Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING regelende het verlenen van vrijstelling van belastingen ter bevordering van de vestiging en de uitbouw van industriële ondernemingen |
Citeertitel | Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Aanschrijving ter uitvoering van artikel 39, eerste lid, onder a, van de Algemene landsverordening landsbelastingen voor industriële ondernemingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2016 | art. 12c | 18-03-2016 AB, 2016, 14 | Onbekend. | ||
30-05-2015 | 30-04-2016 | wijziging artikelen 13 en 14; | 17-04-2015 AB 2015, no.9 | Onbekend | |
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 686 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze landsverordening wordt verstaan onder:
assembleren: het in elkaar zetten van producten tot een nieuw handelsproduct, met dien verstande dat, indien het nieuwe handelsproduct op de binnenlandse markt wordt afgezet, het percentage dat de hier te lande toegevoegde waarde uitmaakt van de prijs af-fabriek met uitzondering van de winstopslag van het gereed product, gelijk aan of groter dan het geldende tarief van het op een soortgelijk ingevoerd handelsproduct geheven invoerrecht dient te zijn;
Krachtens deze landsverordening kan vrijstelling worden verleend van:
de winstbelasting op de voet van artikel 15, tweede lid, van de Landsverordening op de winstbelasting met dien verstande dat ter zake van de winstbelasting een verminderd tarief als bedoeld in het vijfde lid van het genoemde artikel wordt geheven, welk tarief met inbegrip van opcenten tenminste 2% over de gerealiseerde winst bedraagt;
De dividenden en andere winstuitkeringen aan aandeelhouders en houders van andere op een deel van de winst recht gevende bewijzen, waarvan ten genoegen van de Inspecteur der Belastingen, wordt aangetoond, dat zij geheel afkomstig zijn van de winsten van naamloze vennootschappen, die onderworpen zijn aan het in artikel 2, eerste lid, onder a, genoemde verminderde tarief zijn, mits uitgedeeld binnen twee jaar na afloop van het boekjaar waarin de winst is gemaakt, vrijgesteld van inkomstenbelasting op de voet van de Landsverordening op de inkomstenbelasting. Zij worden bij de berekening van het bedrag van de belasting geheel buiten beschouwing gelaten.
Intrekking op grond van het in het eerste lid, onder a, gestelde geschiedt met terugwerkende kracht tot en met de dag van de vaststelling van het landsbesluit. Intrekking op grond van het aldaar onder b en c, gestelde kan met terugwerkende kracht uiterlijk tot en met de dag van de vaststelling van het landsbesluit geschieden.
Indien de industrie wordt overgenomen en voortgezet door een andere naamloze vennootschap die voldoet aan het bepaalde in artikel 3 of indien het een industrie betreft als bedoeld in artikel 5, in artikel 3 met uitzondering van het vierde lid, onder a, en in artikel 5, wordt het landsbesluit op verzoek van de meest gerede partij dienovereenkomstig gewijzigd. Voor de toepassing van deze landsverordening treedt de latere rechthebbende in de plaats van de voorgaande.
De belanghebbende is gehouden de minister of door deze aangewezen ambtenaren, telkens wanneer zij dit verlangen, vrije toegang te verlenen tot de gebouwen en terreinen van het bedrijf, de daar aanwezige goederen te laten onderzoeken, inlichtingen dienaangaande te verstrekken, de hem gegeven aanwijzingen op te volgen en desgevraagd inzage te verschaffen van registers, boeken, bescheiden en andere informatiedragers die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van deze landsverordening, een en ander op de wijze en binnen de termijn, door de minister te bepalen.
Het opzettelijk niet voldoen aan een krachtens het tweede lid van artikel 11 gestelde verplichting wordt gestraft met hetzij gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren en een geldboete van de vierde categorie, hetzij met een van deze straffen.
Allen die uit hoofde van hun ambt of beroep betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van voorschriften, bij of krachtens deze landsverordening gegeven, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun in die hoedanigheid bekend is geworden, voor zover zij niet uit hoofde van dat ambt of beroep tot mededeling daarvan bevoegd of verplicht zijn.
Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.