Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tubbergen 2013 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Tubbergen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Intrekking per 1 augustus 2018 door artikel 27 van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Tubbergen 2018
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2013 | 01-08-2018 | Nieuwe regeling | 12-11-2012 | 16 |
De raad van de gemeente Tubbergen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2012, nr. 16A;
gelet op het advies van de commissie Samenleving en Bestuur van 29 oktober 2012;
gelet op de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
overwegende dat ingevolge artikel 4 van deze wetten de raad, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, een nadere regeling dient vast te stellen met betrekking tot de kosten van leerlingenvervoer als bedoeld in dit artikel;
In deze verordening wordt verstaan onder:
Indien en voor zover daarin in het eerste lid niet wordt voorzien, hebben de in deze verordening gehanteerde begrippen en begripsbepalingen dezelfde betekenis als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Algemene wet bestuursrecht en/of het Burgerlijk Wetboek, tenzij nadrukkelijk in deze verordening daarvan wordt afgeweken.
Voor de toepassing van deze verordening
Voor de toepassing van deze verordening worden de voogd(en) of verzorger(s) van de meerderjarige en handelingsonbekwame leerling gelijkgesteld aan “de ouders” en/of “de leerling” c.q. dienen de voogd(en) of verzorger(s) van de meerderjarige en handelingsonbekwame leerling in plaats daarvan te worden gelezen, voor zover de voogd(en) of verzorger(s) van de leerling daartoe rechtens of anderszins gevolmachtigd zijn.
Artikel 3 Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
De vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats van de leerling en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school door de leerling die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 van deze verordening is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, bestaat uitsluitend aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs, dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Toekenning van de vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur daarvan, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dat mogelijk is, voor meerdere schooljaren of de gehele schoolperiode van de leerling kan worden vastgesteld.
Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken, dan wel een medische keuring laten plaatsvinden door een door het college daartoe aangewezen en bevoegde instantie, op basis waarvan de noodzaak van aangepast vervoer voor de leerling door het college wordt vastgesteld.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening kent het college, indien de wijziging daartoe aanleiding geeft, per de datum van wijziging, dan wel per een nader door het college te bepalen datum, ambtshalve een herziene of nieuwe vervoersvoorziening aan de ouders toe.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening aan de ouders is verleend, vervalt de aanspraak op deze vervoersvoorziening terstond en kent het college, indien daartoe aanleiding is, per de datum van wijziging, dan wel per een nader door het college te bepalen datum, ambtshalve een herziene of nieuwe vervoersvoorziening aan de ouders toe.
TITEL 2 Bepalingen omtrent het vervoer van (niet-gehandicapte) leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9 Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening wordt een vervoersvoorziening toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats van de leerling en:
Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg
Indien het college de door de ouders gevraagde vervoersvoorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of gedeeltelijk toekent, dient het college bij het besluit de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van de ouders voor een vervoersvoorziening eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg, dan wel van daartoe bevoegde, externe deskundige(n), over de soort vervoersvoorziening die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 11 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning dan wel de opstapplaats van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
Het college kent aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning dan wel de opstapplaats van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt.
In afwijking van het eerste lid kent het college aan de ouders een vervoersvoorziening toe op basis van een kilometervergoeding voor de vervoerskosten per fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien de leerling, naar het oordeel van het college, de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen.
Artikel 12 Vervoersvoorziening ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 11 van deze verordening, kent het college tevens deze vervoersvoorziening toe ten behoeve van één begeleider, voor zover door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 13 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van aangepast vervoer, voor zover voldaan wordt aan het afstandscriterium als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a of b van deze verordening en
Artikel 14 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, kent het college, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto volgens de kortste afstand, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien ingevolge dit artikel door de ouders aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college van oordeel is dat de leerling de afstand van de woning van de leerling naar de school voor basisonderwijs of speciale school voor basisonderwijs die door de leerling wordt bezocht, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, kent het college aan de ouders de vervoersvoorziening toe op basis van een kilometervergoeding voor de vervoerskosten per fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
TITEL 3 Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 15 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets of per bromfiets
Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
In afwijking van het eerste lid kent het college aan de ouders een vervoersvoorziening toe op basis van een kilometervergoeding voor de vervoerskosten per fiets, dan wel per bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien de leerling, naar het oordeel van het college, de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel per bromfiets kan overbruggen.
