, onder h van de Gemeentewet worden gehouden (Renesse en Zierikzee) wordt, met uitzondering van het bepaalde in lid 6, voor de periode juni tot en met september slechts één geregelde snuffelmarkt per kern vergund.

  • 3.

    Voor de kernen waarin de (gemeentelijke) markten, ingesteld op grond van artikel 160  eerste lid, onder h van de Gemeentewet worden gehouden (Renesse en Zierikzee) worden, met uitzondering van het bepaalde in lid 6, voor de periode oktober tot en met mei maximaal twee geregelde snuffelmarkten per kern vergund. Deze mogen niet binnen twee weken na elkaar plaatsvinden.

  • 4.

    Voor de overige kernen worden voor een kalenderjaar maximaal vier geregelde snuffelmarkten per kern vergund, uitgezonderd Burgh Haamstede daar mogen er zes plaatsvinden. De markten mogen niet binnen twee weken na elkaar plaatsvinden.

  • 5.

    Er wordt voor maximaal één geregelde snuffelmarkt per dag voor de gehele gemeente Schouwen-Duiveland vergunning verleend (geregelde snuffelmarkten binnen historisch gegroeide evenementen als Burghse Dag, Brouwse Dag en Visserijdagen en kerstmarkten uitgezonderd).

  • 6.

    Ter bevordering van het toeristisch product en de leefbaarheid in de kernen wordt, in afwijking van lid 2, 3 en 4, aan de eilandelijke ondernemersverenigingen vergunning verleend voor maximaal tien geregelde snuffelmarkten per jaar per kern. Hieronder vallen ook geregelde snuffelmarkten tijdens of in combinatie met een evenement. Deze mogen eenmaal per week plaatsvinden (avondmarkten eenmaal per twee weken).

  • 7.

    De in lid 6 genoemde geregelde snuffelmarkten dienen zich te onderscheiden van de gemeentelijke week-en seizoensmarkt door de markt met minstens één kraam met streekproducten in te laten richten en /of met minstens één toeristische activiteit (zoals oude ambachten) en/of minstens één evenementattractie in te vullen of door deze markten als themamarkt te organiseren. Op themamarkten worden uitsluitend  themagebonden producten aangeboden (bijvoorbeeld een boekenmarkt of nautische markt).

  • 8.

    De burgemeester kan een deelnemerslijst opvragen ter controle van het geregelde in lid 7.

  • 9.

    In het teken van de seizoensverlenging verleent de burgemeester, indien het maximum aantal snuffelmarkten per jaar voor een kern is bereikt, in de maand december per kern nog vergunningen voor kerstmarkten (ongeacht of deze geregeld dan wel ongeregeld zijn). Hierbij geldt niet de maximering van één geregelde snuffelmarkt per dag voor de gehele gemeente Schouwen-Duiveland.

  • 10.

    Gelet op de grote toeloop van publiek dient de organisator van een geregelde snuffelmarkt, indien de burgemeester dit verlangt, de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid te bevorderen door de inzet van verkeersregelaars.

Artikel 11 Avondmarkten

  • 1.

    Per kern wordt met inachtneming van artikel 10 vergunning verleend voor maximaal één avondmarkt per twee weken tijdens de periode van juli tot en met september.

  • 2.

    Avondmarkten mogen, gelet op het karakter van dergelijke markten en in verband met het woon en leefgenot, alleen op een vrijdag of zaterdag plaatsvinden.

  • 3.

    Vergunningen voor avondmarkten worden afgestemd op de data van reguliere evenementen aanwezig op de evenementenkalender van de VVV. Er mag geen overlapping met evenementen in dezelfde kern zijn, ook niet als deze evenementen tijdens de daguren plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld de Burghse Dag of de Wielerronde te Burgh-Haamstede.

  • 4.

    Opbouw van kramen en uitstallingen bij avondmarkten mag pas vanaf 16.00 uur geschieden, de markt moet om 24.00 uur eindigen en het marktterrein moet uiterlijk 01.30 van de dag erop geheel zijn ontruimd en schoongemaakt.

Artikel 12 Evenementen op strand en water

  • 1.

    Een evenement op het strand of op het water, inclusief binnenwateren, is in beginsel vergunningplichtig. Viswedstrijden zijn vergunningvrij mits dat geen (inter)nationale kampioenschappen zijn.

  • 2.

    Lid 1 is, gelet op de 3e wijziging beleidsnota Zonering en ontwikkelingskader strand, ook van toepassing op niet-bedrijfsmatige of incidentele sportactiviteiten op het strand.

  • 3.

    Evenementen op (party)boten, vanaf 50 bezoekers, met elektronisch versterkte muziek of mechanische muziek en die plaatsvinden binnen de op grond van de Natuurbeschermingswet als stiltegebied aangewezen wateren, zijn niet toegestaan.

Artikel 13 Circussen en autostuntshows (monstertruckshow)

  • 1.

    Per kern worden maximaal 2 vergunningen per jaar verleend voor een circusvoorstelling.

  • 2.

    Circusvoorstellingen in één kern mogen niet in dezelfde maand plaatsvinden.

  • 3.

    Circusvoorstellingen in verschillende kernen mogen wel in dezelfde maand plaatsvinden.

  • 4.

    Een circusvoorstelling duurt maximaal zes dagen en tussen twee voorstellingen in verschillende maanden moet een minimum periode van 14 dagen zitten.

  • 5.

    Als er meer gegadigden zijn voor een voorstelling in een kern in één maand, dan gaat degene die het voorafgaande jaar geen vergunning heeft gehad voor die kern, voor op degene die wel vergunning heeft gehad voor die kern(roulatie).

  • 6.

    Kan lid 5 niet worden toegepast, dan wordt geloot.

  • 7.

    Bij een circuslocatie dient voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers te zijn.

  • 8.

    Een circus op het Transferium te Renesse is niet toegestaan.

  • 9.

    Artikel 13 lid 1 tot en met 6 is niet van toepassing op uitkoopvoorstellingen.

  • 10.

    Voor autostuntshows geldt dat er één vergunning per kern per jaar wordt verstrekt.

  • 11.

    Als er meer gegadigden zijn voor een autostuntshowvoorstelling in een kern in een jaar, dan gaat degene die het voorafgaande jaar geen vergunning heeft gehad voor die kern, voor op degene die wel vergunning heeft gehad voor die kern(roulatie).

  • 12.

    Kan lid 11 niet worden toegepast, dan wordt geloot.

  • 13.

    Autostuntshowvoorstellingen mogen niet op de openbare parkeerterreinen plaatsvinden.

Hoofdstuk 6 Melding en aanvraag

Artikel 14 Meldingplichtig evenement

  • 1.

    Voor een meldingplichtig evenement geldt de procedure zoals omschreven in de procesbeschrijving “evenementen”.

  • 2.

    Voor meldingen stelt de burgemeester een standaardmeldingsformulier vast.

  • 3.

    Meldingplichtige evenementen moeten uiterlijk drie weken vóór het tijdstip van het evenement zijn gemeld.

  • 4.

    Een melding bevestigt de burgemeester met toepassing van het standaardbevestigingsformulier.

  • 5.

    De burgemeester is in het belang van de woon- en leefsituatie in de omgeving van het evenement en/of de openbare orde, bevoegd een melding te weigeren of te bepalen dat sprake is van een vergunningplichtig evenement.

  • 6.

    Indien bij de melding blijkt dat het evenement toch niet conform de geldende gebruiksvergunning of -melding op grond van het Bouwbesluit 2012 plaatsvindt dan is de burgemeester bevoegd een melding te weigeren of te bepalen dat sprake is van een vergunningplichtig evenement.

Artikel 15 Aanvraag vergunningplichtig evenement

  • 1.

    Voor vergunningplichtige evenementen stelt de burgemeester een standaardaanvraagformulier vast.

  • 2.

    Aanvragen ingediend anders dan op dit standaardformulier zijn niet-ontvankelijk.

  • 3.

    Niet-ontvankelijke aanvragen neemt de burgemeester op grond van artikel 4:5 van de Awb niet in behandeling.

  • 4.

    Een vergunningaanvraag voor een vergunningplichtig evenement moet uiterlijk 1 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt met het standaardaanvraagformulier bij de burgemeester zijn ingediend.

  • 5.

    Aanvragen voor vergunningplichtige evenementen ingediend na 1 december worden alleen ingepast als er ruimte overblijft, nadat de jaarlijks terugkerende vergunningplichtige evenementen, voorkomend op de evenementenkalender en aangevraagd uiterlijk 1 december, zijn vergund.

  • 6.

    Is lid 5 van toepassing dan hanteert de burgemeester een uiterlijke indieningtermijn van acht weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt.

  • 7.

    Bij aanvragen voor vergunningplichtige evenementen, ingediend op minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt, kan de burgemeester besluiten, op grond van artikel 1:2 van de Apv, om de aanvraag niet te behandelen. Ook bij aanpassingen van de aanvraag, ingediend binnen 3 weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt, kan de burgemeester besluiten deze niet te behandelen. De burgemeester behandelt de aanvraag in ieder geval niet als op advies van het coördinatieteam grote evenementen blijkt dat binnen een te kort tijdsbestek geen weloverwogen besluit kan worden genomen dan wel als de openbare orde en veiligheid zich hiertegen verzet.  

  • 8.

    Aanvragen voor grote evenementen ingediend na 1 december van het jaar voorafgaande aan het evenement, worden niet in behandeling genomen, tenzij op advies van het coördinatieteam grote evenementen, de openbare orde en veiligheid tijdens het evenement in voldoende mate is gewaarborgd.

  • 9.

    Zijn voor een locatie meer aanvragen voor een vergunningplichtig evenement ingediend, dan vindt een loting plaats, met uitzondering voor circussen. Daarop is artikel 13 van toepassing.

  • 10.

    Een loting blijft achterwege als op advies van het coördinatieteam grote evenementen, ondanks samenloop van evenementen, de openbare orde en veiligheid in voldoende mate is gewaarborgd.

  • 11.

    Voordat een loting plaatsvindt, maakt de burgemeester onderscheid in vergunningaanvragen voor commerciële en niet commerciële evenementen, historisch gegroeide evenementen en de geregelde snuffelmarkten van ondernemersverenigingen.

    Niet commerciële- en historisch gegroeide evenementen hebben in beginsel voorrang  boven commerciële evenementen en historisch gegroeide boven niet commerciële. De geregelde snuffelmarkten van ondernemersverenigingen hebben voorrang boven de   de geregelde snuffelmarkten van andere organisatoren.

  • 12.

    De gemaximeerde vergunningen voor geregelde snuffelmarkten worden gelijkelijk verdeeld onder de aanvragers, zo nodig wordt geloot.

  • 13.

    Voor jaarlijks terugkerende evenementen, die voorkomen op de evenementenkalender en uiterlijk 1 december op het standaardaanvraagformulier zijn aangevraagd, hoeft een organisator alleen het voorblad van dit formulier in te vullen, als het evenement geheel hetzelfde is als in het voorafgaande jaar en het evenement op dezelfde locatie plaatsvindt.

  • 14.

    Blijkt uit de beoordeling van de aanvraag onder lid 13 dat deze toch wezenlijk afwijkt van de aanvraag van het voorafgaande jaar, dan biedt de burgemeester de organisator een hersteltermijn van twee weken om alsnog het standaardaanvraagformulier volledig ingevuld en ondertekend te retourneren. Ook kan de burgemeester, gelet op de specifieke kenmerken van een evenement en in het belang van openbare orde en veiligheid, eisen dat alsnog het standaardaanvraagformulier volledig ingevuld moet worden.

  • 15.

    Blijkt een bij nader inzien vergunningvrij of meldingsplichtig evenement in een gebouw of inrichting toch vergunningplichtig te zijn, omdat het toch niet conform het bestemmingsplan, de geldende gebruiksvergunning of melding op grond van het bouwbesluit 2012 plaatsvindt dan dient de organisator alsnog tijdig een evenementenvergunning aan te vragen.

Hoofdstuk 7 Risico-analyse Uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen (Veiligheidsregio Zeeland

Artikel 16 Veiligheids-, mobiliteits- milieuplan

  • 1.

    Het coördinatieteam grote evenementen bepaalt aan de hand van het uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen (Veiligheidsregio Zeeland) hoe een evenement wordt geclassificeerd:

    - A, de eenvoudigste vorm van een groot evenement;

    - B, groot evenement met een gemiddeld risico;

    - C, groot evenement met een sterk verhoogd risico.

