Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening WWB 2012 |
Citeertitel | Re-integratieverordening WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet Werk en Bijstand, art. 8 lid 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-04-2012 Nieuwsblad voor Huizen, 10 mei 2012 | Onbekend |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), het Bijstandsbesluit zelfstandigen (2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
HOOFDSTUK 2 BELEID EN FINANCIËN
Bij de keuze van de mogelijkheden van het aanbieden van ondersteuning en het aanbieden van voor-zieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij wordt gekeken of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.
HOOFDSTUK 3 VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN
De Anw-er of Nugger heeft recht op een volledige bijdrage in de kosten van aangeboden voorzieningen ingevolge deze verordening indien het gemiddelde netto gezinsmaandinkomen gedurende de 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag minder bedraagt dan 130% van de van toepassing zijnde uitkering als genoemd in de WWB.
Artikel 12. Participatieplaats
Het college verstrekt aan de persoon die additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in dit artikel een premie van telkens € 300,00 per zes maanden, conform artikel 10a lid WWB, artikel 38 lid 6 van de IOAW en artikel 38 lid 6 van de IOAZ, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Aan een uitkeringsgerechtigde die op grond van artikel 9a van de wet of artikel 38 van de IOAW of de IOAZ is vrijgesteld van de arbeidsverplichting wordt door het college een scholingsaanbod gedaan dat leidt tot het behalen van een startkwalificatie of een opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert.
Voor een uitkeringsgerechtigde, die onbeloonde additionele werkzaamheden verricht, als bedoeld in artikel 10a van de wet, artikel 38 a van de IOAW of de IOAZ en artikel 13 van deze verordening en die niet beschikt over een startkwalificatie, wordt binnen 6 maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden door het college bekeken in hoeverre scholing of opleiding kan bijdragen aan de vergroting van de kans op arbeidsinschakeling.
HOOFDSTUK 5 SUBSIDIE EN VERGOEDINGEN
Het college kan aan de persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 8 en 9 van deze verordening een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de arbeidsinschakeling dan wel (maatschappelijke) participatie, voor zover deze niet worden vergoed door de werkgever