Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidieverstrekkingen 2013 |
Citeertitel | Beleidsregel subsidieverstrekkingen 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2014 | 01-01-2018 | Artt. 1.1, 1.2, 2.25A, 2.25B, 2.25C | 18-12-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-76258.html, 17-12-2014 | Onbekend. | |
27-11-2014 | 18-12-2014 | Artikel 2:25 | 28-10-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-66300.html, 19-11-2014 | 14/282 | |
20-02-2014 | 27-11-2014 | Artikel 2.15-B; Toelichting | 11-02-2014 https://www.officielebekendmakingen.nl | 14/282 | |
20-02-2014 | 27-11-2014 | Artikel 2.15-B; Toelichting | 11-02-2014 https://www.officielebekendmakingen.nl | 14/282 | |
19-09-2013 | 20-02-2014 | Artikel 2.9, lid 4 | 20-08-2013 Wegwijs, 18-09-2013 | 13-3516 | |
15-11-2012 | 19-09-2013 | nieuwe regeling | 06-11-2012 Wegwijs,14-11-2012 | 12/7591 |
Burgemeester en wethouders van Wijchen;
Overwegende dat het wenselijk is ter uitvoering van de Algemene subsidieverordening 2008 een beleidsregel vast te stellen en gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht
vast te stellen de Beleidsregel subsidieverstrekkingen 2013.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.2 Weigering van de subsidie
Een organisatie komt in aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 van de Algemene subsidieverordening 2008 niet in aanmerking voor subsidie indien:
Hoofdstuk 2 De subsidieberekening
Artikel 2.1 Subsidie in de huisvestingskosten
Organisaties die, op grond van gemaakte afspraken met de gemeente in het verleden, in het kader van de uitvoering van hun activiteiten, ruimte huren in het SCEC ’t Mozaïek komen in aanmerking voor een volledige financiële compensatie in de huisvestingskosten. In het geval de normsubsidie of budgetsubsidie aan de ontvanger van de hier bedoelde huisvestingskostensubsidie volgens de subsidievoorwaarden wordt beëindigd, dan verleent de gemeente tijdens de afbouwregeling volledige compensatie. Zonder aanspraak op een normsubsidie of budgetsubsidie bestaat nimmer aanspraak op een huisvestingskostensubsidie.
Artikel 2.2 Budgetsubsidie algemene bepalingen
Artikel 2.3 Normsubsidie algemene bepalingen
Artikel 2.6 Normsubsidie sport
De doelstellingen van het gemeentelijke sportbeleid zijn het aanwezig zijn en in stand houden van een adequate fysieke sportinfrastructuur (sportaccommodatiebeleid), bevordering van het gebruik van de sportvoorzieningen door specifieke doelgroepen (sportstimuleringsbeleid), evenals het ondersteunen van de aanbieders van sportactiviteiten (verenigingsondersteuningsbeleid).
De subsidie is voor zover van toepassing opgebouwd uit 5 componenten:
Component A: Bijdrage in de onderhouds- en instandhoudingskosten buitensportaccommodaties. Organisaties die zorgen voor het onderhoud en de instandhouding van de buitensportaccommodaties op het gebied van handbal, voetbal, korfbal, fietscross, atletiek en hockey kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage in de onderhouds- en de instandhoudingskosten, inhoudende een vast bedrag ter hoogte van 56,5% van de vooraf goedgekeurde onderhoudskosten van het sportcomplex;
Component C: Bijdrage in de huurkosten binnensportaccommodaties: Organisaties die activiteiten aanbieden in binnensportaccommodaties binnen de gemeente op het gebied van zwemmen, handbal, volleybal, basketbal, korfbal, gymmen, turnen, futsal, tafeltennis, badminton en twirlen kunnen in aanmerking komen voor een nader door het college vast te stellen bijdrage in de huurkosten:
Artikel 2.7 Normsubsidie vrijwilligersorganisaties voor jeugd en jongeren
Artikel 2.10 Normsubsidie belangenorganisaties en adviesorganen
De subsidie aan belangenorganisaties en adviesorganen die op verzoek van de raad of het college – eventueel met een wettelijke grondslag – zijn geformeerd en op grond hiervan met een bepaalde frequentie ook een adviserende rol richting raad of college vervullen bestaat uit een bedrag per inwoner van € 0,18 tot het maximum van het subsidiabele tekort.