  • 2.

    Voor een groot evenement moet een veiligheidsplan worden ingediend.

  • 3.

    Het coördinatieteam grote evenementen kan de burgemeester adviseren dat voor een evenement dat niet onder de criteria van een groot evenement valt en vanuit overwegingen van veiligheid, toch een veiligheidsplan verplicht is.

  • 4.

    In afwijking van artikel 15 lid 4 mag een organisator het veiligheidsplan wel na 1 december van het jaar voorafgaand aan het evenement indienen.

  • 5.

    Het coördinatieteam grote evenementen bepaalt in overleg met de organisator en eventueel met de taakgroep grote evenementen, wanneer het veiligheidsplan uiterlijk moet zijn ingediend en wanneer de organisator dit plan, samen met het coördinatieteam grote evenementen, doorneemt.

  • 6.

    De burgemeester stelt aan organisatoren een standaardveiligheidsplan beschikbaar voor een groot evenement.

  • 7.

    Gelet op de gevolgen op het gebied van verkeersveiligheid kan het coördinatieteam grote evenementen een mobiliteitsplan verplicht stellen, waarin aspecten over verkeersveiligheid en parkeren zijn opgenomen. Een mobiliteitsplan kan onderdeel zijn van het veiligheidsplan.

  • 8.

    Gelet op mogelijke gevolgen voor het milieu kan het coördinatieteam grote evenementen een milieuplan verplicht stellen, waarin aspecten over het milieu zijn opgenomen. Een milieuplan kan onderdeel zijn van het veiligheidsplan.

  • 9.

    Het niet (tijdig) indienen van een veiligheidsplan kan, na het bieden van een hersteltermijn van veertien kalenderdagen, leiden tot intrekking of weigering van de vergunning. Dit geldt ook als een veiligheidsplan niet aan de gestelde eisen voldoet.

  • 10.

    Het veiligheidsplan maakt onlosmakelijk deel uit van de vergunning.

  • 11.

    In een veiligheidsplan wordt in ieder geval opgenomen:

     

  • - algemene gegevens, bestaande uit: naam van de vergunninghouder, beschrijving van het evenement, doelgroep, verwachte bezoekersaantallen, data en programma (inclusief artiesten) ingedeeld in dagen en tijden en datum en tijdstip van de start opbouw van het evenement;

  • - coördinatoren/aanspreekpunten, inclusief 06-nummers, belast met de organisatie;

  • - coördinator/leiding veiligheid namens de organisator, inclusief 06-nummer. Dit kan een bureau zijn met een vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • - aantal toezichthouders of beveiligers namens de organisator;

  • -brandveiligheid: calamiteitenroute, aantal en locatie vluchtwegen, aanwezigheid blusmiddelen etc.

  • - verkeersveiligheid: bijvoorbeeld kramen, wegafzettingen, routering, toegangscontrole, verkeersregelaars, parkeren;

  • - openbaar vervoer: omleidingen openbaar vervoer;

  • - horeca: verstrekken zwakalcoholhoudende dranken en bezit Verklaring Sociale Hygiëne (SVH-verklaring), sluitingstijden horeca etc;

  • - vuurwerk;

  • - milieu-aspecten: verwijdering afval;

  • - taken en verantwoordelijkheden organisator bij een crisissituatie;

  • - contactpersoon gemeente Schouwen-Duiveland.

Hoofdstuk 8 Vergunning en voorschriften

Artikel 17 Vergunning

  • 1.

    Aan een vergunningplichtig evenement verbindt de burgemeester een standaardvergunning met voorschriften. Aan de vergunning kan de burgemeester nadere voorschriften verbinden.

  • 2.

    Voor vergunningplichtige evenementen wordt de procedure toegepast zoals omschreven in de procesbeschrijving evenementen.

  • 3.

    De burgemeester streeft er naar alle aanvragen voor grote evenementen die uiterlijk 1 december van het voorafgaande jaar zijn ingediend, uiterlijk 1 maart van het jaar waarin de evenementen plaatsvinden, af te handelen. Vindt het evenement vóór 1 maart plaats, dan geldt de afhandelingtermijn van lid 4.

  • 4.

    Aanvragen die na 1 december zijn ingediend, tot uiterlijk acht weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt, worden uiterlijk twee weken vóór dit tijdstip afgehandeld.

  • 5.

    Indien de houder van een evenementenvergunning daarvan geen gebruik wenst te maken dient deze dat uiterlijk 48 uren van tevoren bij de burgemeester te melden.

Artikel 18 Nadere eisen te stellen aan de vergunning

Gezondheid en hygiëne:

  • 1.

    Teneinde de zedelijkheid en gezondheid tijdens een evenement te waarborgen kan de burgemeester, gezien het advies van de GGD,GHOR, Veiligheidsregio Zeeland en het coördinatieteam grote evenementen, eisen stellen op het gebied van gezondheid en hygiëne, zoals EHBO, het aantal toiletten/sanitaire voorzieningen en dergelijke.

Verkeersmaatregelen en parkeercapaciteit:

  • 2.

    Bij afsluiting van één of meer straten of wegen, draagt de burgemeester zorg voor het nemen van een verkeersbesluit door burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Een verkeersbesluit wordt gelijktijdig met een evenementvergunning gepubliceerd en in afschrift verzonden aan de openbaar vervoerbedrijven en hulpdiensten.

  • 4.

    Verkeerstekens die worden geplaatst of verwijderd krachtens een verkeersbesluit worden op basis van artikel 152 van de Wegenverkeerswet 1994 geplaatst of verwijderd op kosten van het gezag dat het verkeersbesluit heeft genomen.

  • 5.

    Bij het regelen van het verkeer moet een organisator een of meerdere op grond van de Regeling verkeersregelaars 2009 erkende verkeersregelaar(s) inzetten.

  • 6.

    De burgemeester kan de aanvraag voor vergunning toetsen aan de mate waarin de organisator haar bezoekers van parkeerplaatsen kan voorzien.

  • 7.

    Evenementen vinden bij voorkeur niet op openbare parkeerplaatsen plaats.

  • 8.

    Vindt een evenement toch op een openbare parkeerplaats plaats dan kan de burgemeester verlangen dat de organisator het verlies aan parkeercapaciteit compenseert door elders in de nabije omgeving een openbare parkeerplaats te creëren.

  • 9.

    De burgemeester kan van een organisator van een evenement waarbij kermisattracties zijn opgenomen verlangen dat de salon- en pakwagens van deze attracties op het parkeer- en evenemententerrein Hatfieldpark te Zierikzee worden geplaatst.

 

Toezicht:

  • 10.

    De organisator van een evenement moet zorgen voor voldoende toezicht tijdens het evenement.

  • 11.

    Teneinde de veiligheid tijdens een evenement te waarborgen stelt de burgemeester voor vergunningplichtige evenementen eisen aan het aantal toezichthouders en beveiligers.

     

Brandveiligheid:

  • 12.

    De burgemeester verbindt aan een vergunningplichtig evenement algemene en specifieke brandveiligheidseisen, zoals opgenomen in het Uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen en de Algemene plaatselijke verordening.

  • 13.

    Indien bij een evenement het gebruik van vuurwerk is voorzien dient hiervoor een vergunning van Gedeputeerde Staten van Zeeland te worden verkregen.

  • 14.

    Is een tijdelijke gebruiksvergunning vereist voor tenten voor meer dan 50 personen, dan integreert de burgemeester deze voorschriften in de evenementvergunning.

     

Verstrekking van zwakalcoholhoudende dranken en de Zondagswet

  • 15.

    De burgemeester hanteert beleidsregels teneinde de ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank en Horecawet te verstrekken.

  • 16.

    De burgemeester houdt bij de vergunningverlening rekening met de bepalingen in de Zondagswet.

  • 17.

    Onverminderd de bepalingen in de Zondagswet mag de opbouw van een evenement in de nabijheid van een kerk niet eerder aanvangen dan een uur na afloop van de kerkdienst in die kerk.

 

Hoofdstuk 9 Controle, toezicht en handhaving

Artikel 19 Controle en toezicht

Gemeentelijke controles op evenementen moeten zoveel mogelijk integraal plaatsvinden.

Artikel 20 Handhaving

1.

Het houden van een evenement zonder vergunning of melding, alsmede overtreding van voorschriften, kan bestuursrechtelijk en/of strafrechtelijk worden gesanctioneerd.

 

2.

Bij bestuursrechtelijke handhaving kan de burgemeester besluiten tot het toepassen van een (spoedeisende) last onder bestuursdwang, hetgeen kan leiden tot geheel of gedeeltelijke stillegging van het evenement.  Ook kan de burgemeester besluiten tot het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom.

 

3.

Bestuursrechtelijke handhavingbesluiten (last onder bestuursdwang of last onder dwangsom) laat de burgemeester altijd voorafgaan door een mondelinge of schriftelijke waarschuwing waarin een redelijke hersteltermijn wordt geboden.

 

4.

De burgemeester kan in ieder geval de volgende overtredingen sanctioneren:

 

1. Houden van een evenement zonder vergunning of melding.

 

2. Bij onveilige situaties, zoals te veel bezoekers of ondeugdelijke verblijven

 en/of installaties.

 

3. Overschrijden van de eindtijd van het evenement.

 

4. Overschrijden van de eindtijd van de muziek.

 

5. Overschrijden van de geluidsnormen.

 

6. Niet naleven van aan de vergunning verbonden voorschriften.

 

7. Niet schoon opleveren van het evenemententerrein.

 

8. Plaatsen van illegale (reclame)borden.

 

9. Verkoop van geregelde goederen op een ongeregelde snuffelmarkt.

 

Hoofdstuk 10 Klachten en evaluatie

Artikel 21 Klachten en evaluatie

  • 1.

    Alle klachten en meldingen over overlast als gevolg van evenementen registreert de burgemeester centraal.

  • 2.

    De burgemeester beoordeelt aan de hand van deze klachten en meldingen of handhavingsacties, al dan niet voor een volgend evenement, noodzakelijk zijn.

  • 3.

    Bij een klacht of melding over overlast stelt de burgemeester de klager altijd schriftelijk op de hoogte over de afhandeling van de klacht of melding.

  • 4.

    De burgemeester evalueert de beleidsregels aan de hand van de klachtenregistratie vierjaarlijks.

Artikel 22 Intrekking beleidsregels 2006

De beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2006, sindsdien gewijzigd, worden ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels evenementen 2012.

Artikel 23 Overgangsrecht

Vergunningaanvragen of meldingen die voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn ingediend  maar waarop nog niet is beschikt worden aan de beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012 getoetst.

Hoofdstuk 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels evenementen gemeente Schouwen-Duiveland 2012” en treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Zierikzee, 20 november 2012.

G.C.G.M. Rabelink, burgemeester

Nota-toelichting

Toelichting beleidsregels per artikel

 

Als achtergrondinformatie op de beleidsregels vindt u hieronder per artikel een toelichting.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen:

Algemene plaatselijke verordening (Apv) gemeente Schouwen-Duiveland

Evenementen zijn geregeld in de Apv. Volgens artikel 2:24 Apv is een evenement ‘elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Artikel 2:25 lid 1 Apv stelt dat het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. De burgemeester kan op grond van artikel 1:8 van de Apv een vergunning voor een evenement weigeren in het belang van:

  • 1.

    de openbare orde

  • 2.

    de openbare veiligheid

  • 3.

    de volksgezondheid

  • 4.

    de bescherming van het milieu.

 

Met de Apv kan de burgemeester nog vergunning verlenen voor een snuffelmarkt ingevolge artikel 5:23 Apv.

 

Deregulering

De burgemeester koos er in 2005 al voor om alle evenementen (ook optochten en wedstrijden op de openbare weg) met toepassing van artikel 2:25 Apv te vergunnen en er geen aparte Apv artikelen voor op te laten nemen door de gemeenteraad. Artikel 5:23 Apv is op snuffelmarkten van toepassing, omdat hiervoor andere weigeringsgronden gelden, zoals de bescherming van gemeentelijke markten.

