Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2010 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2009.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | Intrekking | 12-12-2011 Kompas Regiokrant, 20-12-2011 | 2011-119 | |
03-02-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 26-01-2010 Kompas Regiokrant, 02-02-2010 | onbekend |
De Raad van de gemeente Landsmeer,
gelezen het voorstel van het college van 2010, voorstelnummer 2010 – ;
gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is om beperkingen die een persoon ondervindt in zijn zelfredzaamheid en participatie bedoeld in artikel 1 onder g., onderdeel 4, 5 en 6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning te compenseren;
vast te stellen de navolgende:
"Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2010"
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
de algemene verplichtingaan het gemeentebestuur om aan personen met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek, door het treffen van algemene en/of individuele voorzieningen in aanvaardbare mate een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen, zodat zij voor zover mogelijk
zelfredzaam zijn en in staat tot maatschappelijke participatie;
een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische, psychische en psychosociale problemen,aantoonbare beperkingen ondervindt bij het voeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het
huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel ofbij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
de woonruimte waar de persoon met beperkingen zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en welke bestemd en geschikt is voor permanente bewoning en op welk adres hij/zij in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven dan wel het feitelijk woonadres indien hij/zij een postadres heeft dan wel zal staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;
Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer:
in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer worden zowel de eigen bijdragen, als de financiële tegemoetkomingen als het persoonsgebonden budget geregeld, dit ter uitvoering van de Algemene Maatregel van Bestuur maatschappelijke ondersteuning. Dit Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer vormt een nadere uitwerking van de regels van deze verordening;
een eenheid bestaande uit gehuwden die al dan niet tezamen met één of meer ongehuwde minderjarigen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde die met een of meer ongehuwde minderjarigen duurzaam een huishouden voert. Onder gehuwden worden ook begrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/of met kinderen samenwonen.
Streng M&O-beleid (Misbruik en Oneigenlijk gebruik):
ten opzicht van de reguliere Administratieve Organisatie/Interne Controle zijn specifieke en aanvullende (controle) maatregelen noodzakelijk om het risico van van misbruik en/of oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Deze maatregelen strekken zich zowel uit tot de voorwaardenscheppende sfeer als het actieve toezichtdaarop (controle, handhaving);
het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of
het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan;
Artikel 2 Vaststelling inkomen
In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrage plichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste €1816 lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid.
Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrage plichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrage plichtig inkomen minder dan €1816 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid.
Een voorziening wordt niet toegekend:
indien eenvoorziening als diewaarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze of voorgaande versie van deze verordening, dan wel krachtens de aan deze versies voorafgaande verordening Voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
HOOFDSTUK 2 VORM VAN DE TE VERSTREKKEN VOORZIENINGEN
Algemene voorzieningen zijn voorliggend op individuele voorzieningen en worden in natura verstrekt. Indien een aanvrager in aanmerking komt voor een individuele voorziening kan gekozen worden tussen een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. Het college stelt in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer vast in welke situaties de keuze tussen deze voorzieningen niet wordt geboden.
Artikel 5 Voorziening in natura
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst gemeente Landsmeer van toepassing.
Artikel 6 Financiële tegemoetkoming
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming zijn de bepalingen zoals genoemdinhet Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer van toepassing.
Artikel 7 Persoonsgebonden budget
De omvang van het persoonsgebonden budget, wordt met uitzondering van het persoonsgebonden budget voor vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de Wet op de loonbelasting 1964, afgeleid van de tegenwaarde van de voorziening die in de betreffende situatie in natura als goedkoopst adequate oplossing zou zijn verstrekt, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten.
De budgethouder verstrekt na aanschaf van de voorziening waarvoor het persoonsgebonden budget verstrekt is, dan wel na afloop van de periode waarop het persoonsgebonden budget van toepassing is, die gegevens die het college nodig acht om de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding te kunnen beoordelen.
Artikel 8 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Als de aanvraag voor een individuele voorziening wordt gehonoreerd, vraagt het college een eigen bijdrage of stemt de financiële tegemoetkoming af op het inkomen (eigen aandeel). Het college legt in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast, alsmede de berekeningswijze en de duur van de eigen bijdrage en het eigen aandeel.
HOOFDSTUK 3 HULP BIJ HET HUISHOUDEN
Artikel 9 Vormen van hulp bij het huishouden
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
In afwijking van het gestelde in artikel 10 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4,5 en 6 van de wetniet of slechts gedeeltelijkin aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waardeze persoon deel van uitmaakt, één of meer huisgenoten of kinderen behoren, die in staat zijn (een deel van) het huishoudelijk werk te verrichten.
Artikel 12 Omvang van de hulp bij het huishouden
De omvang van de toe te kennen hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren, afgerond in decimalen, per week.