Artikel 2.11 Normsubsidie wijk- en dorpsverenigingen
Organisaties genoemd in dit artikel die een accommodatie in eigendom hebben krijgen de volgende lasten volledig gesubsidieerd: OZB-eigenaarsdeel, rioolbelasting eigenaarsdeel, waterschapsbelasting en premie opstalverzekering, mits zij vóór 1 december van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, een overzicht indienen van de kosten die zij in dat jaar heeft gemaakt met bijbehorende bewijsstukken van belastingaanslagen en verzekeringpolis.”
Artikel 2.12 Normsubsidie personenalarmering
De subsidie aan een organisatie die de personenalarmering levert aan personen die hiervoor een indicatie hebben gekregen bestaat uit een nader door het college vast te stellen bedrag per verstrekt apparaat.
Artikel 2.13 Normsubsidie media
De subsidie aan een organisatie die de lokale omroep binnen de gemeente verzorgt bestaat uit een bedrag van € 1,30 per woonruimte.
Artikel 2.15-B Normsubsidie brede schoolactiviteiten
Een subsidieaanvraag voor brede schoolactiviteiten zal van advies moeten zijn voorzien door de Beleidscommissie brede scholen.
De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die de contacten tussen de brede school en de wijk versterken en voor activiteiten die de samenwerking van minimaal drie partijen, waarvan in ieder geval één school, op een hoger niveau brengen. Dat wil zeggen van face-to-face naar hand-in-hand of van hand-in-hand naar cheek-to-cheek.
In aanvulling op artikel 1.4, lid 1 van de Algemene subsidieverordening kan, indien noodzakelijk, aan de aanvrager uitstel voor het indienen van de aanvraag worden verleend tot uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode.
Artikel 2.17 Waarderingssubsidie bij jubilea
De subsidie, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, 1 is bedoeld voor activiteiten die open staan voor inwoners van de gemeente Wijchen en bestemd voor uitsluitend activiteiten die in het verlengde liggen van de doelstelling van de organisatie. Dit betekent dat recepties en feestelijke bijeenkomsten naar aanleiding van een jubileum niet voor een waarderingssubsidie in aanmerking komen.
Artikel 2.22 Waarderingssubsidie cultuurhistorisch erfgoed
Artikel 2.23 Waarderingssubsidie straatspeeldagen
De subsidie voor de organisatie van een straatspeeldag bedraagt per jaar maximaal € 150,-- per wijk of kern.
Artikel 2.24 Waarderingssubsidie dierenparkjes
De subsidie aan een organisatie die zich richt op het beheer van een dierenparkje bedraagt € 750,--.
Artikel 2.25 Waarderingssubsidie bevordering leefbaarheid
De subsidie aan een groepering met als doelstelling het bevorderen van de leefbaarheid in een buurt, wijk of dorp, die belast is met de belangenbehartiging van een buurt, wijk of dorp en die voldoet aan de bepalingen van de checklist leefbaarheidsgroep, bedraagt € 700.
2.25A Waarderingssubsidie in het kader van het innovatiefonds
In artikel 2.25A tot en met C wordt verstaan onder:
Organisatie: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk als hoofddoel stelt de behartiging van belangen op één of meer terreinen waarop deze verordening van toepassing is en op grond van deze verordening in aanmerking wil komen voor subsidie of waaraan subsidie is verleend;
2.25B Waarderingssubsidie innovatiefonds leefbaarheid
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, dat wil zeggen dat de aanvraag met de hoogste punten eerst wordt gehonoreerd en dat bij een gelijk aantal punten wordt geloot, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Aan de subsidiebeschikking word de volgende voorschriften gevoegd:
Na uitvoering van het project wordt een verslag ingediend ter verantwoording van het project, maximaal 3 maanden na afronding. Dit betekent dat u financieel en inhoudelijk verslag doet van de activiteit en het behaalde resultaat en dat u de activiteit en de resultaten op een heldere manier in beeld brengt. Bij het verslag worden foto’s gevoegd.
Overeenkomstig artikel 3.1 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie worden geweigerd indien:
Boordeling van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op basis van vooraf vastgestelde criteria. De zeven aanvragen met de hoogste beoordeling worden uitgenodigd om hun idee te presenteren aan de beoordelingscommissie en daartoe genodigden. Na deze presentatie vindt de definitieve rangschikking plaats, waarbij de eerste in rang een voucher van € 20.000,– krijgt, de tweede in rang een voucher van €15.000,– en de derde in rang een voucher van € 10.000,–.
Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal punten. In totaal kunnen 100 punten worden behaald.
