Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht |
Citeertitel | Beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Besluit is gebaseerd op Meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening 2015-2015
Wet werk en bijstand
Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 84: Verordening Lagdurigheidstoeslag
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 30-10-2012 Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 67 | Besluit college van B&W van 30 oktober 2012 |
(collegebesluit van 30oktober 2012)
Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;
gelet op het raadsbesluit van 19 april 2012, waarbij het Meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening 2012-2015 is vastgesteld;
alsmede gelet op het raadsbesluit van 6 november 2008, waarbij de Verordening Langdurigheidstoeslag is vastgesteld (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 84);
Artikel 5 Bestemming langdurigheidstoeslag
De langdurigheidstoeslag is een aanvulling op een langdurig laag inkomen en dient te worden aangewend voor (het reserveren voor) hoge kosten zoals vervangingsuitgaven. De langdurigheidstoeslag wordt als voorliggende voorziening beschouwd in het kader van bijzondere bijstand voor dergelijke uitgaven.
Het college kan, in afwijking van de beleidsregel, besluiten tot toekenning van de langdurigheidstoeslag als afwijzing daarvan naar het oordeel van het college kennelijk onredelijk is.
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2012, NR. 67
Toelichting op de beleidsregel Langdurigheidstoeslag Utrecht
In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die meer dan eens in de verordening voorkomen, en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de wet om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk aansluiting blijft bij de wetgeving die van toepassing is.
Eerste lid: Personen van 65 jaar of ouder zijn bij wet uitgesloten van het recht op de langdurigheidstoeslag. Ook wanneer er sprake is van partners waarbij één van hen de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, bestaat voor beide partners geen recht op de langdurigheidstoeslag. De langdurigheidstoeslag is immers gebonden aan de gezinssituatie en tot het gezin mag geen persoon behoren die de leeftijd van 65 heeft bereikt. De achterliggende gedachte is, dat deze huishoudens meer koopkracht hebben.
Tweede lid: Het is niet de bedoeling dat over eenzelfde periode zowel de reserveringstoeslag als de langdurigheidstoeslag wordt ontvangen.
Derde lid: In artikel 36 van de wet is geregeld dat slechts éénmaal per twaalf maanden aanspraak gemaakt kan worden op de langdurigheidstoeslag.
Deze nuance is opgenomen om te voorkomen dat wanneer het inkomen kort onderbroken is geweest, bijvoorbeeld door te lange vakantie, meteen het recht op de langdurigheidstoeslag vervalt. Dit wordt, om de beregeling eenvoudig te houden, enkel getoetst over de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum.
Artikel 4 Hoogte langdurigheidstoeslag
Als uitgangspunt voor de berekening wordt de basisnorm en toeslag genomen. De hoogte van de bijstandsnormen wordt echter enkele malen per jaar bijgesteld. Om geen verschillende langdurigheidstoeslagen te krijgen is besloten voor alle aanvragen de bijstandsnorm en toeslag van één vaste maand als uitgangspunt te nemen voor de berekening. Dit is de bijstandsnorm en toeslag van de maand juli voorafgaand aan het jaar van aanvraag.
Artikel 5 Bestemming langdurigheidstoeslag
In het kader van de kenbaarheid wordt opgenomen dat de langdurigheidstoeslag een bepaalde vorm van een bestedingsdoel kent; dit wordt niet getoetst maar wordt wel meegenomen bij een mogelijke aanvraag bijzondere bijstand in het kader van dat bestedingsdoel.