Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Subsidieregeling Talentontwikkeling podiumkunsten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Talentontwikkeling podiumkunsten
CiteertitelSubsidieregeling Talentontwikkeling podiumkunsten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpCultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. 4:23 Algemene wet bestuursrecht
  2. Art. 4 Algemene subsidieverordening Arnhem 2002
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-201001-01-2012Onbekend

23-02-2010

Arnhemse Koerier, 3 maart 2010

2010.0.015.820

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Talentontwikkeling podiumkunsten

 

 

artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • b.

    instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem;

  • c.

    activiteit: een activiteit op het gebied van de podiumkunsten (theater, muziek, dans, film);

  • d.

    openbaar karakter: een door de instelling georganiseerde openbare, voor een breed publiek toegankelijke voorstelling, presentatie en expositie, waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen;

  • e.

    vernieuwing: de activiteit is speciaal ontwikkeld en maakt geen onderdeel uit van het reguliere aanbod van de aanvragende instellingen.

  • f.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    ASV: de Algemene subsidieverordening Arnhem 2002.

artikel 2: Subsidiëring

  • 1.

    Op het in artikel 4, lid 1, van de ASV genoemde beleidsterreinen Cultuur kan het college een subsidie verstrekken met inachtneming van deze regeling aan een instelling voor activiteiten die als doel hebben de ontwikkeling van beginnend podiumkunstentalent op wijkniveau te stimuleren dan wel te bevorderen, door middel van kennismaking met en beoefening van podiumkunstendisciplines, die in Arnhem plaatsvinden en een openbaar karakter hebben.

  • 2.

    Deze activiteiten dienen op professioneel niveau te worden uitgevoerd, zijn projectmatig van opzet en in tijdsduur beperkt, en dienen in het geheel van voldoende kwaliteit te zijn.

  • 3.

    Deze activiteiten dragen een presentatie-element in zich.

  • 4.

    Het subsidie dient een aanvulling te zijn op andere inkomsten.

  • 5.

    Reis- en verblijfskosten en investeringskosten (b.v. aanschaf instrumenten, uniformen, huisvesting, opslag enz.) komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 6.

    Alleen kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit worden in aanmerking genomen.

  • 7.

    De aanvraag dient te worden ondersteund door een begroting die sluitend is en vergezeld gaat van een realistisch dekkingsplan.

artikel 3: Adviesgroep

Een ambtelijke adviesgroep bestaande uit minimaal 2 personen adviseert het college over de beoordeling van de aanvragen op grond van deze regeling.

artikel 4: Subsidieplafond

Het college stelt voor het jaar 2010 vóór 1 maart van het betreffende subsidiejaar het subsidieplafond vast. In de daaropvolgende jaren stelt het college steeds vóór 1 januari van het betreffende subsidiejaar het subsidieplafond voor dat jaar vast.

artikel 5: Aanvraag

  • 1.

    Naast de gegevens en bescheiden die ingevolge de ASV dienen te worden overgelegd, dient de artistieke leiding haar curriculum vitae te overleggen en dient een publiciteitsplan te worden overgelegd.

  • 2.

    Indien de activiteiten worden uitgevoerd tussen 1 juli van het jaar waarop het subsidieplafond betrekking heeft en 1 juli van het daaropvolgende jaar, dient de aanvraag vóór 1 april van het eerstgenoemde jaar te worden ingediend. De beslissing op de aanvraag wordt vóór 1 juni van hetzelfde kalenderjaar genomen.

  • 3.

    Wordt een aanvraag niet voor de indieningstermijn ingediend dan kan deze buiten behandeling worden gelaten.

  • 4.

    Indien mogelijk en door de aanvrager gewenst kan worden besloten een aanvraag aan te houden om deze in een opvolgende termijn te behandelen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders maken de beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

artikel 6: Verdelingsmaatstaf

  • 1.

    De aanvragen die aan het gestelde van artikel 2 voldoen, worden in onderlinge samenhang gewogen op grond van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van vernieuwing: de wegingsfactor ‘vernieuwing’ telt dubbel in de beoordeling;

    • b.

      de mate waarin het project is toegesneden op uitvoering op wijkniveau. Op aantoonbare wijze wordt gestreefd naar samenwerking met organisaties die actief zijn in de wijken (wijkverenigingen, woningbouwcorporaties, wijkTV, kunstscouts dan wel wijkbewoners). Waar mogelijk wordt aangehaakt bij bestaande wijkinitiatieven (bijvoorbeeld festivals);

    • c.

      de mate van artistieke kwaliteit; dit moet blijken uit de cv(’s) van de artistieke leiding van het project;

    • d.

      de mate van professionaliteit van de aanvragende organisatie, gedefinieerd als de mate van ervaring in het organiseren van activiteiten in de zin van deze regeling;

    • e.

      de mate van publieksbereik en afstemming van het plan op de beoogde doelgroep: de activiteit heeft minimaal een openbaar karakter en in het publiciteitsplan wordt omschreven wat het publieksbereik is, wie de beoogde doelgroep is en hoe de activiteit is afgestemd op het publiek of de beoogde doelgroep;

    • f.

      de mate waarin op aantoonbare wijze wordt gestreefd naar co-financiering dan wel aanvullende inkomsten.

2. a. Op grond van de mate waarin de instellingen voldoen aan de in lid 1 weergegeven criteria stelt de adviesgroep een rangorde op van de instellingen.

  • b.

    Het college stelt op advies van de ambtelijke adviesgroep de uiteindelijke rangorde vast. De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie tot en voor zover het subsidieplafond ex artikel 4 van deze regeling is bereikt. De subsidieverstrekking wordt geweigerd aan instellingen die lager in rangorde zijn geplaatst.

    • 3.

      Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.750 per aanvraag.

    • 4.

      Het subsidie wordt verstrekt tot maximaal het reële tekort in de begroting van de aanvrager.

artikel 7: Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      de aanvrager zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • e.

      de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • f.

      de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2.

    De subsidieverstrekking wordt geweigerd in geval niet voldaan wordt aan eisen van deze regeling.

artikel 8: Verplichting

  • 1.

    Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de gemeente bekend zijn, onmiddellijk te melden.

  • 2.

    Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om bij iedere publicatie over de activiteit waarvoor subsidie is verleend te vermelden dat de gemeente Arnhem de betreffende activiteit subsidieert.

  • 3.

    Uiterlijk binnen twaalf weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit dient een aanvraag om vaststelling van de subsidie in te worden ingediend.

  • 4.

    Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie dient aangetoond te worden dat co-financiering heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    De uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd moet een aanvang hebben binnen de periode zoals aangegeven in Artikel 5, lid 2.

artikel 9: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

artikel 10: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

artikel 11: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Talentontwikkeling podiumkunsten.