Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode gemeenteraad Rotterdam |
Citeertitel | Gedragscode gemeenteraad Rotterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2003-169 |
Dit is de tekst van dit besluit zoals deze geldt met ingang van 7 juli 2006, de datum van inwerkingtreding van wijziging 1
Gemeentewet, art. 15, derde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2003 | 15-07-2016 | Onbekend | 11-09-2003 Gemeenteblad 2003-169 | raadsstuk 2003-910 |
Gedragscode gemeenteraad Rotterdam
De Raad van de gemeente Rotterdam,
Gelezen de gedragscode voor de gemeenteraad,
gehoord de beraadslagingen in de commissie voor Bestuur en Veiligheid op 28 augustus 2003; raadsstuk 2003-910;
gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;
De hierna volgende gedragscode voor de gemeenteraad van Rotterdam vast te stellen.
Het raadslid voorkomt elke schijn van persoonlijk belang bij enig door de raad te nemen besluit.
Raadsleden bejegenen elkaar correct, zowel in woord als geschrift.
Artikel 15, lid 1 Gemeentewet geeft een opsomming van werkzaamheden en handelingen, waarvan raadsleden zich uitdrukkelijk dienen te onthouden. Omdat deze handelingen reeds bij wet verboden zijn, is ervan afgezien deze handelingen nogmaals expliciet in de gedragscode op te nemen. Voor de volledigheid zij voorts vermeld dat artikel 13 Gemeentewet een opsomming geeft van de functies die onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap.
Artikel 28, lid 1 Gemeentewet bepaalt voorts dat een raadslid niet aan de stemming deelneemt over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Evenmin neemt hij deel aan de stemming over de vaststelling of goedkeuring van de rekening van een lichaam, waaraan hij rekenplichtig is of waarvan hij bestuurslid is.
Het raadslid verstrekt geen informatie aan derden die vertrouwelijk is dan wel kan zijn en maakt voor privé-doeleinden geen gebruik van hetgeen hem als raadslid ter kennis is gekomen.
Vragen inzake vertrouwelijke informatie kunnen door een lid aan het presidium worden voorgelegd.
III. Gemeentelijke goederen en diensten
Het raadslid maakt geen privé-gebruik van de door hem voor het uitoefenen van zijn functie als raadslid ter hand gestelde goederen en laat voor privé-doeleinden geen diensten verrichten door personen in gemeentedienst, tenzij dit expliciet is geregeld.
Gedacht kan worden aan studiekosten.
In de praktijk zullen kosten die het raadslid uit hoofde van zijn functie maakt dienen te worden bestreden uit de vergoeding die hij ingevolge de Gemeentewet ontvangt dan wel uit de tegemoetkoming in de kosten van de fractiebijstand.
Het raadslid neemt bij het aanvaarden en uitoefenen van een nevenfunctie in acht dat:
Om elke schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan, acht de gemeente een “draaideurconstructie” voor leden van de gemeenteraad slechts beperkt aanvaardbaar. Oud-raadsleden worden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij de gemeente.
Het vervullen van nevenfuncties is vanuit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt positief te waarderen. Dat neemt niet weg dat het uit een oogpunt van zuiverheid en transparantie van het openbaar bestuur noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het aanvaarden en uitoefenen van nevenfuncties.
Artikel 12, lid 1 Gemeentewet schrijft voor dat ieder raadslid openbaar maakt welke andere functies hij vervult dan het lidmaatschap van de raad.
Lid 2 bepaalt dat openbaarmaking geschiedt door ter inzage legging van de bedoelde opgave op het gemeentehuis. Het verdient aanbeveling de opgave ook openbaar te maken via de gemeentelijke website.
Indien een lid twijfelt aan de opportuniteit van een nevenfunctie, kan hij/zij dit voorleggen aan het presidium.
VI. Geschenken, uitnodigingen en gunsten
In aansluiting op hetgeen het raadslid bij zijn beëdiging heeft verklaard en beloofd dan wel gezworen (artikel 14, Gemeentewet) neemt hij geen geschenken aan in welke vorm dan ook van personen of instanties die direct of indirect zakelijke betrekkingen hebben met de gemeente, dan wel deze in de naaste toekomst kunnen of zullen krijgen, dan wel in het recente verleden hebben gehad. Het in de vorige volzin bepaalde is niet van toepassing op geschenken tot een geldwaarde van vijftig euro.
In zijn kwaliteit van raadslid onderneemt hij alleen dàn reizen, werkbezoeken en dergelijke voor rekening van derden, indien het gemeentelijk belang een en ander noodzakelijk maakt.
Wel is toegestaan gratis kaartjes voor bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, concerten en dergelijke te accepteren, indien de bij te wonen evenementen direct te maken hebben met de werkzaamheden als raadslid. Acceptabel zijn relatiegeschenken die de normale omvang en aard niet te boven gaan. Zodra het raadslid de indruk krijgt dan wel zou dienen te krijgen dat de geschenken zijn bedoeld om de besluitvorming te beïnvloeden, worden de geschenken geweigerd.
VII. De voorzitter van de Gemeenteraad.
De voorzitter van de Gemeenteraad heeft een eigen rol ten aanzien van de gedragingen van de raadsleden. Indien een vermoeden bestaat dat een raadslid een bepaling van de code overtreedt, stelt de voorzitter, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van leden van de Gemeenteraad, een onderzoek in. De voorzitter bespreekt de kwestie met betrokkene. Waar dit niet het gewenste effect heeft, legt de voorzitter de kwestie voor aan de desbetreffende fractievoorzitter (danwel vice-fractievoorzitter). Treedt er geen verandering op in de handelingen van het gewraakte raadslid, dan informeert de voorzitter het presidium van de gemeenteraad.
De overige leden van de Gemeenteraad hebben de plicht om bij overtreding van de code door de voorzitter – in diens rol als voorzitter van de raad - de zaak aanhangig te maken in het presidium.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 september 2003.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 21 november 2003 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.