Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Verordening op de vertrouwenscommissie smallingerland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie smallingerland 2011
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie smallingerland 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61a, 61c, 82 en 86

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-201113-09-2012Nieuwe regeling

06-12-2011

Breeduit, 29-12-2011

06-12-2011, volgnr. 8

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE VERTROUWENSCOMMISSIE SMALLINGERLAND 2011

De raad van de gemeente Smallingerland;

gelezen het voorstel van de griffier van 25 november 2011;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE VERTROUWENSCOMMISSIE SMALLINGERLAND 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • b.

    de commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Fryslân;

  • c.

    de secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie heeft tot taak om kandidaten te beoordelen die gesolliciteerd hebben naar de functie van burgemeester van Smallingerland.

  • 2.

    De commissie voert daartoe gesprekken met door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    De commissie kan besluiten door de commissaris geselecteerde kandidaten niet te ontvangen. Indien zij daartoe besluit, doet zij daarvan onverwijld en gemotiveerd mededeling aan de commissaris en de betreffende kandidaten.

  • 4.

    De commissie kan besluiten om naast de in lid 2 bedoelde kandidaten ook andere kandidaten die hebben gesolliciteerd, bij haar beoordeling te betrekken. Indien zij daartoe besluit, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 5.

    Indien een niet door de commissaris geselecteerde kandidaat zich rechtstreeks tot de commissie wendt met het verzoek door haar te worden uitgenodigd, dan beslist de commissie zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt zij de verzoeker schriftelijk van haar beslissing op de hoogte.

  • 6.

    De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk verslag uit aan de raad en aan de commissaris. Zij doet het verslag vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende raadsleden:

    • -

      mevrouw S. Akkerman (voorzitter zonder stemrecht);

    • -

      mevrouw T. Flapper (PvdA);

    • -

      de heer P. Fortuin (CDA);

    • -

      de heer F. de Groot (Smallingerlands Belang);

    • -

      de heer J. van der Horst (SP);

    • -

      mevrouw M. Krans (ChristenUnie);

    • -

      de heer R. van der Leck (D66);

    • -

      de heer D. Oosterhof (FNP)

    • -

      de heer B. Pietersma (Gemeentebelangen Smallingerland);

    • -

      de heer P. de Ruiter (GroenLinks)

    • -

      de heer Y. de Vries (VVD).

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3.

    Als adviseur (zonder stemrecht) van de commissie treden op:

    • -

      mevrouw N. Ketelaar (wethouder);

    • -

      de heer E. Bos (gemeentesecretaris);

    • -

      de heer F. van der Heide (griffier).

  • 4.

    Indien een lid van de commissie langdurig niet beschikbaar is of tussentijds de raad verlaat, kan hij of zij worden vervangen door een ander raadslid van dezelfde raadsfractie.

  • 5.

    De griffier is tevens secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand. Zonodig kan hij een beroep doen op bijstand vanuit de ambtelijke organisatie.

  • 6.

    De plaatsvervangend griffier treedt op als plaatsvervangend secretaris van de commissie.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De commissie vergadert uitsluitend indien tenminste een meerderheid van de leden aanwezig is.

  • 3.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 4.

    Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

  • 5.

    De opvattingen als bedoeld in artikel 2, lid 6 worden bepaald bij meerderheid van stemmen.

  • 6.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan raad en commissaris, als bedoeld in artikel 2 lid 6, vermeld.

  • 7.

    Bij staking van de stemmen over de opvattingen als bedoeld in artikel 2, lid 6, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de raad en de commissaris.

Artikel 5
  • 1.

    Namens de commissie nodigen voorzitter en secretaris de kandidaten uit voor de gesprekken met de commissie.

  • 2.

    Plaats, datum en tijdstip van de gesprekken worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3.

    Over de kandidaten worden schriftelijk noch mondeling inlichtingen ingewonnen anders dan door tussenkomst van de commissaris. Overleg met derden, met uitzondering van de commissaris, is uitgesloten.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gebracht. De geheimhouding geldt eveneens voor de adviseurs en de ambtelijke ondersteuning.

  • 2.

    Noch aan de raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering.

  • 3.

    Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding als bedoeld in dit artikel opheffen.

  • 4.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 5.

    Indien de commissie vaststelt dat een van de leden of adviseurs de geheimhouding schendt, dan wordt de betreffende persoon uit zijn of haar functie ontheven. Dit besluit wordt niet genomen dan nadat de betreffende persoon door de voltallige commissie is gehoord. Het besluit dient bij, afwezigheid van de betreffende persoon, in een overigens voltallige commissie, in unanimiteit te worden genomen.

Artikel 7 Communicatie en correspondentie

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris. De secretaris bewaart de stukken totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en door de secretaris verzonden.

Artikel 8 Beëindiging van de commissie

  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4.

    Originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van kandidaten worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan betrokkenen teruggezonden.

  • 5.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden door de leden weer ingeleverd bij de secretaris, die zorgdraagt voor onmiddellijk vernietiging.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van het ter zake bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde.

Artikel 10 Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

Artikel 11

Deze verordening vervalt met ingang van de dag dat de commissaris van de Koningin een afschrift van het Koninklijk Besluit tot benoeming van de burgemeester heeft verzonden aan de gemeenteraad.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd

in zijn openbare vergadering van 6 december 2011,

voorzitter, griffier,