Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landsmeer

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200901-01-2011nieuwe regeling

14-12-2009

Kompas Regiokrant, 21-12-2009

2009-96

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010

De raad van de gemeente Landsmeer;

 

gezien het voorstel van 24 november 2009;

 

gelet op artikel 225 van de gemeentewet en de parkeerverordening;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staanvan een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruiktwordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met

    inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV1990;

  • c.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet

    worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden

    register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op

    wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het

    parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van

    verzamelparkeermeters, parkeerbeugels en hetgeen naar maatschappelijke

    opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam `parkeerbelastingen’ wordt een belasting geheven ter zake van een

van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de

in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft

aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de

bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2 is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning

wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven per kalendermaand, tenzij de

vergunning is verleend voor een periode van een maand of korter en moet wordenbetaald op:

  • -

    de eerste dag van de kalendermaand waarop de vergunning betrekking heeft tot het gevorderde bedrag dat blijkens de vergunning verschuldigd is;

  • -

    de eerste dag van de geldigheid van de vergunning die is verleend voor een

    periode van een maand of korter.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met

betrekking tot de heffing en de invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening parkeerbelastingen 2009' van 15 december 2008, wordt

    ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van

    de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de

    bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2010’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 14 december 2009.

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel

behorende bij de 'Verordening parkeerbelastingen 2010'.

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2 bedraagt:

 

Voor een vergunning waarin een bepaald gedeelte van de gemeente is

aangewezen per kalendermaand of gedeelte daarvan € 8,15.

 

Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2009

 

De griffier van de gemeente Landsmeer,