2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking
aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-
of sloopactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze
reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de
leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een
termijn van 4 weken na het in behandeling nemen
ervan | 90% |
van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges, met
dien verstande dat een bedragen minder dan de
aldaar vermelde minimale vaste bedragen niet
worden teruggegeven; | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na een
termijn van 4 weken na het in behandeling nemen
ervan | 75% |
van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges, met
dien verstande dat bedragen minder dan de aldaar
vermelde minimale vaste bedragen niet worden
teruggegeven; | |
2.5.1.3 | gereserveerd | |
| |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking
verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-
of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag
van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op
teruggaaf van een deel van de leges, mits deze
aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening
van de vergunning en van de vergunning geen
gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges met
dien verstande dat bedragen minder dan de aldaar
vermelde minimale vaste bedragen niet worden
teruggegeven. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren
van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in
de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7
weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1
wordt mede verstaan een vernietiging van de
beschikking waarbij de vergunning is verleend bij
rechterlijke uitspraak. | |
| | |
2.5.4 | teruggaaf als gevolg van het van
gemeentewege niet in behandeling nemen van een
omgevingsvergunning
voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
2.5.4.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in
de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 niet in
behandeling neemt, bestaat aanspraak op teruggaaf
van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt
| 90% |
| | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor
teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan het minimumbedrag als
genoemd in de artikelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3 en
2.3.15 wordt niet teruggegeven. | |
| | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of
verklaring van geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de
onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf
verleend. | |