Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Beleidsregels Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht
CiteertitelBeleidsregels Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp-

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beleidsregels zijn gebaseerd op het Meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening 2012-2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-201201-07-201201-09-2016nieuwe regeling

30-10-2012

Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 71

Besluit college van B&W van 30 oktober 2012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht(collegebesluit van 30oktober 2012)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

gelet op het raadsbesluit van 19 april 2012, waarbij het Meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening 2012-2015 is vastgesteld;

BESLUIT

vast te stellen het navolgende

BELEIDSREGELS Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: besluit in het kader van schuldhulpverlening;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • c.

    GBA: Gemeentelijke Basisadministratie;

  • d.

    inwoner: persoon die op grond van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

  • e.

    OGGZ: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg;

  • f.

    Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg

  • g.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • h.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • i.

    WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Alle Utrechters van 18 jaar of ouder kunnen een beroep doen op reguliere schuldhulpverlening.

  • 2.

    Verzoeker behoort niet tot de doelgroep indien:

    • -

      hij / zij geen inwoner is van Utrecht

    • -

      hij / zij niet ingeschreven staat in GBA van de gemeente Utrecht

    • -

      hij / zij een zelfstandig ondernemer is met een nog functionerende onderneming

    • -

      er sprake is van recente recidive (zie artikel 5.3)

  • 3.

    Naast reguliere schuldhulpverlening biedt Utrecht specifieke schuldhulpverlening voor een aantal groepen:

    • -

      OGGZ-doelgroep (waaronder dak- en thuislozen)

    • -

      Zelfstandig ondernemers (d.w.z. voor levensonderhoud aangewezen zijn op inkomsten uit een eigen bedrijf of zelfstandig beroep)

Artikel 3.1 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      psychosociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • d.

      de (financiële) vaardigheden van de klant en de mate van leerbaarheid;

    • e.

      eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Artikel 3.2 Wacht- en doorlooptijden

De maximale wachttijd tussen het moment dat de klant zich meldt met een hulpvraag en het moment dat de workshop plaatsvindt is vier weken. Bij een spoedsituatie, te weten dreigende ontruiming of dreigende afsluiting van gas, licht of water, geldt een maximale wachttijd van drie dagen. Deze termijnen zijn wettelijk vastgelegd. Verzoeker krijgt daarnaast inzicht in de verwachtte doorlooptijden.

Artikel 4 Verplichtingen van de klant

  • 1.

    Verzoeker heeft een informatieplicht (artikel 6 Wgs). Dat wil zeggen dat verzoeker aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject (artikel 7 Wgs).

  • 3.

    De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

Artikel 5.1 Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, eerste en tweede lid, kan het college, dan wel de schuldhulpverlenende organisatie, besluiten schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen, met daarbij een sanctie van uitsluiting van zes maanden tot maximaal één jaar.

Artikel 5.2 Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan worden besloten de schuldhulpverlening te beëindigen indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • c.

    verzoeker meerdere keren, zonder geldige reden, niet verschijnt op afspraak met hulpverlener;

  • d.

    op grond van –zo later is gebleken– onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • e.

    verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • f.

    verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • g.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, niet (langer) passend of noodzakelijk is;

  • h.

    de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker dermate onzeker is dat schuldhulpverlening (nog) niet mogelijk is;

  • i.

    op verzoek van verzoeker zelf;

  • j.

    verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldbemiddeling.

Artikel 5.3 Recidive – hernieuwde aanvraag

Indien iemand zich binnen zes maanden na beëindiging van schuldhulpverlening opnieuw meldt, kan een verzoek om schuldhulpverlening worden geweigerd. Deze termijn kan op basis van individuele omstandigheden worden verlengd tot maximaal één jaar.

Artikel 5.4 Bezwaar en beroep

  • 1.

    Afwijzingsbesluiten genomen door de gemeente staan open voor bezwaar en beroep bij het college.

  • 2.

    Besluiten genomen door organisaties waarbij de gemeente Utrecht schuldhulpverlening inkoopt zijn niet vatbaar voor bezwaar en beroep bij het college omdat deze besluiten niet genomen zijn door een bestuursorgaan en daarmee geen besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn (artikel 1.3 Awb).

  • 3.

    Bij het maken van inkoopafspraken wordt erop toegezien dat de betreffende organisatie voorziet in een klachtenprocedure.

Artikel 6.1 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

Artikel 6.2 inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 juli 2012 en kan worden aangehaald als: Beleidsregels Reguliere Schuldhulpverlening Utrecht.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 30 oktober 2012.

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 7november 2012.

Deze beleidsregels treden in werking op 8 november 2012, en werken terug tot 1 juli 2012.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2012, NR. 71

Toelichting op de beleidsregels behorende bij schuldhulpverlening Utrecht

Algemeen

Op 1 juli 2012 treedt de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) in werking. Het wetsvoorstel heeft als doel een effectieve gemeentelijke schuldhulpverlening. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak om schuldhulpverlening aan te bieden door gemeenten.

In artikel 2 Wgs staat dat de gemeente een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. Dit plan geldt voor een periode van maximaal vier jaar. Het plan bevat hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen.

