Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Reinigingsheffingen 2013 |
Citeertitel | Verordening Reinigingsheffingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 23-01-2014 | Onbekend | 08-11-2012 Weekblad voor Ouder-Anstel | 2012/53 |
HOOFDSTUK II: AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt is de belasting, bedoeld in hoofdstuk I van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar volgens hoofdstuk I verschuldigde belasting, bedoeld in hoofdstuk I van de bij deze verordening behorende tarieventabel, als er in dat jaar na het afloop van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, zoals bedoeld in hoofdstuk I van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljetverenigde aanslagen, zoals bedoeld in hoofdstuk I van de bij deze verordening behorende tarieventabel, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,- maar minder is € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dat geval moeten de aanslagen worden betaald in negen opeenvolgende gelijke, met uitzondering van kleine afrondingsverschillen, maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;
In afwijking van het tweede lid worden bedragen die buiten de marge (meer dan € 100,- maar minder dan € 3.500,-) van lid 2 vallen en die door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dezelfde termijnen afgeschreven zoals in lid één;
HOOFDSTUK III: REINIGINGSRECHTEN
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in de hoofdstukken VI en VII van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 18 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, zoals bedoeld in IV van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljetverenigde aanslagen, zoals bedoeld in hoofdstuk IV van de bij deze verordening behorende tarieventabel minder is € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dat geval moeten de aanslagen worden betaald in e opeenvolgende gelijke, met uitzondering van kleine afrondingsverschillen, maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;
In afwijking van het tweede lid worden bedragen die buiten de marge (meer dan € 100,- maar minder dan € 3.500,-) van lid 2 vallen en die door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dezelfde termijnen afgeschreven zoals in lid één;
HOOFDSTUK IV: AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 20 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.