Artikel 13 Omvang van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per tijdseenheid van een uur, zoals genoemd in artikel 12in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden door het college vastgesteld en opgenomen in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer.
Artikel 14 Vormen van woonvoorzieningen
De door het collegeter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 15 Primaat algemene woonvoorzieningen en aanspraak op individuele woonvoorzieningen
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 14 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning of losse woonvoorzieningnoodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.
Artikel 16 Soorten individuele woonvoorzieningen
De in artikel 14 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 17 Primaat van de verhuizing en de uitraasruimte
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder d. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16 onder f. in aanmerking worden gebracht indien redelijkerwijs niet kan worden voorkomen dat genoemde persoon dubbele woonlasten heeft ten gevolge van het aanpassen van de huidige woonruimte of een nog te betrekken woonruimte.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen in AWBZ-instellingen of andere zorginstellingen, hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen (hadden) kunnen worden.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstelling erkende instelling en het bezoeken een structureel karakter zal hebben.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen. Voorzieningen aan gemeenschappelijke ruimten kunnen slechts worden toegekend indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte ontoegankelijk blijft voor de aanvrager;
de woonvoorziening, alsbedoeld in artikel 16 onder a.aangevraagd wordt op een moment ,dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie, te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en daarmee geen sprake is van een onverwacht opgetreden. Een woningaanpassing of een verhuiskostenvergoeding wordt dus geweigerd indien verhuizing naar een geschikte(re) woning in de lijn der levensverwachting ligt en derhalve als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd;
De aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden;
Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouwdie leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
HOOFDSTUK 5 VERVOERSVOORZIENINGEN
Artikel 22 Vormen van vervoersvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen, te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 24 Het primaat van het collectief vervoer
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wetkan voor de in artikel 22, onder b., c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien:
Artikel 25 Autoaanpassing in plaats van collectief vervoer
Wanneer het collectieve vervoer geïndiceerd is kan, indien de persoon met beperkingen de voorkeur geeft aan het blijven rijden in de eigen auto, onder voorwaarden ook een gemaximeerde vergoeding voor autoaanpassing worden verstrekt. In het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer worden de voorwaarden en de hoogte van de vergoeding nader omschreven.
Artikel 26 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen
Indien het inkomen van een alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezamenlijk inkomen van echtparen meer bedraagt dan dein het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruik- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 27 Omvang in gebied en in kilometers
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
HOOFDSTUK 6 ROLSTOELVOORZIENINGEN
Artikel 28 Vormen van rolstoelvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich verplaatsen in en om de woning dan wel voor sportbeoefening, te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 29 Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor eenin artikel 28 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de AWBZ of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wetkan voor een in artikel 28 onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de AWBZ of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden, of wel;
Artikel 30 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor bewoners van een AWBZ-instelling
In afwijking vanhet gestelde in artikel 29 tweede lid komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling, uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
HOOFDSTUK 7 HET VERKRIJGEN VAN VOORZIENINGEN, MOTIVEREN VAN BESLUITEN, CONTROLE EN HANDHAVING
Artikel 31 Gebruik aanvraagformulier
Een aanvraagformulier moet worden ingediend door middel van het door het college ter beschikking gestelde formulier.
Het aanvraagformulier moetworden ingediend bij het daarvoor bestemde loket bij de gemeente. Bij dit loket kunnen zowel aanvragen Wmo worden ingediend als aanvragen voor zorg in het kader van de AWBZ.
Artikel 33 Inlichtingen, onderzoek en adviesen beschikking
Artikel 34 Advisering ensamenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordtbij het onderzoek inzake het advies indienvan toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Artikel 35 Samenhangende afstemming met voorliggende voorzieningen
Om de verkrijging van Wmo-voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager, stemt het college de inventarisatie van beperkingen zoals genoemd in artikel 33 af op mogelijke AWBZ-indicaties en overige voorliggende voorzieningen.
Artikel 36 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht terstond aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 38 Intrekken van een besluit tot verlening van een voorziening
Een besluit voorzieningen tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorzieningwaarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 40 Misbruik en Oneigenlijk gebruik
In het geval er misbruik is gemaakt, zal (afhankelijk van de ernst van het misbruik) aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie en word(t)(en) de belanghebbende(n) die misbruik heeft/hebben gemaakt voor tenminste 1 jaar uitgesloten van het verkrijgen van een voorziening op grond van de Wmo in de gemeente Landsmeer in deze vorm. De uitsluiting en de duur van de uitsluiting wordt met de terugvordering-beschikking kenbaar gemaakt.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 42 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning betreffende, waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.
Het college kan jaarlijks de bedragen vanhet op deze verordening berustende Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Deze verordeningwordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe telkens na 4 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effectiviteitvan de verordening in de praktijk.
Artikel 45 Citeertitel en inwerkingtreding
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2009, zoals vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 27 oktober 2009 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Landsmeer 2010.