Artikel 15a Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school (cluster 4) als bedoeld in artikel 2, lid 4, onder d van de Wet op de expertisecentra
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 en 15 van deze verordening geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, lid 4, onder d van de Wet op de expertisecentra (cluster 4)bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd.
Artikel 16 Commissie voor de begeleiding
Indien het college de door de ouders gevraagde vervoersvoorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of gedeeltelijk toekent, dient het college bij het besluit het advies van de commissie voor de begeleiding, dan wel van daartoe bevoegde, externe deskundige(n), te betrekken.
Artikel 17 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 15 en 15a van deze verordening, vergoedt het college tevens de desbetreffende vervoerskosten ten behoeve van één begeleider toe, voor zover door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 18 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van aangepast vervoer, voor zover voldaan wordt aan het afstandscriterium als bedoeld in artikel 15 en 15a van deze verordening en
de leerling, die door een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap, naar het oordeel van het college, niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van het openbaar vervoer gebruik te maken, waarbij het college, ter vaststelling van de noodzaak van aangepast vervoer voor de leerling, een medische keuring door een daartoe door het college aangewezen externe deskundige(n) kan laten plaatsvinden; of
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling, naar het oordeel van het college, de afstand van de woning van de leerling naar de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs die door de leerling wordt bezocht, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel per bromfiets kan overbruggen.
Artikel 19 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, kent het college, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto volgens de kortste afstand, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien ingevolge dit artikel door de ouders aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college van oordeel is dat de leerling de afstand van de woning van de leerling naar de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs die door de leerling wordt bezocht, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel zelfstandig per bromfiets kan overbruggen, kent het college aan de ouders de vervoersvoorziening toe op basis van een kilometervergoeding voor de vervoerskosten per fiets dan wel per bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20 Vervoersvoorziening ten behoeve van gehandicapte leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Het college kent een vervoersvoorziening op basis van de kosten van aangepast vervoer toe aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap van de leerling dat vereist en ook voor zover de afstand van de woning van de leerling naar de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs minder bedraagt dan 6 kilometer als bedoeld in artikel 15, eerste lid van deze verordening.
Ingeval aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten op grond van het eerste lid en de ouders, in plaats daarvan, vergoeding van de vervoerskosten op basis van de kosten van eigen vervoer wensen, is, voor de toekenning daarvan, het bepaalde in artikel 19 van deze verordening van toepassing.
TITEL 4 Bepalingen omtrent weekend- en vakantievervoer
Artikel 21 Vervoersvoorziening in verband met weekend- en vakantievervoer aan in de gemeente wonende ouders bij verblijf van de leerling in een internaat of bij een pleeggezin
Het college vergoedt, met inachtneming van het bepaalde in deze titel, de vervoerskosten van het weekend- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor de leerling passend (voortgezet) speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft.
Artikel 22 Vervoersvoorziening in verband met weekend- en vakantievervoer
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor de, eenmaal per weekend, voor de leerling te maken vervoerskosten van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekenden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, voor de leerling te maken vervoerskosten van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de schoolvakanties als bedoeld in dit lid in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt zijn opgenomen.
TITEL 5 Eigen bijdrage (drempelbedrag) en financiële draagkracht
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 23.850,00 wordt een vervoersvoorziening toegekend, voor zover de vervoerskosten van de leerling de vervoerskosten op basis van het openbaar vervoer over de in artikel 11 van deze verordening bepaalde afstanden te boven gaan.
Ingeval het college een vervoersvoorziening toekent, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, één keer per gezin per schooljaar een drempelbedrag dat gelijk is aan de vervoerskosten op basis van één zone van het openbaar vervoer over de in artikel 11 van deze verordening bepaalde afstanden, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 23.850,00.
