Organisatie | Doetinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2013 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013
Gemeentewet, art. 229, lid 1, onderdelen a en b
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 06-12-2012 Gelderse Post, 12 december 2012 | Onbekend |
Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2013
Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor de verkoop van waren op het daartoe aangewezen terrein voor de warenmarkt, alsmede voor de door de gemeente te verrichten diensten, verband houdende met de markt.
Het marktgeld voor vaste standplaatsen wordt geheven van degene aan wie de standplaats is toegewezen.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het marktgeld voor de warenmarkt bedraagt:
a. voor het hebben van een vaste standplaats, per kwartaal, per m2 € 7,47 b. voor het hebben van een vaste standplaats, per kwartaal, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. uitsluitend een pinautomaat € 7,60 c. voor het hebben van een vaste standplaats, per kwartaal, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. standaard verlichting € 8,64 d. voor het hebben van een vaste standplaats, per kwartaal, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. standaard verlichting en standaard koeling € 10,98 e. voor het hebben van een vaste standplaats, per kwartaal, per m² bij een stroomverbruik per dag van meer dan voornoemde standaarden € 12,15
a. voor het hebben van een vaste standplaats, per marktdag, per m2 € 0,72 b. voor het hebben van een vaste standplaats, per marktdag, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. uitsluitend een pinautomaat € 0,73 c. voor het hebben van een vaste standplaats, per marktdag, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. standaard verlichting € 0,81 d. voor het hebben van een vaste standplaats, per marktdag, per m² inclusief stroomverbruik t.b.v. standaardverlichting en standaardkoeling € 0,99 e. voor het hebben van een vaste standplaats, per marktdag, per m² bij een stroomverbruik per dag van meer dan voornoemde standaarden € 1,08
Voor de berekening van het marktgeld worden onderdelen van eenheden van tijd of afmeting voor een geheel gerekend.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur waarin het verschuldigde bedrag is vermeld. Het verschuldigde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht voor de belasting als bedoeld in lid 1 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht voor de belasting als bedoeld in lid 1 in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Termijnen van betalen
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de gevorderde bedragen van de geheven rechten worden betaald: a. in geval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;
b.in geval van toezending van de kennisgeving: binnen dertig dagen na dagtekening.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in de periode plaatsvindt.