Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013. |
Citeertitel | Verordening reinigingsrechten 2013. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | exb-2017-32664 Tarieventabellen Afvalstoffen- en reinigingsheffing 2013 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 09-01-2014 | Nieuwe regeling | 04-12-2012 Elektronisch gemeenteblad, via de website van de gemeente Beuningen, 10 december 2012 | BW12.01213 | |
01-01-2014 | intrekking | 17-12-2013 beuningen.nl 19 dec 2013 | BW13.01324 |
De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2012;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reiniging s rechten 201 3
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel, ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. [Klik hier om het document te downloaden] Tarieventabellen Afvalstoffen- en reinigingsheffing 2013
Met betrekking tot de belasting, die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 45,-- maar minder dan € 3.000,-- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat:
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen, als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblij- ven, met een maximum van acht termijnen.
aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, geen mogelijkheid is tot automatische incasso van het ver schuldigde bedrag en de betalingstermijn als bedoeld in lid 1van toepassing is.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aan slagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van de toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennis- geving.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstuk 2 van de bij deze Verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.6 en 2.7 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten bedoeld in hoofdstuk 2 onderdeel 2.1 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reinigingsrechten of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 45,-- maar minder dan € 3.000,-- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat:
a. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen, als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblij- ven, met een maximum van acht termijnen.
b. aanslagen, waarvan de dagtekening na 30 september van het belastingjaar, waarop ze gelden, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen.
c. voor aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder bedraagt dan € 45,--, de automatische incasso in één keer plaatsvindt uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
d. aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, geen mogelijkheid is tot automatische incasso van het ver schuldigde bedrag en de betalingstermijn als bedoeld in lid 1van toepassing is.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De rechten moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 14, tweede lid: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van de toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennis- geving.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
De ‘Verordening Reinigingsheffingen 2012’ vastgesteld bij besluit van 29 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.