 

Openbare plaats en toegankelijkheid voor het publiek

De gemeente kan in het kader van de Apv geen regels stellen voor activiteiten die elk karakter van openbaarheid missen, zoals een verjaarsfeestje binnenshuis en/of in de tuin of een bruiloftsfeest in een feesttent op het erf. Deze activiteiten in de privésfeer vinden immers niet plaats op of aan een openbare plaats en zijn niet voor het publiek toegankelijk. Wel blijft ook bij dergelijke activiteiten brandveiligheid belangrijk; wordt bijvoorbeeld een tent voor meer dan 50 personen geplaatst, dan is de Brandbeveiligings-verordening van toepassing1. Voor feesten op of aan een openbare plaats òf die (al dan niet tegen betaling) voor het publiek toegankelijk zijn, is wel een vergunning nodig. Is sprake van een feest dat niet voor (alle) publiek toegankelijk is, maar dat wel op of aan de weg plaatsvindt, of is sprake van een voor (alle) publiek toegankelijk feest, dan geldt artikel 2:25. Apv.

 

Organisatoren trachten soms met de term ‘besloten’, onder de vergunningplicht uit te komen, bijvoorbeeld met toegangskaarten, al dan niet tegen betaling. Dit neemt niet weg dat sprake is van een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Wat betreft het begrip locatie van artikel 1 sub g, wordt in de uitvoering aansluiting gezocht bij het zogenaamde ‘afstands- en zichtscriterium’ dat in de vaste jurisprudentie wordt gehanteerd bij de bepaling of iemand door een besluit rechtstreeks in zijn belangen is getroffen en derhalve als belanghebbende bij een besluit kan worden aangemerkt.

 

Commerciële en niet commerciële evenementen

De gemeente heeft ervoor gekozen de definitie van het begrip commercieel evenement opnieuw te definiëren. In de 1e wijziging beleidsregels evenementen Schouwen Duiveland 2006 was het type organisator bepalend. Stichtingen en verenigingen waren per definitie niet commercieel. Het belang daarvan was dat niet commerciële evenementorganisatoren voordelen ontvingen in de zin van een lager precariotarief (het laagste tarief) en op 10 of 20 uren gratis ondersteuning van de dienst Openbare Werken, nu uitvoeringsbedrijf Openbare Ruimte.

De afgelopen jaren zien we echter een beeld dat de ondernemersverenigingen meerdere geregelde snuffelmarkten organiseren welke een sterk commercieel karakter hebben terwijl niet duidelijk is dat een substantieel deel van de opbrengst ten goede komt aan de leefbaarheid van de kernen of het organiseren van andere evenementen. Ook zien we jaarlijks terugkerende grote dorpsevenementen die voor het merendeel bestaan uit een geregelde snuffelmarkt en een kermis. De vraag is of dergelijke evenementen, als die zich in het geheel als geregelde snuffelmarkt of andere evenementcomponenten met een sterk commercieel karakter gaan ontwikkelen, de faciliteiten die de gemeente ze geeft in de 10 uren regeling dan ook niet zelf kunnen bekostigen.

De vraag dient zich aan of een gereduceerd precariotarief dat vooral voor de niet commerciële kleinere evenementen en initiatieven in het leven is geroepen hier op zijn plaats is. Door het karakter van het evenement nu bepalend te maken komt de ondersteuning binnen de 10 uren regeling en de tegemoetkoming in het precariotarief terecht bij de partijen die er werkelijk behoefte aan hebben.

 

Binnen deze nieuwe beleidsregels komen evenementenorganisatoren alleen nog voor gratis facilitaire ondersteuning (dranghekken, vlaggenmasten en verwijderen en terugplaatsen openbaar meubilair) en het gereduceerde precariotarief in aanmerking indien het om een niet commercieel evenement gaat.

 

Een evenement is een niet-commercieel evenement als:

  • 1.

    de orgnisator een instelling, stichting of vereniging is zonder winstoogmerk en de organisator niet een evenementenbureau of professionele organisator (eenmanszaak, BV, NV of V.O.F.) is en

  • 2.

    het evenement niet uit uitsluitend een geregelde snuffelmarkt en/of evenement-en kermisattracties en/of buitentaps of vergelijkbare commerciële activiteiten bestaat.

 

Voor de bekende jaarlijkse evenementen als Brouwse Dag, Burgse Dag, Havendagen en Visserijdagen betekent dit dat ze als niet commercieel evenement worden beschouwd zolang ze hun huidige karakter behouden. Ze bieden enerzijds wel een programma aan met sterk commerciële componenten, zoals kermisattracties, geregelde snuffelmarkten of buitentaps. Echter, daarnaast bieden deze evenementen ook in ruime mate aanvullend vermaak in de vorm van oude ambachten, streekfolklore, vlootdemonstaties of een vuurwerkshow.

 

De gemeente Schouwen Duiveland wenst de ondersteuning van evenementen, niet zijnde de ondersteuning als bedoeld in de 10 uren regeling, vooral in het subsidiebeleid en in de nog vast te stellen Evenementenvisie vorm te geven.

 

De 10 uren regeling

Dit is de gratis ondersteuning door de gemeente ten behoeve van niet commerciële evenementen, bestaande uit het beschikbaar stellen en brengen en halen van dranghekken (niet het uitzetten ervan), vlaggenmasten en het verwijderen en terugplaatsen van openbaar meubilair voor ten hoogste 10 uren en ten hoogste 20 uren bij een meerdaags evenement. Het schoonmaken van een evenemententerrein of het verzamelen en afvoeren van afval vallen hier niet onder. Hiervoor is de organisator zelf verantwoordelijk.

 

Artikel 2 Vergunningvrije evenementen: niet voor publiek toegankelijk en evenementen in een inrichting:

De beleidsregels zijn in beginsel niet van toepassing op evenementen of activiteiten die niet voor publiek toegankelijk zijn of in bedrijven, gebouwen en horeca-inrichtingen.

Deze ‘inrichtingen’ vallen onder het regime van het Activiteitenbesluit (hierna: het Besluit) en de gebruiksvergunning of gebruiksmelding op grond van het Bouwbesluit 2012.

Een evenement in een inrichting is daarom in beginsel vergunningvrij als deze activiteiten behoren tot de reguliere exploitatie van de inrichting of die voor een dergelijke inrichting passend zijn gezien de voorschriften van het bestemmingsplan, de Wet Milieubeheer en de gebruiksvergunning/melding. Het optreden van een band, een thema-feestavond of een houseparty, kunnen wel als evenement worden aangemerkt.

 

Uit een oogpunt van deregulering wil de burgemeester dergelijke, meer incidentele activiteiten, zo veel mogelijk vrijstellen van de vergunningplicht. Hierbij is “geluid” immers vaak de enige overlastgevende factor. Ook brandveiligheid in inrichtingen is belangrijk.

Dit is gewaarborgd met toepassing van het Besluit en de gebruiksvergunning of gebruiksmelding. Daarom zijn ook meer incidentele activiteiten in inrichtingen vergunningvrij. Hiervoor gelden dus wel andere voorschriften, zoals bepaald in het Besluit en de gebruiksvergunning en gebruiksmelding. Voorbeelden zijn:

 

1. incidentele liveoptredens, themafeesten, feestavonden en dergelijke in Drank- en Horecawet inrichtingen, zoals een café, discotheek, of een kantine van een sportvereniging (bijvoorbeeld jaarlijkse feestavond als afsluiting sportseizoen).

2. amateurtoneelvoorstelling of een bridge-avond in een dorpshuis.

3. een huwelijksfeest in een strandpaviljoen.

4. exposities en tentoonstellingen in overheidsgebouwen en ateliers.

 

Een evenementvergunning is wel verplicht als, naar het oordeel van de burgemeester, andere aspecten dan geluid en brandveiligheid in het geding zijn, zoals openbare orde, overlast en dergelijke, kortom de belangen van artikel 2:25 en 1:8 Apv. Dit geldt ook als een evenement niet behoort tot de reguliere exploitatie van een inrichting of als deze voor deze inrichting niet passend zijn. Het is dus niet zo dat alle binnenevenementen evenementvergunningvrij zijn. Zo zijn de volgende binnenevenementen vergunningplichtig:

1. een evenement in een tijdelijk bouwwerk of bouwsel, zoals een tent.

2. een evenement in een inrichting die in principe niet voor deze activiteiten bedoeld is en niet passend zijn, bijvoorbeeld een theatervoorstelling in een sporthal of een live-optreden of houseparty in een landbouwschuur.

3.  een evenement dat geheel of gedeeltelijk buiten een horeca-inrichting plaatsvindt.

 

Terrassen

Op basis van het Besluit en de Drank- en Horecawet, zijn terrassen onderdeel van een horeca-inrichting. De geluidsnormen uit het Besluit ( op grond van de Wet milieubeheer)

gelden voor de inrichting inclusief het terras. De 12-dagenregeling van artikel 4:3 Apv, geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting. Dat heeft tot gevolg dat evenementactiviteiten

op een terras niet van een evenementenvergunning kan worden voorzien. Dat zou strijd opleveren met de Wet milieubeheer.

 

Naast de vergunningvrije evenementen, zoals bijvoorbeeld een besloten tuinfeest of een evenement in een gebouw, zijn er dus evenementen die op een openbare plaats plaatsvinden (en al dan niet voor publiek toegankelijk zijn) en evenementen die niet op een openbare plaats plaatsvinden maar wel voor het publiek toegankelijk zijn. Deze evenementen worden onderscheiden in meldingplichtinge en vergunningplichtige evenementen.

 

Artikel 3 Meldingplichtinge evenementen:

Meldingplichtinge evenementen (tot 250 bezoekers) geven in het algemeen weinig tot geen overlast voor de omgeving. Het gaat om saamhorigheid, leefbaarheid, ontspanning en vermaak op straat-, buurt- of wijkniveau. Voorbeelden zijn:

1. kleinschalige) buurtfeesten

2. kinderactiviteiten, zoals een straatspeeldag

3. beperkte (kinder)snuffelmarkten met maximaal 4 kramen of op kleedjes

buurtbarbecues en dergelijke

 

Dergelijke kleine evenementen zijn beperkt van omvang en tijd, hebben een beperkte geluidsproductie en vinden meestal overdag en/of in de vroege avonduren plaats. Organisatoren melden deze activiteiten vaak vooraf bij buurtbewoners. Gelet op de (zeer) beperkte overlast door deze activiteiten, is geen vergunning vereist. Het melden is voldoende.

 

Plaatsen van voorwerpen op de weg: beperkt in omvang

Bij kleine evenementen komt het vaak voor dat, in beperkte omvang, voorwerpen op de weg worden geplaatst en/of beperkte ondersteuning van de gemeente nodig is. Het plaatsen van maximaal 20 dranghekken en andere kleinschalige voorwerpen zoals een barbecue,

(enkele) tuinstoelen, kleinschalige uitstalling van ongeregelde goederen, een vlaggenmast, enkele partytenten en maximaal 4 kramen is daarom mogelijk. Ook past het afsluiten van de weg (en het nemen van een verkeersbesluit) mits er zich geen route van een openbaarvervoersdienst op bevindt en de weg geen ontsluitingsfunctie heeft, in de meldingsregeling. Bij meer dan 20 dranghekken of bij het plaatsen van andere voorwerpen op de weg, meer dan 4 kramen, podia of andere tijdelijke bouwwerken, is het evenement vergunningplichtig. Dit betekent ook dat precariobelasting geheven kan worden.

 

Zondagswet en kerken

De evenementactiviteiten mogen niet in strijd zijn met de Zondagswet. Dat wil zeggen dat niet ze mogen plaatsvinden voor 13.00 uur op een zondag of op een daarmee gelijkgestelde dag.

 

Een expositie of ongeregelde snuffelmarkt in een kerk is een meldingplichtig evenement indien dit past in de gebruiksmelding of gebruiksvergunning op grond van het Bouwbesluit 2012 en de bestemmingsplanvoorschriften.

 

Artikel 4 Vergunningplichtige evenementen:

Vergunningplichtige evenementen geven door de bezoekersaantallen, geluidsbelasting en bijvoorbeeld verkeersbewegingen meer overlast dan kleine (vergunningvrije- en meldingplichtinge) evenementen. Grote evenementen (meer dan 5.000 bezoekers) zijn evenementen waarvan op basis van de plannen van de organisator en/of uit ervaring, bekend is dat ze een grote belasting voor de omgeving vormen. Het zijn soms evenementen van bovenlokaal belang. Voorbeelden van dergelijke evenementen zijn: Visserijdagen in Bruinisse, de Havendagen in Zierikzee en Concert At Sea.

 Planologische regeling van grote evenementen

Er is nieuwe jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over

(noodzakelijke) planologische regeling van grote jaarlijks terugkerende evenementen.

