Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldebroek

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldebroek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
CiteertitelBeleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage afwegingskader & toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-05-201416-12-2020Wijziging

22-04-2014

GVOP, 14-05-2014

Onbekend.
20-11-201215-05-2014Wijziging

13-11-2012

Huis aan huis, 20-11-2012

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

 

Burgemeester en wethouders van Oldebroek,

 

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

 

Gelet op de artikelen 2.19, eerste lid, 2.23, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

 

besluiten:

de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.

Artikel 2 Vormen van sanctioneren

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:

 

  • a.

    Herstelsanctie;

  • b.

    Bestraffende sanctie.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1.

    De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.

  • 2.

    In deze Beleidsregels Handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.

  • 3.

    In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd worden voor de prioritering en de hoogte van de bestuurlijke boete per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

1.

Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en)

2.

Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:

 

a.

stap 1: aanwijzing

 

b.

stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang

 

c.

stap 3: exploitatieverbod

 

d.

stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang of het register peuterspeelzalen

3.

Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

4.

De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

5.

Bij het opleggen van een aanwijzing gelden in beginsel de volgende hersteltermijnen:

 

a.

prioriteit hoog: maximaal 2 weken

 

b.

prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden

 

c.

prioriteit laag: maximaal 6 maanden

 

Het college kan van de hersteltermijnen afwijken als dit de uitvoering van de handhaving ten goede komt.

6.

In spoedeisende gevallen kan door de inspecteur tijdens een inspectie een bevel worden gegeven. Dit middel wordt door de inspecteur ingezet. De inspecteur geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de dat de kwaliteit bij een kindercentrum of peuterspeelzaal zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Ingeval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn.

Artikel 5  

Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal) wordt de registratie verwijderd uit het register kinderopvang danwel peuterspeelzaalwerk.

Hoofdstuk 3 Bestraffend traject

Artikel 6  

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op gesubsidieerde peuterspeelzalen.

Artikel 7 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete

  • 1.

    Het college legt een bestuurlijke boete op bij overtredingen ten aanzien van de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage.

  • 2.

    Het college kan een bestuurlijke boete opleggen bij overige overtredingen zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage.

Artikel 8 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1.

    Bij de berekening van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1.72, eerste lid en artikel 2.28, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid, geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsoverzicht met 0,5 wordt vermenigvuldigd.

Artikel 9 Recidive

Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:

 

  • a.

    1,5 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden;

  • b.

    2 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan.

Artikel 10 Matiging

1.

Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van:

 

-

de ernst van de overtreding,

 

-

de mate van verwijtbaarheid,

 

-

de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

 

-

de omstandigheden waarin de overtreder verkeert,

 

boeteoplegging volgens deze Beleidsregels handhaving onevenredig is.

Artikel 11 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen”.

Artikel 13 Intrekking beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen

De beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking 1 dag na bekendmaking in de huis-aan-huis.