Het beleidsplan schuldhulpverlening is opgenomen in de Utrechtse armoedenota 2012–2015 "De basis op orde en meedoen". De Beleidsregels Schuldhulpverlening Utrecht dienen ter ondersteuning van het beleidsplan en de uitvoering van schuldhulpverlening. Ze passen geheel binnen het wettelijke kader van de Wgs. Zij geven waar dat nodig is een nadere aanvulling of uitleg van wet- en regelgeving en de wijze waarop bepalingen in het beleidsplan schuldhulpverlening worden toegepast.

Op de uitvoering van schuldhulpverlening zijn ook het bankreglement Kredietbank Utrecht en de daarbij behorende beleidsregels van toepassing.

In de beleidsregels legt ons college vast welke voorwaarden het verbindt aan schuldhulpverlening, wat de verplichtingen zijn van de klant en wat diens rechten zijn. De wet biedt een ruime mate van vrijheid om beleid te maken, zolang dat maar past binnen de kaders van de wet en het door de raad vastgestelde beleidsplan.

Deze beleidsregels gelden voor reguliere schuldhulpverlening door de gemeente zelf en voor derde partijen indien er een mandaat is afgegeven.

Toelichting per artikel

Artikel 1 Definities

De gebruikte definities en afkortingen zijn gelijk aan de definities in het bankreglement en/of wet- en regelgeving.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Utrecht van 18 jaar en ouder.

Naast reguliere schuldhulpverlening biedt de gemeente gespecialiseerde (schuld)hulpverlening aan de volgende doelgroepen:

OGGZ-doelgroep

De OGGZ doelgroep is niet of nauwelijks zelfredzaam en er is sprake van multiproblematiek. De financiële situatie is dermate onstabiel dat gespecialiseerde hulp wordt ingezet door Stadsgeldbeheer, onderdeel van Stichting de Tussenvoorziening. Stadsgeldbeheer streeft naar het bevorderen van maatschappelijk herstel door het bieden van schuldhulpverlening, budgetbeheer en administratief beheer bij materiële woonbegeleiding.

Zelfstandigen

In de memorie van toelichting van de Wgs wordt uitdrukkelijk vermeld dat de regering van mening is dat gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Indien het voortbestaan van een onderneming in gevaar is vanwege te hoog oplopende schulden zal de zelfstandige veelal bij een bank aankloppen om extra krediet. Indien het niet mogelijk is het benodigde extra krediet bij een bank te verkrijgen, kan een zelfstandige beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

Artikel 3.1 Aanbod schuldhulpverlening

In het eerste lid is aangegeven dat ons college schuldhulpverlening verleent indien wij schuldhulpverlening noodzakelijk achten. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt door middel van dit lid, evenals het tweede lid, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Het tweede lid van dit artikel toont aan dat het bij schuldhulpverlening om maatwerk draait. De inzet van producten kan per situatie verschillen. De genoemde factoren bepalen het klantprofiel en de trede op de schuldenladder, en daarmee de (combinatie van) trajecten die worden ingezet om het gewenste resultaat te bereiken.

Artikel 3.2 Wacht- en doorlooptijden

De maximale wachttijd op het aanbod schuldhulpverlening is vastgelegd in artikel 4 Wgs. Het gaat daarbij om de maximale wachttijd totdat het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld: het intakegesprek. In onze werkwijze wordt de hulpvraag vastgesteld tijdens de workshop.

Aan de doorlooptijd is geen wettelijke termijn verbonden. De wet vraagt wel om de aanvrager inzicht te geven tussen het vaststellen van de hulpvraag en het bereiken van het resultaat (doorlooptijd).

Artikel 4 Verplichtingen en gevolgen bij schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf tijdig de benodigde informatie te geven (eerste lid) en medewerking te verlenen (tweede lid). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in het tweede lid een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5.1 Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt, zoals neergelegd in artikel 4.1, kan ons college besluiten schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform artikel 4, tweede lid, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn, die aan verzoeker wordt gesteld, is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan ons college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Wij hebben de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft ons met name ruimte van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 5.2 Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd.

Artikel 5.3 Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten/contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Naast een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de klant leidt het recidivebeleid er ook toe dat de beschikbare formatie en tijd efficiënt wordt ingezet. Er wordt voorkomen dat dienstverlening opnieuw wordt geboden terwijl er niet of nauwelijks uitzicht is op verbetering.

Artikel 5.4 Bezwaar en beroep

Aanvrager kan in bezwaar gaan tegen het besluit waarin schuldhulpverlening wordt afgewezen. Bij een toewijzing kan de aanvrager niet in bezwaar gaan tegen de inhoud van het plan van aanpak van het schuldregelingstraject.

Artikel 6.1 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan ons college om in bijzondere (eerste lid) en/of onvoorziene (tweede lid) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding + citeertitel

De beleidsregels treden na publicatie in werking, met terugwerkende kracht met ingang van 1 juli 2012. Dit vanwege het feit dat de Wgs per 1 juli 2012 in werking is getreden.