De gemeente Schouwen-Duiveland zal, mede gelet op deze jurisprudentie, grote jaarlijks terugkerende evenementen planologisch regelen, maar is geen voorstander van extra planologische procedures voor evenementen. Er zal dan ook in beginsel niet gewerkt worden met ontheffingen in omgevingsvergunningen maar met algemene gebruiksbepalingen voor (evenementen)terreinen. Planologische regeling van dergelijke evenementen vindt plaats in het kader van de actualisatie bestemmingsplannen. Inmiddels is een dergelijke regeling al opgenomen in de bestemmingsplannen voor de kernen van Zierikzee en Renesse.

 

Coördinatieteam grote evenementen en taakgroep grote evenementen

Het coördinatieteam grote evenementen coördineert de vergunningverlening. Het is aan dit team om, eventueel in overleg met andere adviserende instanties zoals de GHOR en Veiligheidsregio Zeeland, te beoordelen welke evenementen daadwerkelijk groot zijn en risico’s met zich meedragen zodat in het vergunningenproces, het veiligheidsplan en de vergunning, maatwerk op het gebied van veiligheid kan worden geleverd. Ook het Ministerie van Infrastructuur en Milieu benadrukt het belang van maatwerk.

  

In het coördinatieteam grote evenementen hebben zitting:

 

- Juridisch medewerker vergunningverlening afd. Ruimte en Milieu:

  regie, coördinatie en vergunningverlening

- Brandweer: Officier Preventie en Ambtenaar Openbare orde en Veiligheid(AOV):

  advies veiligheid en brandveiligheid ( incl. leiding projecten)

- Uitvoeringsbedrijf Openbare Ruimte: advies facilitaire ondersteuning

- Politie: openbare orde en veiligheid

- GHOR: advies geneeskundige hulpverlening (bij grote evenementen)

- Veiligheidsregio Zeeland: advies naar behoefte

- Cluster Handhaving gemeente: advies controle en voorschriften.

 

Het coördinatieteam grote evenementen bepaalt aan de hand van het uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen (Veiligheidsregio Zeeland) hoe een evenement wordt geclassificeerd:

 

- A, de eenvoudigste vorm van een groot evenement

- B, groot evenement met een gemiddeld risico

- C, groot evenement met een sterk verhoogd risico.

 

De burgemeester maakt daarbij gebruik van het risicoanalysemodel.

 

Het uitvoeringskader beschrijft  hoe de gemeente de aanvraag van de evenementorganisator voor een vergunning behandelt en hoe de gemeente het evenement qua maatregelen voorbereidt. Anders dan bij de A- en B-evenementen wordt aangegeven dat de gemeente voor een C-evenement bij Veiligheidsregio Zeeland een verzoek voor een interdisciplinair advies moet indienen. Hierbij is van belang dat de Veiligheidsregio Zeeland bij een C-evenement aan de gemeente adviseert om het evenement projectmatig voor te bereiden.

In die projectgroep participeren de vertegenwoordigers van de relevante hulpdiensten, teneinde een goede interdisciplinaire afstemming van de te treffen maatregelen te waarborgen.

 

Het coördinatieteam verzoekt bij B-evenementen naar behoefte andere adviserende afdelingen of instanties deel te nemen in het vooroverleg (monodiciplinair) met de evenementorganisator, bijvoorbeeld de cluster milieu van Ruimte en Milieu (R&M) of de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR).  De cluster milieu adviseert bijvoorbeeld over geluid, afval, bodem- en groenbescherming, energie- en waterbesparing en sanitaire voorzieningen, waarmee de milieubelasting bij een evenement wordt geminimaliseerd.  Bij A-evenementen wordt de aanvraagbehandeling meestal binnen het coördinatieteam afgehandeld.

 

Artikel 5 Vergunningplichtige evenementen en geluid:

Aan evenementen op of aan openbare plaatsen stelt de burgemeester geluidsvoorschriften.

Bij evenementen is de vraag wanneer sprake is van ‘overmatige geluidhinder’. Dit begrip is in de Apv niet uitgewerkt. Voor geluid uit inrichtingen, inclusief terrassen, is voor overmatige geluidhinder bepaald dat tijdens de avondperiode tot 23.00 uur op de gevels van omliggende woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen een gemeten geluidsniveau van 65 LAr,LT aanvaardbaar is[1]. Bij muziekactiviteiten vanaf een terras, in combinatie met een vergunningplichtig evenement in de openlucht buiten het terras, vindt de burgemeester het acceptabel bij metingen de toegestane geluidsnorm voor het evenement te hanteren

(75 LAr,LT). Het geluid vanaf het terras gaat dan immers ‘op’ in het geluid van het evenement. De combinatie met een vergunningplichtig evenement is wel absolute voorwaarde.

 

Brongeluid en geluid op gevoelige gebouwen

Er is onderscheid tussen brongeluid (het geluidsniveau gemeten aan de bron van het geluid, zoals boxen) en het geluid op de gevel van gevoelige gebouwen. Een geluidsmeting voor een evenement in de open lucht wordt altijd uitgevoerd op de gevel van gevoelige gebouwen. Dat zijn de omliggende woningen en gebouwen met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting.

 

Maximum geluidsniveau( artikel  5 lid 1)

Bij evenementen maakt de burgemeester dus een afweging of het Besluit van toepassing is. In een evenementvergunning zijn dan geen geluidsvoorschriften vereist. Evenementen die aan de normen voor overmatige geluidhinder voldoen, zijn niet of nauwelijks belastend voor de omgeving. Voor grote(re) evenementen, vooral met (live)muziek, ervaren organisatoren deze norm soms als beperkend. Zij vragen daarom meer realistische (ruimere) normen.

Livemuziek heeft een brongeluid van circa 115-125 LAr,LT. Op 25 meter is dat 80-90 LAr,LT en op 50 meter 75-85 LAr,LT. Veel gemeenten gebruiken normen die hierop zijn afgestemd.

Op Schouwen-Duiveland vinden evenementen vaak plaats op pleinen of straten, waarbij op korte afstand (tot circa 50 meter) gebouwen staan. Normen tot 65 LAr,LT op de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen, worden dus soms overschreden. Dit maakt naleving en handhaving van voorschriften moeilijker. Het voorkomen van geluidsoverlast voor de omgeving heeft voor de gemeente hoge prioriteit. Aan evenementen koppelt de gemeente daarom een geluidsniveau van 75 LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen.

 

De burgemeester kan ook een lager gemiddeld geluidsniveau vaststellen, bijvoorbeeld voor een evenement nabij een natuurgebied. Alleen ingeval van bijzondere omstandigheden kan hij, met toepassing van artikel 4:84 Awb, meer dan 75 LAr,LT toestaan, gelet op de specifieke kenmerken van het evenement en de omgeving. De organisator moet aan kunnen tonen dat sprake is van een bijzondere omstandigheid. Niet elke locatie kan meer dan 75 LAr,LT geluidsbelasting aan. Vergunningverlening is daarom maatwerk. Zo zijn aan muziek in de openlucht eindtijden verbonden. Voor een goede handhaving geldt tot deze eindtijd altijd één geluidsniveau.

Het geluidsniveau na de eindtijd moet zijn teruggebracht tot een geluidsniveau vergelijkbaar met overdag, tussen de 25 en 40 LAr,LT. Bij evenementen bij of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied of een ander waardevol gebied waarover Gedeputeerde Staten zeggenschap hebben in welke mate er verstoring mag plaatsvinden, zal de burgemeester bij de vergunningverlening of het toegestane geluidsniveau het oordeel van Gedeputeerde Staten betrekken in zijn besluitvorming.

 

Herkenbaar muziekgeluid en bedrijfsduurcorrectie (artikel 5, lid 2))

Een inpandige toename van geluid tot 50 LAr,LT is de uiterste grens. Hierboven ontstaat zo'n ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer, dat dit de uiterste grens van het aanvaardbare is. Omdat muziekgeluid als erg hinderlijk ervaren kan worden wordt normaliter een correctie voor herkenbaar muziekgeluid van plus 10 LAr,LT toegepast. Het begrip 'herkenbaar muziekgeluid' kan op grond van jurisprudentie worden geïnterpreteerd. Voor organisatoren is dit begrip in de praktijk echter moeilijk te interpreteren en valt lastig te begrijpen waarom bij muziekgeluid een strafcorrectiefactor wordt toegepast. Deze correctie wordt daarom op grond van het beleid niet toegepast.

In de praktijk betekent dit dan aan een geluidsbron op 50 meter afstand van een woning of geluidsgevoelige bestemming een geluidsniveau mogelijk is van 105-115 LAr,LT .

Ter vergelijking: kermisattracties worden op Schouwen-Duiveland standaard op 75 LAr,LT aan de bron afgesteld.

 

Het toegestane geluidsniveau is altijd een gemiddeld niveau. Als slechts tijdens 10 minuten muziekgeluid wordt geproduceerd, bijvoorbeeld 65 LAr,LT, dan is het gemiddelde niveau over een uur lager, bijvoorbeeld 55 LAr,LT. Om te voorkomen dat iemand in een kort tijdsbestek (bijvoorbeeld een half uur) een onacceptabel geluidsniveau produceert, maar het gemiddelde geluidsniveau gecorrigeerd naar één uur acceptabel is, past de burgemeester een dergelijke correctie (bedrijfsduurcorrectie) niet toe.

 

De geluidslimiter (artikel 5 lid 3)

De praktijk leert dat live muziek moeilijk te “begrenzen” valt middels een geluidslimiter. Reden hiervoor is dat de drum in een band zonder versterking al boven 75 LAr,LT uit kan komen of dat een band tijdens het evenement een eigen versterker gebruikt. Per individueel evenement kan de burgemeester besluiten toch een limiter verplicht te stellen. Deze moet dan ook vooraf worden afgeregeld en verzegeld onder toezicht van een medewerker van de gemeente Schouwen-Duiveland.

 

Artikel 6 Incidentele festiviteiten (12-dagenregeling) en incidentele ontheffingen sluitingsuur:

Vooral in het hoogseizoen zijn er veel meldingen ingevolge de 12-dagenregeling, vaak direct na elkaar en soms in combinatie met evenementen. Voor de woon- en leefsituatie is dit ongewenst. Dit is geen incidenteel gebruik, waarvoor de regeling is bedoeld, namelijk: incidentele festiviteiten verspreid over het jaar. Ook de combinatie met evenementen, vooral in juli en augustus, kan tot ongewenste cumulatie van geluid leiden. Beperking van het aantal meldingen per maand voorkomt dit. Het maximum aantal meldingen is 12 per jaar en 2 per maand. Het Besluit geeft aan de gemeenteraad de bevoegdheid ( niet aan de burgemeester) op verordeningsniveau de maximering eventueel verder vorm te geven. Bijvoorbeeld maximaal  8 ontheffingen per jaar of maximaal 12 per jaar maar ook maximaal 2 per maand.

 

Er zijn ook festiviteiten waarbij alle (horeca)ondernemers gebruikmaken van de regeling en het produceren van meer geluid algemeen is aanvaard. Een voorbeeld is Oud- en Nieuw. Het indienen en verwerken van meldingen voor deze collectieve festiviteiten kost ondernemers en gemeente onnodige rompslomp. Jaarlijkse collectieve festiviteiten in de zin van artikel 4:2 Apv zijn: Oud- en Nieuw (nacht van 31 december op 1 januari) en Koninginnedag. Ondernemers hoeven hiervoor geen meldingen in te dienen. De twee collectieve dagen komen bovenop de 12 incidentele dagen.

 

De burgemeester houdt bij de vergunningverlening voor een evenement rekening met de genoemde combinatie met 12 dagenmeldingen. Dat kan betekenen dat een aanvraag voor vergunning voor een driedaags evenement in of bij een inrichting waarbij de 12 dagenmelding een rol speelt qua geluidsbelasting wellicht tot 2 dagen beperkt moet worden.

