Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Toeristenbelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening Toeristenbelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 224
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-03-2021 | Artikel 7 | 11-02-2021 | |||
01-01-2021 | 02-03-2021 | Artt. 8, 14 | 03-12-2020 | ||
01-01-2020 | 01-01-2021 | artt. 1, 7, 14 en 15 | 12-12-2019 | BW/19 - 329654 | |
29-12-2017 | 01-01-2020 | Art. 11 is gewijzigd | 14-12-2017 | GRIFBW/17 - 219331 | |
27-12-2016 | 01-01-2018 | Art. 7 en 15 zijn gewijzigd gewijzigd | 22-12-2016 | GRIFBW/16 - 166712 | |
01-01-2014 | 01-01-2017 | Art. 2 is gewijzigd | 19-12-2013 Het Klaverblad, 31-12-2013 | GRIFBW/13 - 001051 | |
01-01-2013 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 15-11-2012 Het Klaverblad, 21-11-2012 | GRIFBW/12 - 00796 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en alleen bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur worden aangeboden;
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 6. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Enkel voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen gedurende een seizoen of een jaar, alleen bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, kan het aantal overnachtingen, op een bij de aangifte gedaan schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, op basis van een forfaitaire maatstaf worden vastgesteld. In dit verzoek bij de aangifte dient de belastingplichtige aan te tonen dat er geen direct zicht is op het werkelijke aantal overnachtingen. Het verzoek bij de aangifte kan niet per standplaats worden gedaan.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan 10 zal of heeft belopen.
Artikel 11. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt, indien is gekozen voor automatische incasso en zolang de verschuldigde bedragen kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college burgemeester en wethouders aangewezengemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Kwijtschelding van de in artikel 2 bedoelde belasting zoals bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt niet verleend.