Het bedrag van € 23.850,00 als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt jaarlijks, met ingang van de eerste dag van het kalenderjaar, aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,00.
Artikel 24 Financiële draagkracht
Ingeval het college een vervoersvoorziening toekent en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijke bijdrage in de vervoerskosten tot ten hoogste het bedrag van deze kosten.
De hoogte van het van de financiële draagkracht van de ouders van de leerling afhankelijke bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het vastgestelde (gecorrigeerde) verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor een vervoersvoorziening wordt gevraagd en zijn per gezin als volgt:
De inkomensbedragen als bedoeld in het derde lid worden jaarlijks, met ingang van de eerste dag van het kalenderjaar, aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,00.
De bedragen van de eigen bijdrage als bedoeld in het derde lid worden jaarlijks, met ingang van de eerste dag van het kalenderjaar aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,00.
TITEL 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair en voortgezet onderwijs
Artikel 25 Vervoersvoorziening met begeleiding op basis van de kosten van openbaar vervoer
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening kent het college een vervoersvoorziening met begeleiding toe op basis van de kosten van openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die, vanwege een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.
Indien het college de in het eerste lid bedoelde aanvraag niet of gedeeltelijk toekent, dient het college bij het besluit het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, van de commissie voor de begeleiding, van de regionale verwijzingscommissie, van de ambulante begeleider, dan wel van daartoe bevoegde, externe deskundige(n) te betrekken.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kent het college de ouders een vervoersvoorziening toe op basis van de vervoerskosten per fiets dan wel per bromfiets, indien de leerling, naar het oordeel van het college, de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel zelfstandig per bromfiets kan overbruggen
Artikel 26 Vervoersvoorziening op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college kent aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt een vervoersvoorziening toe op basis van de kosten van aangepast vervoer, indien
de leerling, die door een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap, naar het oordeel van het college, niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van het openbaar vervoer gebruik te maken, waarbij het college, ter vaststelling van de noodzaak van aangepast vervoer voor de leerling, een medische keuring door een door het college daartoe aangewezen en bevoegde instantie kan laten plaatsvinden en het college, ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs, het bepaalde in artikel 9 van deze verordening in acht neemt; of
de leerling jonger is dan 14 jaar en die door een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, sociale of psychische handicap, naar het oordeel van het college, niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van het openbaar vervoer gebruik te maken en de ouders aangepast vervoer voor de leerling wensen; of
aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 25 van deze verordening en de leerling, bij gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd, bij gebruikmaking van aangepast vervoer, tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht; of
aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 25 van deze verordening en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling, naar het oordeel van het college, de afstand van de woning van de leerling naar de school die door de leerling wordt bezocht, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel zelfstandig per bromfiets kan overbruggen.
Indien het college de in het eerste lid bedoelde aanvraag niet of gedeeltelijk toekent, dient het college bij het besluit het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, van de commissie voor de begeleiding, van de regionale verwijzingscommissie, van de ambulante begeleider, dan wel van daartoe bevoegde, externe deskundige(n) te betrekken.
Artikel 27 Vervoersvoorziening op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, kent het college, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto volgens de kortste afstand, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien ingevolge dit artikel door de ouders aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college van oordeel is dat de leerling de afstand van de woning van de leerling naar de school voor basisonderwijs of speciale school voor basisonderwijs, dan wel de school voor voortgezet onderwijs die door de leerling wordt bezocht, al dan niet onder begeleiding, per fiets kan overbruggen, dan wel zelfstandig per bromfiets kan overbruggen, kent het college aan de ouders de vervoersvoorziening toe op basis van een kilometervergoeding voor de vervoerskosten per fiets dan wel per bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Het college kan, in het kader van de uitvoering van het leerlingenvervoer, in bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze verordening tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt, afwijken van het in deze verordening bepaalde en ter zake, op individuele gronden, een nadere beslissing nemen, zo nodig na advies te hebben ingewonnen van de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie, de ambulante begeleider, dan wel van daartoe door het college aangewezen externe deskundige(n).