 

Evenementen en incidentele ontheffingen sluitingsuur horecabedrijven aan het strand en dorpshuizen

 

Met artikel 2:29 lid 5 Apv kan de burgemeester voor bijzondere gebeurtenissen voor een horecabedrijf aan het strand of een dorpshuis ontheffing van het sluitingsuur verlenen. De term “bijzondere gebeurtenis” vloeit voort uit de model Apv van de VNG en heeft in de praktijk uitvoeringsproblemen gegeven. De Voorzieningenrechter heeft in dit kader uitgesproken dat een incidentele ontheffing sluitingsuur slechts kan worden verleend, indien een eenduidige relatie aanwezig is met een evenementvergunning. De burgemeester vindt de werking van het huidige Apv-artikel en het begrip “bijzondere gebeurtenis” te beperkt. In het licht van artikel 2 van deze beleidsregels evenementen, leidt deze uitleg tot ongewenste beperking van de regeling ontheffing sluitingsuur ingeval van evenementen in strandpaviljoens en dorpshuizen. De burgemeester wil daarom de regeling incidentele ontheffing sluitingsuur laten aansluiten bij de 12-dagenregeling voor incidentele festiviteiten  en de term “bijzondere gebeurtenis”  schrappen. Dit betekent dat de burgemeester maximaal 12 keer per jaar een incidentele ontheffing sluitingsuur kan verlenen aan de houder van een horecabedrijf aan het strand of een dorpshuis, met een maximum van 2 per maand. Deze maximering kan door wijziging van de regeling over de ontheffingen voor het sluitingsuur wijzigen.

Artikel 7 en 8 Algemene uitgangspunten en evenementenkalender:

De algemene uitgangspunten van artikel 7 en het werken met een evenementenkalender  verbeteren de spreiding van evenementen. Deze spreiding, zowel in tijd als in plaats, en het werken met een evenementenkalender is nodig om:

1. in de capaciteit voor het handhaven van de openbare orde te voorzien (politie)

2. In de capaciteit van de toezichtrol van de gemeente te voorzien

3. organisatoren vooraf duidelijkheid te verschaffen over (het doorgaan van) het evenement

4. ongewenste overlap van evenementen te voorkomen

5. (potentiële) bezoekers (eigen bevolking en gasten) te informeren over het evenementenaanbod

 

De piek van het aantal evenementen op Schouwen Duiveland ligt elk jaar in juli en augustus, in het hoogseizoen. Ongeveer 1/3 van de evenementen bestaat uit snuffelmarkten, waaronder avondmarkten. Snuffelmarkten komen vooral voor in Zierikzee, Renesse, Brouwershaven, Scharendijke en Burgh-Haamstede. In het verleden heeft het grote aantal snuffelmarkten, vooral bij avondmarkten, tot overlast en ongewenste overlappingen geleid. Inmiddels is door de inzet van verkeersregelaars en een betere bewegwijzering die overlast aangepakt. Toch blijft het nodig om bij met name de avondmarkten jaarlijks in de vergunningverlening en het toezicht naar verbetering van de verkeersproblematiek en veiligheid te kijken. Het coördinatieteam grote evenementen zal de samenloop van grote evenementen altijd kritisch beoordelen.

 

Het grote aantal evenementen was mede aanleiding om in 2005 het evenementenbeleid vast te stellen. Vóór 2005 werden aanvragen voor een evenementvergunning vaak pragmatisch en in redelijkheid en billijkheid verwerkt. Met de inwerkingtreding van het evenementenbeleid ontstond structuur en duidelijkheid hoe de burgemeester omgaat met de vergunningverlening. Sinds 2005 is het aantal evenementen, en daarmee de rol voor de gemeente, alleen maar gegroeid. Ook de economische crisis van 2008 heeft die groei niet zichtbaar getemperd. Een prima ontwikkeling. Sterker nog de gemeente Schouwen Duiveland moedigt die groei aan. Zo werkt ze aan een Evenementenvisie (2013) en is de Strategische Visie vastgesteld. Daarin staat vermeld:   

 

“We dragen bij aan het optimaliseren van evenementen als trekpleister en we ondersteunen met voorrang watergerelateerde evenementen die het imago en bekendheid als waterrijk vakantie-eiland versterken”.

 

Artikel 9, 10 en 11 Ongeregelde en geregelde (snuffel-)markten en avondmarkten:

Paracommercialisme: bescherming van de gemeentelijke markten

(Snuffel-)markten[2] zijn geregeld of ongeregeld of bestaan uit een combinatie daarvan. Verkoop door particulieren of maatschappelijke organisaties die alleen hun tweedehands spullen (ongeregelde goederen) verkopen, is geen bezwaar. Deze snuffelmarkten zijn vaak van beperkte omvang. Om meer differentiatie in evenementen en spreiding in deze snuffelmarkten te bereiken, mede om overlast voor de omgeving te voorkomen, zijn deze wel gemaximaliseerd per kern. Is sprake van kleinschalige verkoop van ongeregelde goederen met maximaal 4 kramen, dan is dit niet als evenement of (snuffel)markt te beschouwen. Dergelijke kleinschalige verkoop van ongeregelde goederen valt onder de werking van de standplaatsvergunning. Verkoop van ongeregelde goederen op snuffelmarkten in gebouwen is ook vanuit het belang tot voorkoming en beperking van overlast voor de omgeving, geen bezwaar. Deze markten vinden niet plaats op de openbare weg en er worden geen straten afgesloten. Het is dan ook geen bezwaar dat ongeregelde snuffelmarkten in gebouwen onbeperkt zijn toegestaan. Ter voorkoming en beperking van overlast is het aantal ongeregelde snuffelmarkten beperkt per kern, waarbij rekening is gehouden met de centrumfunctie van Zierikzee.

 

Geregelde snuffelmarkten

Op Schouwen-Duiveland komen steeds meer geregelde snuffelmarkten voor. Deze fungeren als distributiesysteem voor de beroepshandel en kunnen een onevenredige verstoring veroorzaken van de gemeentelijke geregelde markten. Een wildgroei aan geregelde snuffelmarkten kan een negatief effect op de gemeentelijke markten teweeg brengen, vooral omdat deze kostendekkend moeten zijn. Het kan zijn dat opengevallen plaatsen op gemeentelijke markten niet meer (met branchevreemde artikelen) worden opgevuld, wat minder marktgeld genereert en de kwaliteit van deze markten naar beneden brengt.

Daarom ook is het belang van een gemeentelijke markt als weigeringgrond voor een standplaatsvergunning opgenomen. De gemeente wil de negatieve effecten van geregelde snuffelmarkten beperken of voorkomen.

 

In 2011 hebben een ongekend aantal van 7 geregelde snuffelmarktorganisatoren zich aangediend voor de vergunningen van 2012. Tot 2012 kenden we, naast de ondernemersverenigingen, 3 organisatoren die voor de kernen als Renesse, Zierikzee en Burgh Haamstede de vergunningen hadden aangevraagd. Voor Brouwershaven en Scharendijke meestal maar een of twee vergunningen. Nu echter werden voor nagenoeg alle kernen het maximum aantal vergunningen aangevraagd.

Hierop hebben de marktcommissies van Renesse en Zierikzee en enkele van de geregelde snuffelmarktorganisatoren hun zorgen geuit en om aanpassing van het beleid gevraagd om de wildgroei te beteugelen. Ook wensen de marktcommissies dat de geregelde snuffelmarkten van de ondernemersverenigingen zich meer gaan onderscheiden van de gemeentelijke markten. In enkele weken waren er in de periode juli en augustus wel drie  geregelde snuffelmarkten in de gemeente. Soms twee op een zelfde dag plus een gemeentelijke markt.

 

Daarentegen stellen we vast dat het groot aantal geregelde snuffelmarkten in de kernen van Renesse, Burgh Haamstede en Zierikzee zeer goed worden bezocht, het toeristisch product bevorderd en dat tot dusver dat nog niet tot onderbezetting van onze gemeentelijke markten heeft geleid. Er is dan ook geen reden het aantal geregelde snuffelmarkten fors te beperken. Wel willen we het aantal vergunningen voor de kernen waarin geen gemeentelijke markten plaatsvinden beperken van zes naar vier (Burgh-Haamstede uitgezonderd) en zien we graag dat de geregelde snuffelmarkten van de ondernemersverenigingen, waaronder de avondmarkten, zich onderscheiden van de gemeentelijke week-en seizoensmarkt door de markt met minstens één kraam met streekproducten in te laten richten en /of met minstens één toeristische activiteit (zoals oude ambachten) en / of minstens één evenementattractie in te vullen of door deze markten als themamarkt te organiseren. Op themamarkten worden uitsluitend  themagebonden producten aangeboden (bijvoorbeeld een boekenmarkt of nautische markt). Voor Burgh-Haamstede houden we het aantal geregelde snuffelmarkten ongewijzigd op zes per jaar vanwege de toeristische aantrekkingskracht van de ‘Westhoek”.

 

Verder mag er slechts één geregelde snuffelmarkt per dag in de gemeente plaatsvinden (geregelde snuffelmarkten binnen historisch gegroeide evenementen als Burghse Dag, Brouwse Dag en Visserijdagen en kerstmarkten uitgezonderd).

 

Geregelde snuffelmarkten in het buitengebied

Gelet op het grote aantal kampeerterreinen, minicampings en zomerhuizenterreinen bestaat er precedentwerking als daar (al dan niet tegen betaling) geregelde snuffelmarkten plaatsvinden. Het is niet wenselijk dat deze vorm van handel verschuift van de kernen en de gemeentelijke markten naar dergelijke terreinen. (Snuffel)markten zijn immers gratis en moeten voor iedereen toegankelijk zijn op locaties waar het grote publiek in het algemeen komt bij evenementen (de kernen). Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld circussen, waar een betalend publiek speciaal naar toe gaat. De marktcommissie vraagt voor dit alles aandacht. Ook op het gebied van veiligheid is het niet wenselijk dat geregelde snuffelmarkten in het buitengebied op kampeerterreinen en dergelijke plaatsvinden. Voor ongeregelde  snuffelmarkten is dit minder een probleem. Deze vorm van snuffelmarkten is over het algemeen kleinschaliger.

 

Andere effecten van teveel geregelde snuffelmarkten: voorzieningenniveau en overlast

Een wildgroei aan geregelde snuffelmarkten vormt op termijn ook een bedreiging voor reguliere winkels en daarmee voor het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in de kleine kernen. Door hun vaak grootschalige karakter kunnen geregelde snuffelmarkten daarnaast overlast voor de omgeving veroorzaken (bijvoorbeeld avondmarkten).

 

In het belang van de gemeentelijke markten, de openbare orde en ter voorkoming en beperking van overlast, geldt een maximale frequentie voor geregelde markten, ook van ondernemersverenigingen, afgestemd op de evenementenkalender, de historisch gegroeide geregelde markten en de Marktverordening. De geregelde snuffelmarkten vinden éénmaal per twee weken in de bewuste kern plaats. Hierbij geldt dat voor de geregelde snuffelmarkten van de ondernemersverenigingen een frequentie van eenmaal per week geldt, avondmarkten uitgezonderd. Een en ander vanwege de historisch gegroeide, in het hoogseizoen wekelijks georganiseerde Ringpromotiedagen en Zierikzeese Dagen.

 

Artikel 12 Evenementen op strand en water:

Evenementen op het strand (artikel 12 )

De Apv verstaat onder het begrip “weg” ook het strand. In de 3e wijziging beleidsnota zonering en ontwikkelingskader strand staat wat bedrijfsmatige, niet bedrijfsmatige en incidentele sportactiviteiten zijn. Hiervoor is een evenementvergunning vereist. Het kan zijn dat ook toestemming nodig is van de (kust)beheerders Rijkswaterstaat, Waterschap of het Natuur- en Recreatieschap de Grevelingen. Communicatie met ondernemers op het strand is belangrijk. Een evenement in een paviljoen valt in beginsel onder de werking van artikel 2.

 

Evenementen op water

Evenementen op water binnen het grondgebied van de gemeente zijn ook vergunningoplichting. Dit geldt bijvoorbeeld voor een grootschalig feest met jongeren en muziek op een ‘partyboot’. Dergelijke evenementen zijn in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast en de veiligheid van personen of goederen, niet toegestaan. Door de beperking in controle en toezicht op dergelijke feesten op het water, kan de burgemeester naar alle verwachting de veiligheid van personen of goederen niet garanderen. Daarnaast is de Oosterschelde in de Natuurbeschermingswet als ‘stiltegebied’ aangewezen. Dit betekent dat muziek in dit gebied op grond van deze wet verboden is.

 

Artikel 13 Circussen en  autostuntshows:

De Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen adviseert voldoende tijd te houden tussen speeldata van circussen. Spreiding en roulatie van circussen over het seizoen is gewenst om samenloop te voorkomen en seizoenverlening en variatie te stimuleren.

Het blijkt dat het seizoen voor circussen vooral de periode van juli tot en met september is.