Versterking van de concurrentiekracht van Wijchen: In welke mate draagt de innovatie bij aan het versterken en toekomstbestendig maken van de organisatie en welke uitstralingseffecten heeft de innovatie waardoor ook andere Wijchense bedrijven, organisaties of instellingen zich verder kunnen ontwikkelen of versterken (15 pt)
Bijdrage aan het triple P criterium: In welke mate draagt de innovatie bij aan het welzijn van mensen (medewerkers, consumenten, de samenleving), wat is de invloed op het milieu of op welke wijze draagt de innovatie bij aan beperking van de milieubelasting (energieverbruik, uitstoot, recycling) en in welke mate de innovatie haalbaar, bedrijfseconomisch uitvoerbaar en/of winstgevend. (15 Pt)
Artikel 2.26 Projectsubsidie algemene bepalingen
Toelichting op de gewijzigde beleidsregel:
De “brede school” is een samenwerkingsverband tussen diverse partners die een relatie hebben met kinderen / jeugd van 0 – 19 jaar en de rest van de wijk met als doel om de doorgaande lijn te versterken, waarbij optimale kansen worden geschapen voor kind en volwassene. Voor de brede scholen is er één overkoepelend convenant, ondertekend door tenminste drie partners die met elkaar de brede schoolontwikkeling vorm en inhoud geven. Uitgangspunt moet zijn dat samengewerkt wordt aan een doorgaande lijn tussen de verschillende organisaties.
De onderstaande criteria zijn vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 20 juli 2010 (nr: 10/8138):
• Per jaar worden er minimaal 5 activiteiten georganiseerd.
In de Beleidscommissie brede scholen nemen in elk geval deel: Samenwerkingsstichting Kans & Kleur, De Eerste Stap en Stichting MEER Welzijn Wijchen.
Lid 5 is opgenomen omdat een activiteitenplan voor brede schoolactiviteiten in de volgende subsidieperiode (kalenderjaar) doorgaans pas in juni voorafgaand aan dat kalenderjaar wordt opgesteld. De algemene subsidieverordening hanteert 1 april als uiterste datum voor de subsidieaanvraag.
Onder de begrippen face-to-face, hand-in-hand en cheek-to-cheek wordt het volgende verstaan:
Face-to-face: Losstaande activiteiten: De partners delen de gebouwen in meer of mindere mate. Onderwijs, opvang en peuterspeelzaal organiseren eigen activiteiten en de afstemming op elkaar is voornamelijk logistiek. Gezamenlijke activiteiten zijn meestal eenmalig. Inhoudelijk is er geen samenwerking, wel worden eventueel de deelnemersaantallen bijgehouden.
Hand-in-hand: dagarrangement: brede school partners organiseren in de gebouwen of netwerk, activiteiten. Iedere partner heeft eigen ontwikkelingsdoelen, maar de activiteiten en doelen worden wel op elkaar afgestemd. Er is daarbij aandacht voor de doorgaande ontwikkelingslijn, voor inhoudelijke linken tussen de activiteiten van de verschillende partners en voor onderlinge overdracht. De ontwikkelingsdoelen worden geëvalueerd en de activiteiten worden indien nodig inhoudelijk bijgestuurd. De afstemming op elkaar en de wijk wordt duidelijk geleid. School en/of instellingen stellen faciliteiten overdag en 's avonds beschikbaar voor elkaar, voor leerlingen en hun ouders.
Cheek-to-cheek: Integrale aanpak: dit niveau bevat dezelfde elementen als niveau 2 maar het gaat verder. De brede school partners formuleren samen ontwikkelingsdoelen, het soort activiteiten dat daarbij past en formuleren wat de meerwaarde van de samenwerking voor de verschillende partners is. Daaruit wordt een gemeenschappelijke programmering en ontwikkelingslijn opgesteld. Hierin worden de activiteiten niet enkel aaneengeschakeld maar komen de partners ook tot gezamenlijke activiteiten in een
doorgaande lijn, leren ze van elkaar, zoeken ze naar overeenkomsten en verschillen.
Op dit niveau vindt afstemming van visie plaats: hoe moet de ontwikkelingsomgeving voor kinderen worden vorm gegeven (balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, minimale controle en maximale steun, veiligheid en uitdaging, inspannen en ontspannen)
Inhoudelijk wordt in deze variant aandacht besteed aan thema’s zoals zorg en veiligheid in en om het onderwijs, onderwijsachterstandenbeleid en VVE. De gebouwen hebben een sociaal-culturele functie voor de wijk.