Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Landsmeer

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Landsmeer
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010
CiteertitelVerordening precariobelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 216
  2. Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2011Intrekking

13-12-2010

Kompas Regiokrant 20-12-2010

2010-109
22-12-200901-01-2011nieuwe regeling

14-12-2009

Kompas Regiokrant, 21-12-2009

2009-96

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van 24 november 2009;

gelet op artikelen 216 en 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    maand: een kalendermaand;

  • c.

    week: een tijdvak van zeven opeenvolgende dagen;

  • d.

    dag: een tijdvak van vierentwintig opeenvolgende uren, beginnend bij 0.00 uur;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijkeregistratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meervoorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of gemeentewater mag hebben.

Artikel 2 Aard van de heffing

Op grond van deze verordening wordt voor het hebben van voorwerpen onder, op ofboven gemeentegrond of gemeentewater een precariobelasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene van wie dan wel ten behoeve van wieéén of meer voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of gemeentewaterafkomstig zijn of aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente eenvergunning heeft verleend voor het hebben van een voorwerp of de voorwerpenonder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of gemeentewater, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of gemeentewater heeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing; tarieven

  • 1. De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarievenopgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, metinachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde; de bij dezeverordening behorende tarieventabel.

  • 2. Gedeelten van in de tabel vermelde eenheden worden voor een geheel gerekend.

Artikel 5 Tijdvak

  • 1. Indien de belasting wordt geheven naar jaar- en maandtarieven, is hetbelastingtijdvak het jaar respectievelijk het aantal maanden in het jaar waarin devoorwerpen aanwezig zijn.

  • 2. Indien de belasting wordt geheven naar weektarieven, is het belastingtijdvak hetaantal weken in het jaar dat de voorwerpen aanwezig zijn.

  • 3. Indien de belasting wordt geheven naar dagtarieven, is het belastingtijdvak hetaantal dagen in het jaar dat de voorwerpen aanwezig zijn.

  • 4. Voor bootjes gelegen in gemeentewater wordt belasting geheven naar jaartarief.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel volle kalendermaanden als er in dat belastingjaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog overblijven, met inbegrip van de kalendermaand waarin de belastingplicht is ontstaan.

Artikel 6 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Tarieftoepassing en ontheffing

  • 1. Bij de toepassing van de tarieven

    • a.

      wordt de belasting berekend aan de hand van de in de tarieventabel behorende bij deze verordening vermelde tarieven;

    • b.

      wordt, voorzover van toepassing, voor de berekening van de belasting uitgegaan van de maten van het grootste buitenwerks gemeten vlak of bij niet-rechthoekige vlakken van twee denkbeeldig langs de uitersten van het vlak getrokken lijnen, die loodrecht op elkaar staan;

    • c.

      wordt, indien meer dan één voorwerp op gemeentegrond of gemeentewater door eenzelfde belastingplichtige wordt gehouden of meer dan één gemeentebezitting wordt gebruikt en deze naar maatschappelijke opvattingen bij elkaar behoren, voor de berekening van de belasting de tussenliggende ruimte mede in aanmerking genomen.

  • 2. In geval van toepassing van jaar- of maandtarieven worden aanslagen van € 10,- ofminder niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal vanop één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

Artikel 8 Vrijstellingen

  • a. De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of gemeentewater waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit ofbeperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij eenderde;

  • c. brievenbussen

  • d. wegwijzers en verkeeraanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en andere overeenkomstige instellingen;

  • e. naambordjes en naamplaten, niet meer vermeldend dan de naam van de bewoner en het beroep of bedrijf, aangebracht plat tegen de gevel van de percelen;

  • f. vlaggenstokken en vlaggen voor zover niet gebruikt voor reclamevlaggen;

  • g. deuren, welke krachtens wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;

  • h. gevellijsten, plinten, kozijnen, raamdorpels en dergelijke bouwdelen, alsmedeafvoerpijpen van hemelwater;

  • i. het innemen van openbare grond of, indien dit niet langer dan drie uren duurt;

  • j. het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente gedoogd dient te worden;

  • k. het innemen van openbare gemeentegrond op het marktterrein als bedoeld inartikel 1, aanhef en letter a., b. en c., met de daarbij behorende besluiten van deMarktverordening en het innemen van openbare gemeentegrond voorvergelijkbare standplaatsen elders in de gemeente

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 5, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigdbij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van debelastingplicht.

  • 2. In de gevallen bedoeld in artikel 5, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naarjaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfdegedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, nade aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaataanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelastingvoor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigdeprecariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nogvolle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffingminder bedraagt dan € 4,50.

Artikel 10 Betaling

  • 1. De primitieve en definitieve aanslagen moeten worden betaald in twee gelijketermijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van hetaanslagbiljet en de tweede één maand later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet deprecariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 9,tweede lid schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 8 dagen na dedagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande ledengestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekkingtot de heffing en de invordering van precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel.

  • 1. De verordening “Verordening precariobelasting 2009” van 15 december 2008wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum vaningang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op debelastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die vanbekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als `Verordening precariobelasting 2010'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2009.

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel 2010

behorende bij de “Verordening precariobelasting 2010”.

A. Openbare gemeentegrond.

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare

gemeentegrond, gelden de volgende tarieven, per strekkende of vierkante

meter:

  • a.

    voor een dag € 0,62

  • b.

    voor een week € 1,74

  • c.

    voor een maand € 3,88

  • d.

    voor een jaar € 34,29

B. Openbaar gemeentewater

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbaar

gemeentewater, gelden de volgende tarieven, per strekkende of vierkante

meter:

  • a.

    voor een dag € 0,99

  • b.

    voor een week € 1,24

  • c.

    voor een maand € 1,92

  • d.

    voor een jaar € 2,84

Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2009.

De griffier van de gemeente Landsmeer,