Voorstellingen in andere maanden zijn toegestaan. Voor circussen zijn in en nabij de kernen weinig gemeentelijke terreinen. Circussen vinden daarom vaak plaats op particuliere terreinen, zoals zomerhuisterreinen, campings en maneges. Wat betreft de begrippen “bebouwde kom” en “kern”, wordt opgemerkt dat de locatie van een circusvoorstelling altijd te herleiden zal zijn tot een adres, behorende bij een kern. Voor circusvoorstellingen is een evenementvergunning en melding in het kader van het Besluit vereist. In de vergunning staan de brandveiligheidsvoorschriften. Het is aan de vergunninghouder om toestemming van de rechthebbende van het evenemententerrein te verkrijgen. Als men de toestemming niet heeft kan van de vergunning geen gebruik worden gemaakt. Dat geldt ook voor auto-stuntshows.

 

Om schade aan de parkeerterreinen te voorkomen zijn auto-stuntshowvoorstellingen op de openbare parkeerterreinen niet toegestaan.

 

Het huidige kabinet is voornemens het voor publiek optreden met wilde dieren te gaan verbieden. De ontwikkeling van wetgeving op dit gebied kan dan ook voor de toekomst aanleiding zijn dat de burgemeester geen vergunningen voor circussen die gebruik maken van wilde dieren meer verstrekt.

 

Artikel 14 en 15 Meldingplichtig evenement en aanvraag vergunningplichtig evenement:

 

Meldingen (artikel 14)

Omdat meldingplichtige evenementen klein van omvang zijn is een melding uiterlijk drie weken van tevoren voldoende. Ook bij een meldingplichtig evenement kan er een ongewenste overlapping met een ander evenement zijn. Ook kan de burgemeester toch een vergunning noodzakelijk vinden. Hij is daarom bevoegd een melding te weigeren of te bepalen dat toch een vergunning nodig is gelet op de belangen van artikel 1:8 en 2:25 Apv.

 

Aanvragen voor vergunning (artikel 15)

Een aanvraag voor een groot evenement ingediend na 1 december wordt niet in behandeling genomen omdat de burgemeester, gelet op de grootschaligheid van deze evenementen en het feit dat hij de aanvraag niet tijdig heeft kunnen doorgeven aan de politie, de openbare orde en veiligheid dan in beginsel niet kan garanderen. De mogelijkheid om de aanvraag toch in behandeling te nemen en vergunning te verlenen dient om enige flexibiliteit te houden.

 

Niet in behandeling nemen melding of aanvraag (artikel 15, lid 3 en lid 7)

Controle en Toezicht en de politie ontvangen van het besluit tot het niet in behandeling nemen een afschrift zodat deze kunnen controleren of het evenement niet alsnog plaatsvindt.

 

Indien een aanvraag voor een vergunningplichtig evenement te laat is ingediend kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen. De burgemeester behandelt de aanvraag in ieder geval niet als op advies van het coördinatieteam grote evenementen blijkt dat binnen een te kort tijdsbestek geen weloverwogen besluit kan worden genomen dan wel als de openbare orde en veiligheid zich hiertegen verzet. Hier spelen ook de belangen van derden een rol. Belanghebbenden bij een besluit moeten immers nog in staat worden gesteld om een bezwaarschrift of voorlopige voorziening bij de rechtbank in te dienen.

 

Evenement, loting-commercieel-niet commercieel (artikel 15, lid 9,10,11 en 12)

Voordat bij meerdere aanvragen voor vergunning voor dezelfde locatie wordt geloot stelt de burgemeester vast of van loting kan worden afgezien omdat één van de partijen een niet commercieel- of een historisch gegroeid evenement organiseert. Deze hebben dan voorrang op diegene die een commercieel evenement organiseert. De geregelde snuffelmarkten van de ondernemersverenigingen krijgen voorrang in de vergunningverlening en planning in de evenementenkalender op aanvragen voor vergunning van andere organisatoren van geregelde snuffelmarkten. Daarbij gaan wij ervan uit dat een deel van de opbrengsten hieruit wordt geïnvesteerd in nieuwe evenementen en initiatieven ten gunste van de leefbaarheid van de kernen.

 

Lotingpocedure

Evenementenvergunningen kunnen zijn gemaximeerd. Bijvoorbeeld de vergunningen voor geregelde snuffelmarkten voor kernen als Burgh Haamstede. Tot nu toe was het zo dat indien er slechts twee of drie partijen de vergunningen wilden deed de burgemeester een voorstel de vergunningen onderling te verdelen. Indien dit voorstel niet door alle partijen werd gedragen volgde alsnog een loting. Daarbij kon één partij theoretisch alle  vergunningen krijgen. Herhaaldelijk is de wijze van loten door de deelnemers ter discussie gesteld.

 

In het huidige beleid willen we de gemaximeerde vergunningen verdelen onder de deelnemers. Bij bijvoorbeeld vier vergunningen en twee partijen ieder maximaal twee vergunningen. Indien er overlappende data zijn worden die eventueel verloot.

Indien er teveel deelnemers zijn om de vergunningen eerlijk te verdelen volgt ook een loting.

 

Sinds 2010 zien we echter een sterke toename van het aantal geïnteresseerde partijen voor de vergunningen voor de geregelde snuffelmarkten op Schouwen-Duiveland. In 2011 zijn dat al 7 verschillende partijen terwijl dat in 2009 en daarvoor nog twee of drie partijen waren.

In 2010 en 2011 is de burgemeester geconfronteerd met partijen die min of meer waren verbonden aan een andere aanvraag voor een vergunning voor een geregelde snuffelmarkt. Bijvoorbeeld een situatie waarbij één van de deelnemende partijen aan de loting voor vergunningen via een aan die partij verbonden dochteronderneming op het zelfde Kamer van Koophandelnummer een aanvraag indiende. Dit heeft vragen opgeroepen bij de andere vergunninggegadigden. De burgemeester had in zijn beleidsregels hierop niet voorzien, er was immers geen lotingprocedure beschreven, en heeft alle partijen die een eigen unieke inschrijving hadden bij de Kamer van Koophandel aan de loting laten deelnemen. In de huidige beleidsregels wil de burgemeester de lotingprocedure beschrijven:

 

Indien een loting uitkomst moet brengen om een evenementvergunning te verstrekken houdt de burgemeester de volgende regels in acht.

1. er deelnemer kan met slechts één KVK nummer worden deelgenomen

2. indien deelnemende partijen overeenkomen om de vergunningen onderling te verdelen kan van een loting worden afgezien.

3. de loting wordt zo mogelijk in aanwezigheid van de deelnemers voltrokken.

4. degene die vergunning heeft door de loting wordt uit de loting gehaald tot de anderen ook een vergunning hebben.

 

Overige aspecten: facilitaire voorzieningen

Facilitaire ondersteuning, zoals de aanwezigheid van dranghekken, vlaggenmasten en dergelijke, moet de organisator uiterlijk acht weken vóór het tijdstip waarop hij de voorwerpen nodig heeft, aanvragen. Dit kan met het standaardaanvraagformulier voor een vergunning.

 

Artikel 16 Risico-analyse:

Veiligheidsplan (artikel 16, lid 1 en 2)

De burgemeester vraagt standaard een veiligheidsplan bij grote evenementen. In dit plan staan maatregelen die de organisator neemt om de openbare orde te waarborgen. Het plan voorziet bijvoorbeeld in maatregelen die de organisator neemt bij kleine incidenten.

Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking. Over het veiligheidsplan adviseert het coördinatieteam. Hoe goed ook van te voren afspraken zijn gemaakt over veiligheid, de maatregelen die in een veiligheidsplan staan zijn naar verwachting niet uitputtend. De organisator blijft altijd verantwoordelijk voor de veiligheid van bezoekers en een ordelijk verloop, ook als het plan niet voorziet in een gebeurtenis.

De burgemeester kiest er in overleg met de AOV bewust voor geen scenario’s voor risico-analyse en/of crowdmanagement vast te leggen in dit beleid. Omdat dergelijke scenario’s vaak aan verandering onderhevig zijn wegens gewijzigde inzichten, laat de burgemeester de risicoanalyse over aan de deskundigen op dit gebied, zoals het coördinatieteam grote evenementen, de taakgroep grote evenementen van de Veiligheidsregio, de politie en de GHOR. Risicoanalyse is niet uitsluitend afhankelijk van het aantal deelnemers/bezoekers aan een evenement. Het bezoekersaantal is dus nooit alleen bepalend voor de inschatting van (veiligheids-)risico’s. Ook andere criteria zijn van belang om te bepalen of sprake is van een (risicovol) evenement.

 

Het coördinatieteam grote evenementen bepaalt aan de hand van het uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen (Veiligheidsregio Zeeland) hoe een evenement wordt geclassificeerd:

 

- A, de eenvoudigste vorm van een groot evenement;

- B, groot evenement met een gemiddeld risico;

- C, groot evenement met een sterk verhoogd risico.

 

Die classificatie is van belang om te bepalen of de taakgroep grote evenementen van de Veiligheidsregio Zeeland in het proces moet worden betrokken of dat de burgemeester de voorbereiding van de vergunningverlening geheel aan het coördinatieteam grote evenementen overlaat. De burgemeester maakt daarbij gebruik van het risicoanalysemodel.

 

Het uitvoeringskader beschrijft  hoe de burgemeester de aanvraag van de evenementorganisator voor een vergunning behandelt en hoe hij het evenement qua maatregelen voorbereidt. Anders dan bij de A- en B-evenementen wordt aangegeven dat de gemeente voor een C-evenement bij Veiligheidsregio Zeeland een verzoek voor een interdisciplinair advies moet indienen.

 

Hierbij is van belang dat de Veiligheidsregio Zeeland bij een C-evenement aan de gemeente adviseert om het evenement projectmatig voor te bereiden. In die projectgroep participeren de vertegenwoordigers van de relevante hulpdiensten, teneinde een goede interdisciplinaire afstemming van de te treffen maatregelen te waarborgen.

 

De burgemeester bepaalt nadrukkelijk dat op basis van risicoanalyse, eisen aan een evenement kunnen worden aangescherpt. Zo kan een in principe vergunningvrij- of meldingplichtig evenement, toch als vergunningplichtig worden aangemerkt en kunnen aan een in principe vergunningplichtig evenement, de voorschriften van een groot evenement worden gekoppeld, zoals bijvoorbeeld de plicht voor een veiligheidsplan.

 

Mobiliteitsplan (artikel 16, lid 7)

Het coördinatieteam kan een mobiliteitsplan of verkeersplan eisen. In een mobiliteitsplan staat:

 

Diverse vervoersstromen:

Openbaar vervoer, taxi’s, particulier vervoer, georganiseerd vervoer (pendelbussen, ontheffingen) fietsers en voetgangers.

Routes: inclusief calamiteitenroutes, omleidingen, afsluitingen.

Parkeerfaciliteiten: ook fietsenrekken.

Bebording Wegafsluitingen:

- aangegeven moet worden of de weg geheel autovrij (incl. parkeren) is of dat er beperkt  verkeer (met ontheffing) mogelijk is,

- voor wie geldt de ontheffing (taxi, gehandicapten…) en hoe ziet die eruit?,

- hoe is de bereikbaarheid van de brandweer, GHOR en politie geregeld?,

- rijdt er openbaar vervoer over de afgesloten wegen en kan dat blijven rijden? Zo nee,  tijdens welke tijden?

Parkeren:

- op welke weg(en) mogen tijdens welke tijden geen geparkeerde auto’s staan?,

- zijn er gereserveerde parkeerplaatsen nodig voor specifieke voertuigen

  (materialenauto, tv-auto etc)?,

- waar worden auto’s en bussen van bezoekers/deelnemers geparkeerd?

Afzetmateriaal:

- wordt er afzetmateriaal gebruikt om plaatsen vrij van publiek/verkeer te

houden? Zo ja, welk materiaal en waar (aangeven op tekening)?

Verkeersvoorlichting:

- hoe worden bewoners/bedrijven en bezoekers voorgelicht over de afsluitingen en andere verkeersmaatregelen?

 Verkeersregelaars:

-Op welke locaties worden verkeersregelaars ingezet?

 

Milieuplan (artikel 16, lid 8)

Het coördinatieteam kan een milieuplan eisen op advies van de cluster milieu. Hierin staat bijvoorbeeld:

1. wat wordt gedaan om zwerfafval te voorkomen.

2. hoe afval wordt gescheiden.

3. hoe en hoe vaak het afval wordt afgevoerd.

4. hoe afvalwater wordt geloosd.

5. welke energievoorzieningen worden gebruikt (gas, aggregaten).

6. hoe het energieverbruik wordt beperkt.

7. welke vorm van koeling wordt gebruikt en welke certificaten daarvoor voorhanden zijn

 

 

Artikel 17 Vergunning:

De rolverdeling in de afhandeling van een vergunning is:

-Jur. Medewerker vergunningverlening Ruimte en Milieu

Vergunningverlening, regie en voorbereiding op het besluit en deelname aan coördinatieteam grote evenementen

Ambtenaar Openbare orde en Veiligheid (AOV)/Brandweer Officier Preventie

Advisering openbare orde en veiligheid, advies brandveiligheid en deelname aan coördinatieteam grote evenementen (waar nodig projectleider C-evenemenen)

Coördinatieteam Grote Evenementen

Afstemmingsoverleg vergunningverlening

Taakgroep Grote Evenementen

Veiligheidsregio Zeeland

Interdisciplinaire advisering bij C-evenementen

Cluster milieu van Ruimte & Milieu (R&M)

Advisering in het kader van Wet milieubeheer en Besluit.

Controle en Toezicht (CT)

Controle (integraal, waaronder brandveiligheid en geluidsmetingen) en toezicht

Openbare werken (OW)

 

Randvoorschriften ter plaatse, zoals beschikbaar stellen faciliteiten. Doorberekening facilitaire ondersteuning.

Financiën en Juridische Zaken (FJZ)

Juridische advisering en inning leges en precariobelasting. Doorberekening facilitaire ondersteuning op aangeven OW.

Politie

Advisering en handhaving openbare orde en veiligheid

Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en Veiligheidsregio

Geneeskundige hulpverlening, gezondheid en hygiëne bij grote evenementen en deelnemer en adviseur aan het coördinatieteam grote evenementen bij B en C evenementen.

 

Organisator evenement

Tijdig aanvragen evenement met standaard formulieren en naleving vergunningvoorschriften

 

Openbare werken (inclusief cluster Verkeer), Controle en Toezicht  en cluster Bouw en Woning Toezicht geven in specifieke gevallen advies. Adviserend kunnen verder nog zijn: de politie, GHOR, Waterschap, Rijkswaterstaat en Grevelingenschap. Bij omleidingen gaat altijd een afschrift van de vergunning naar de openbaar vervoerbedrijven en de ambulancedienst. De burgemeester benadrukt het belang van bedrijven, ondernemers en omwonenden. Gelet op de kenmerken van een evenement, vraagt de burgemeester zonodig belanghebbenden een zienswijze (artikel 4.7 of 4.8 Awb).

 

Publicatie (artikel 17, lid 4)

In de afhandelingtermijn voor vergunningen is rekening gehouden met de publicatie. Met de uiterlijke termijn kan een vergunning, voordat hiervan gebruik wordt gemaakt, tijdig worden gepubliceerd, zodat belanghebbenden op de hoogte (kunnen) zijn en zonodig voorlopige voorziening kunnen vragen. Een bezwaarschrift heeft immers geen schorsende werking.

 

Gebruik van de vergunning ( artikel 17, lid 5)

Het komt wel eens voor dat door omstandigheden een evenement geen doorgang kan vinden. Zo kan de inschrijving op een snuffelmarkt erg tegenvallen of zijn er organisatorische problemen of overmacht. Omdat vaak wegen worden afgezet, busroutes worden verlegd en andere voorzieningen worden getroffen voor een evenement is het van belang dat bij een afgelasting zo spoedig mogelijk actie te ondernemen zodat straten kunnen worden opengesteld en eventuele gereserveerde dranghekken kunnen worden afgemeld.

Een eenmaal afgelaste en afgemeld evenement zal door de burgemeester worden bekrachtigd door intrekking van de vergunning.

 

 

Artikel 18 Nadere eisen te stellen aan de vergunning

Gezondheid en hygiëne (artikel 18, lid 1)

Op het gebied van de gezondheids- en hygiëneaspecten bij een evenement adviseert de GHOR (Veiligheidsregio). De gemeente vraagt de GHOR bij A of B-evenementen om advies over een vergunningaanvraag, in ieder geval standaard voor alle grote evenementen.

 

De GHOR brengt aan de hand van een landelijk genormeerd risicoanalysemodel de risico’s in kaart, op basis waarvan zij een advies afgeeft over de in de vergunning op te nemen voorschriften. Die maatregelen kunnen betrekking hebben op technisch-hygiënische aspecten en calamiteitenbestrijding. Naar de aard en de omvang van het evenement  - waarbij de samenstelling van het publiek, de locatie en het tijdstip ook een rol speelt -  beoordeelt de GHOR of de GHOR-keten (o.a. ambulancezorg, vrijwilligers van het Rode Kruis, ziekenhuizen en psychosociale nazorg) preventief moet worden opgeschaald.

 

De GHOR kan adviseren (algemene) voorschriften op het gebied van gezondheid en hygiëne in de evenementvergunning op te nemen. Deze kunnen betrekking hebben op: EHBO-post(en) en minimum aantal EHBO’ers, toiletten/sanitaire voorzieningen (richtlijn GHOR: minimaal 1 toilet op 750 gelijktijdig aanwezige bezoekers), drinkwatervoorzieningen (bijvoorbeeld bij dance-, pop- en sportevenementen) en dergelijke. Specifieke aantallen zijn afhankelijk van de specifieke kenmerken van een evenement. Bij C-evenementen worden de geadviseerde voorschriften in een interdiciplinair advies van de Taakgroep Grote Evenementen van de Veiligheidsregio opgenomen.

 

Verkeersbesluiten (artikel 18, lid 2, 3, 4 ))

Vaak is, naast een evenementvergunning, voor het afsluiten van één of meer straten een verkeersbesluit nodig ingevolge artikel 15 WVW 1994. Bij afsluiting van een openbare weg voor een evenement, neemt de wegbeheerder een verkeersbesluit. Artikel 18 WVW 1994 bepaalt welke wegbeheerder dit doet. Meestal zijn dit burgemeester en wethouders en het Waterschap of Rijkswaterstaat, bij uitzondering Gedeputeerde Staten. Het plaatsen van borden is, na het van kracht worden van het verkeersbesluit, de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Dit vindt tot nu toe vaak plaats met afspraken tussen de organisator, gemeente en politie. Er is dan geen verkeersbesluit. Alleen artikel 37 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), geeft een wegbeheerder in noodgevallen de mogelijkheid om zonder verkeersbesluit tijdelijke verkeersmaatregelen te treffen. Evenementen voldoen hier niet aan.

 

Om aan artikel 15 WVW 1994 te voldoen, zorgt de burgemeester er, naast de evenementvergunning, voor dat burgemeester en wethouders een verkeersbesluit nemen over de afsluiting van wegen. Voordeel hiervan is dat een verkeersbesluit, gelijktijdig met de vergunning, wordt gepubliceerd, zodat belanghebbenden tijdig zijn geïnformeerd over de verkeersmaatregelen. De organisator informeert omwonenden en Connexxion over omleidingen en wegafzettingen. Op basis van artikel 152 van de WVW 1994 komen alle kosten van verkeerstekens die worden geplaatst of verwijderd krachtens een verkeersbesluit voor rekening van de gemeente.

 

Vergunning voor een wedstrijd op de openbare weg

Artikel 10 WVW 1994 geeft een verbod voor wedstrijden op de openbare weg. Op grond van artikel 148 WVW 1994 kunnen òf Gedeputeerde Staten òf burgemeester en wethouders ontheffing van dit verbod verlenen. Het college is bevoegd voor wegen gelegen binnen de gemeente.

 

Verkeersregelaars (artikel 18 lid 5)

Indien gebruik wordt gemaakt van evenementenverkeersregelaars dient de burgemeester  de verkeersregelaars formeel als verkeersregelaar aan te stellen (aanstellingsbesluit). Verkeersregelaars dienen een instructie van politie te hebben gehad of via E-learning

(www.verkeersregelaarsexamen.nl) over een instructieverklaring te beschikken. Men kan ervoor kiezen de verkeersregelaars slechts voor één evenement aan te laten stellen, maar het kan ook voor een jaar. In dat laatste geval krijgt de verkeersregelaar met het aanstellingsbesluit voor elke verkeersregelaar een aanstellingspas. Indien men gebruikt maakt van professionele verkeersregelaars is geen aanstellingsbesluit nodig.

 

Verkeersregelaars met een aanstelling voor een jaar kunnen binnen dat jaar ook bij andere evenementen worden ingezet zonder dat weer een nieuwe politie-instructie nodig is.

Indien men kiest voor een aanstelling van de verkeersregelaars voor slechts één evenement dan is een aanstellingspas niet aan de orde.  Voor de duidelijkheid: een aanstellingsbesluit is bij beide varianten van toepassing.

 

Indien men van verkeersregelaars gebruik maakt dient men zich uiterlijk 2 maanden voor het evenement en bij de behandelend ambtenaar die de evenementenvergunning behandelt te melden. De behandelend ambtenaar zal in overleg met de politie voor een instructie zorg dragen of doorverwijzen naar www.verkeersregelaarsexamen.nl) voor de

E-learningmethode. Deze elektronische methode heeft de voorkeur.

 

Binnen Zeeland wordt gestreefd naar een Zeeland brede aanpak van aanstellingen van verkeersregelaars bij evenementen. Het streven van Politie is om zoveel mogelijk met jaaraanstellingen te werken. Voordeel is dat de verkeersregelaar een pas heeft en bij meerdere evenementen inzetbaar is. De Regeling Verkeersregelaars 2009 voorziet echter in een keuzemogelijkheid voor de organisatoren van evenementen. Het is niet aan de burgemeester om die keuze te beperken. De ervaring leert dat evenementenorganisatoren bij voorkeur kiezen voor de verkeersregelaar voor één evenement, zonder pas. Mede uit kostenoverwegingen (pasfoto’s).

 

Parkeercapaciteit ( artikel 18 lid 6)

Indien een evenementenorganisator een evenement organiseert dient hij aan te geven waar de bezoekers kunnen parkeren. De burgemeester toetst of de parkeercapaciteit bij de evenementlocatie voldoende is. Indien het niet voldoende is kan de burgemeester de vergunning voor die locatie weigeren. Bij circussen bijvoorbeeld ligt het niet voor de hand dat bezoekers hun auto’s langs een drukke weg in de berm plaatsen, maar op het evenemententerrein zelf.

 

Kermisattracties en salonwagens ( Artikel 18 lid 9)

Bij evenementen waarbij een kermisopstelling wordt gebruikt kan de burgemeester verlangen dat de salonwagens en pakwagens van die kermis op het daarvoor ingerichte terrein aan het parkeerterrein Hatfieldpark te Zierikzee worden geplaatst. Op dat terrein zijn vuilwaterafvoervoorzieningen, water- en stroomaansluitingen aangelegd voor de gemeentelijke kermissen.

 

Toezicht tijdens een evenement (artikel 18 lid 10 en 11)

De organisator is primair verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid tijdens het evenement op en aan het evenemententerrein. Hij moet zorgen voor voldoende toezicht. Een EHBO’er is geen toezichthouder. Het exact aantal benodigde toezichthouders hangt af van de specifieke kenmerken van een evenement. De burgemeester bepaalt daarom – op advies van het coördinatieteam grote evenementen en eventueel de taakgroep grote evenementen van de Veiligheidsregio – gelet op de specifieke kenmerken van het evenement, hoeveel toezichthouders/beveiligers een evenement vereist.

 

De capaciteit bij Politie om eventueel toezicht uit te oefenen tijdens evenementen komt, mede door de groei en omvang van evenementen, steeds meer onder druk te staan. Op dit moment is een wetsvoorstel in voorbereiding die het de minister mogelijk moet maken om bij bepaalde evenementen de vereiste politie-inzet deels of geheel bij de evenementorganisator in rekening te brengen. In dat licht zal de burgemeester dan mogelijk vaker eisen stellen ten aanzien van het aantal beveiligingsmensen bij een evenement. 

 

Afhankelijk van de aard van het evenement kunnen vrijwilligers het toezicht uitoefenen, of huurt de organisator een (door de Minister van Justitie erkend) professioneel beveiligingsbedrijf (Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus).

Dit betekent dus niet, dat vrijwilligers verplicht zijn aan dezelfde eisen te voldoen als beveiligers van een beveiligingsbedrijf.

Een vrijwilliger die als toezichthouder fungeert is een persoon die – namens de organisator van het evenement – zorgt draagt voor een ordelijk verloop van het evenement. Dit kan ook een coördinator, aanspreekpunt of de leiding van een evenement zijn. Het gaat met name om goede afspraken op dit punt tussen de organisator en het coördinatieteam grote evenementen. Kiest een organisator voor een beveiligingsbedrijf dat het toezicht uitvoert, dan bepaalt het coördinatieteam grote evenementen of het beveiligingsbedrijf in samenspraak met de politie een beveiligingsplan opstelt. In dit plan geeft het beveiligingsbedrijf in detail weer hoe de publieksbeveiliging tijdens het evenement is geregeld. Dit beveiligingsplan is onderdeel van het veiligheidsplan. De Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE) heeft kwaliteitseisen voor beveiliging opgesteld, zoals een standaard beveiligingsplan, verkrijgbaar via het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN).

 

 

Brandveiligheid (artikel 18, lid 12)

Voor de brandveiligheid bij evenementen heeft de Veiligheidsregio Zeeland het Uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen vastgesteld. Per categorie evenement (A, B of C) gelden verschillende standaard voorschriften die in de evenementvergunning worden verwerkt. Is er geen evenementvergunning verplicht, dan worden gelden de aan de (tijdelijke) gebruiksvergunning verbonden voorschriften voor die inrichting.

 

Tenten (artikel 18, lid 14)

Voor het tijdens een evenement plaatsen van een tent voor meer dan 50 personen, is op grond van het Bouwbesluit 2012 formeel een tijdelijke gebruiksvergunning verplicht. In het kader van deregulering regelt de burgemeester het plaatsen van een dergelijke tent door de tentvoorschriften te koppelen aan de evenementvergunning. Is geen sprake van een evenement, dan kan het zijn dat het Bouwbesluit 2012 toch van toepassing is.

 

Ontheffing ingevolge de Drank en Horecawet ( artikel 18 lid 15)

De burgemeester hanteert de beleidsregels voor de ontheffing ingevolge artikel 35 Drank en Horecawet. Hierbij staat voorop dat het verstrekken van (zwak)alcoholische dranken buiten een horeca-inrichting tijdens evenementen op verantwoorde wijze plaatsvindt. Dat betekent onder meer dat er geen alcohol aan jongeren onder de 16 jaar wordt verkocht (mogelijk door wetwijziging 18 jaar) en dat op locaties waarbij een verbod van alcohol op de openbare weg geldt het evenemententerrein zo wordt ingericht dat de organisator door middel van toezicht kan ingrijpen teneinde te voorkomen dat de verstrekte alcoholische dranken toch op de openbare weg geraken. Ook kan de burgemeester eisen dat er voldoende toiletcapaciteit nabij de buitentap aanwezig is.

 

De zondagswet ( artikel 18 lid 16)

Bij evenementen die op zondagen, of daarmee gelijkgestelde dagen, plaatsvinden dient de burgemeester toepassing te geven aan de bepalingen in de Zondagswet. Kort gezegd komt het er op neer dat op zondagen een evenement voor 13.00 uur niet is toegestaan en dat de burgemeester ontheffing kan verlenen om op zondag “enig gerucht” te mogen veroorzaken.

 

Opbouw evenementen nabij een kerk (artikel 18 lid 17)

Indien een evenement op zondag, of daarmee gelijkgestelde dagen, plaatsvindt in de nabijheid van een kerk, moet worden voorkomen dat de bezoekers van de kerk geen hinder ondervinden van de opbouw van een evenement. De opbouw gaat meestal gepaard met de afsluiting van wegen en straten.

 

Aansprakelijkheid en verzekering

Een waarborgsom, bijvoorbeeld om schade te verhalen, is geen voorwaarde aan een vergunning, dit is in strijd met het verbod van détournement de pouvoir, art 3:3 Awb. Voorschriften moeten nodig zijn in verband met de belangen in de Apv, zoals openbare orde en veiligheid en mogen niet strijdig zijn met een wettelijk voorschrift of inbreuk maken op enig (on-)geschreven beginsel van behoorlijk bestuur. Bij schade aan gemeentelijke eigendommen volgt aansprakelijkstelling van de veroorzakende partij door de gemeente.

De medewerker verzekeringen en aansprakelijkstellingen is hiermee belast. Vergunningverlening afhankelijk stellen van het voldoen van openstaande vorderingen is niet mogelijk.

 

Voorop staat dat een vergunninghouder primair aansprakelijk kan worden gesteld voor veroorzaakte schade. De grondslag hiervoor is opgenomen in artikel 6:162 BW. Volgens jurisprudentie is het nalaten van controle en/of toezicht door de gemeente in beginsel geen onrechtmatige daad. Om schade door een evenement te voorkomen, zijn adequate voor-schriften nodig. Is een vergunning op een deugdelijke manier tot stand gekomen, dan bestaat voor de burgemeester geen verplichting tot het houden van algemeen toezicht. Hij stelt wel richtlijnen voor controle en handhaving, juist ter voorkoming van calamiteiten.

 

Evenementverzekering

De burgemeester raadt alle organisatoren, vooral die van grote evenementen, aan een evenementverzekering af te sluiten. Dit is niet verplicht. Een verzekering afsluiten geeft immers geen beperking van gevaar. Een organisator verzekert zich wel voor schade die zich als gevolg van een evenement kan voordoen. Om gevaar te voorkomen kan hij echter ook zonder verzekering maatregelen treffen.

 

De vrijwilligersverzekering

De Gemeente Schouwen-Duiveland heeft een vrijwilligersverzekering afgesloten bij Centraal beheer achmea. Het doel van de verzekering is om de risico’s van vrijwilligers zo goed mogelijk af te dekken. De gemeente beoogt hiermee het maatschappelijk belang van het vrijwilligerswerk te benadrukken en de participatie van vrijwilligers te stimuleren.

 

Onder vrijwilliger wordt verstaan: degene die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend.

 

Alle vrijwilligers die vallen onder de definitie zijn verzekerd (behalve stagiaires in het kader van maatschappelijke stage, vrijwillige brandweer en vrijwillige politie).

- geen leeftijdgrens;

- ook bij eenmalige activiteiten;

- geen minimum aantal uren;

- geen urenregistratie;

- ook bij buurtactiviteiten en religieuze activiteiten.

 

Verzekeringspakket:

- ongevallenverzekering en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers;

- aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers (voor de vrijwilliger zelf);

- aansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen (verenigingen en stichtingen);

- bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor vrijwillige bestuurders van verenigingen en stichtingen;

- verkeersaansprakelijkheidsverzekering voor de rechtspersoon (letselschade en schade motorvoertuigen van vrijwilligers);

- rechtsbijstandsverzekering voor vrijwilligers.

  

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld dat het al dan niet toekennen van een bijdrage op grond van de afgesloten verzekering is voorbehouden aan de verzekeraar en niet aan de gemeente.

 

 

Integrale vergunningen

De burgemeester integreert waar mogelijk meerdere vergunningen/ontheffingen voor een evenement, in één evenementvergunning. Een voorbeeld is het integreren van de tijdelijke gebruiksvergunning in een evenementvergunning. Wel worden de verschillende legeskosten in rekening gebracht. Dit geldt niet voor een verkeersbesluit en een tijdelijke gebruiksvergunning. Ook meerdere dagen en activiteiten worden samengevoegd in één vergunning.

 

Artikel 19 Controle en toezicht:

Controle en toezicht op evenementen heeft prioriteit. De gemeente voert ook tijdens avonduren en in het weekend controles uit. Zeker tijdens de piek aan evenementen (in het hoogseizoen) is personeelsbezetting belangrijk. Om calamiteiten te voorkomen krijgt preventief toezicht, controle en een goede voorbereiding van de vergunning prioriteit.

De controleurs voeren de controles integraal uit, dit betekent ook dat zij brandveiligheid en geluid controleren.

 

Omdat kleine(re) evenementen met dit beleid vergunningvrij of meldingplichtig zijn, komt de nadruk bij evenementen meer op controle en toezicht en – indien nodig – handhaving te liggen. Het is bijvoorbeeld van belang dat meldingen steekproefsgewijs worden gecontroleerd op de naleving van de meldingscriteria.

 

Artikel 20 Handhaving:

Er wordt zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk gehandhaafd. Strafrechtelijk hebben BOA’s en politie een eigen (‘discretionaire’) bevoegdheid, bijvoorbeeld als de bestuurs-rechtelijke aanpak voor (kleine) overtredingen niet effectief is, zoals illegaal afval storten.

 

Bestuursrechtelijke handhaving

Door de perikelen bij de dwangsomprocedure (opleggen dwangsombeschikking, begunstigingstermijn, verbeuring en inning dwangsommen), is spoedeisende bestuursdwang (het geheel of gedeeltelijk stilleggen van het evenement) het geschiktste bestuursrechtelijke handhavingsinstrument. Voordeel is dat de BOA van controle en toezicht of de cluster Milieu of de politie, in overleg met de handhavingscoördinator en/of de AOV, onder een voorafgaande mondelinge of schriftelijke waarschuwing, direct tot handhaving kan overgaan.

 

De afhandeling van de handhavingprocedures vindt plaats conform de algemene handhavingstrategie en de daarbij behorende protocollen.

 

Artikel 21 Klachten en evaluatie:

Een klacht over een evenement kan bij verschillende afdelingen binnenkomen of bij de politie. Deze moeten doorgestuurd worden aan R&M/Milieu. Dit cluster zit in het interne handhavingsoverleg, waarmee de link met het coördinatieteam grote evenementen is gewaarborgd en heeft al een milieuklachtenregistratie. Centrale registratie van klachten geeft informatie waarmee de gemeente in de vergunningverlening en handhaving rekening houdt. Metingen, processenverbaal, klachten en medelingen zijn de basis voor een periodieke evaluatie. De burgemeester evalueert vierjaarlijks het beleid. Eventueel volgen aanpassingen in de richtlijnen, eindtijden, geluidsnormen of aantallen evenementendagen per locatie. De beleidsmedewerker bijzondere wetten is belast met de evaluatie. Benadrukt wordt dat het andere klachten betreft dan in de zin van Hoofdstuk 9 van de Awb. Van die klachten maakt de burgemeester melding in zijn jaarverslag. Dit is dus niet het geval bij klachten over overlast door evenementen.

 

Artikel 22, 23 en 24 behoeven geen toelichting.

 

1 Het begrip ‘inrichting’ in de Brandbeveiligingsverordening is ruimer dan het begrip ‘inrichting’ in de zin van het Barim. Inrichting in de Brandbeveiligingsverordening is ‘een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats’. Dit begrip is dus niet afhankelijk van begrippen als ‘openbaarheid’ of ‘weg’.

[1] Het Besluit en de 12-dagenregeling in artikel 4:3 Apv is beperkt tot inrichtingen. In de praktijk zijn dit vooral horeca-inrichtingen. Het begrip inrichting is ook van toepassing op een aantal evenementen in de openlucht, bijvoorbeeld: het in de openlucht of in een besloten ruimte beoefenen van sport in wedstrijdverband, ter voorbereiding van wedstrijden of voor recreatieve doeleinden of het in de open lucht vertonen van films, houden van muziek-, toneel-, of daarmee verwante uitvoeringen, of tentoonstellen van gebruiksvoorwerpen of voortbrengsels van kunst, cultuur of wetenschap.

 

Externe link2 Als eenmalig vergunning wordt verleend voor het houden van een markt in of op een - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijk gebouw of plaats, bijvoorbeeld een braderie of avondmarkt in een winkelstraat of een gebouw, dan is artikel 5.23 Apv van toepassing. Dit artikel richt zich niet tot degene die een standplaats wil innemen maar tot de organisator van de markt en/of de rechthebbende van het gebouw waarin deze markt eventueel wordt gehouden. Zou het innemen van een standplaats zelf aan een vergunning worden gebonden, dan zouden al degenen die standplaats willen innemen een vergunning behoeven. Heeft een gebouw een agrarische of industriebestemming, dan kan het gebruik van dat gebouw als markt strijd opleveren met de planologische gebruiksvoorschriften. Dit is het geval als de markt een min of meer regelmatig of permanent karakter heeft. Incidenteel afwijkend gebruik is geen planologisch gebruik. Strijd met een geldend bestemmingsplan is als mogelijke weigeringgrond in artikel 5.23 Apv opgenomen.