Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening 1996 |
Citeertitel | Bomenverordening 1996 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de kapverordening 1983
Boswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2010 | 08-12-2012 | gewijzigde regeling t.o.v. versie RV 96.0075 | 30-09-2010 Stadskrant 5 november 2010 | RV 10.0087 |
HOOFDSTUK 1 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 10 cm dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven maaiveld;
bomenfonds: een fonds waaruit burgemeester en wethouders een bijdrage kunnen verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van monumentale bomen of houtopstanden, bijzondere of waardevolle bomen of houtopstanden, beeldbepalende boomgroepen of bomen, boomgroepen of houtopstanden waarvoor een kapvergunning is geweigerd dan wel voor bomen, boomgroepen of houtopstanden waarvoor een instandhoudingsplicht is opgelegd;
In deze verordening wordt onder vellen verstaan het rooien, met inbegrip van het verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige (vorm)-beschadiging of ernstige ontsiering van een boom, een boomgroep of een houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
De vergunning moet schriftelijk en onder opgave van de reden(en), onder bijvoeging van tenminste een gemaatvoerde schets van de huidige en de toekomstige situatie, alsmede de gewenste kapdatum, worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degenen, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom of de houtopstand te beschikken.
Wanneer de directeur Natuur, Bos, Landschap en Fauna van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan burgemeester en wethouders een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2. van de Boswet, wordt dit afschrift mede als een vergunningaanvraag beschouwd.
De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen beslissing is genomen binnen twaalf weken van ontvangst van de aanvraag.
Artikel 6 Spoedeisende gevallen
Het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van grote gevaarzetting, waaronder mede begrepen het gevaar voor besmettelijke ziekten.
Aan een vergunning kan het voorschrift worden verbonden dat van de vergunning geen gebruik mag worden gemaakt dan nadat zes weken na de bekendmaking van de vergunning zijn verstreken, danwel indien gedurende deze termijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend en door de President van de Rechtbank een beslissing is genomen op dit verzoek.
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien een gemeentelijk bestemmings-, bomen-, groen-, of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect als bijzonder of waardevol omschrijft, wordt in beginsel een herplantplicht opgelegd.
Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften behoort het verbod om gedurende het broedseizoen geen gebruik te maken van de vergunning, tenzij het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo om zwaarwegende redenen van dit voorschrift afwijken. Voorts kunnen overige voorschriften ter bescherming van flora en fauna aan de vergunning worden verbonden.
Indien een vergunning wordt verleend of geweigerd, wordt deze beslissing of mededeling zo spoedig mogelijk bekendgemaakt in een lokaal dag- of nieuwsblad.
De vergunning vervalt, indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk worden daarvan gebruik is gemaakt.
Artikel 10 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo van de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, verplichten tot herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzigingen binnen een door hen te stellen termijn dan wel verplichten tot het betalen van een financiële compensatie.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de
houtopstand bevindt, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Indien het bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo van de in het derde lid genoemde bevoegdheid gebruikmaken kan hij daarbij bepalen dat de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, in aanmerking komt voor een bijdrage uit het Bomenfonds.
HOOFDSTUK 2 DE BESTRIJDING VAN BESMETTELIJKE ZIEKTEN
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en Wethouder gevaar opleveren van verspreiding van de iepeziekte of voor vermeerdering van de iepespintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen voorwaarden:
HOOFDSTUK 3 MONUMENTALE, BIJZONDERE OF WAARDEVOLLE BOMEN en HOUTOPSTANDEN
Artikel 16 Lijst van monumentale bomen en houtopstanden
De lijst vermeldt tenminste een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, het kadastrale perceelsnummer, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de reden van plaatsing van iedere boom, boomgroep of houtopstand. Zo nodig worden de onderdelen waarop de bescherming is gericht met name genoemd.
Een besluit tot plaatsing op de lijst wordt onverwijld meegedeeld aan de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en voorts aan degenen die om plaatsing hebben verzocht. Van een besluit tot plaatsing op de gemeentelijke lijst doen burgemeester en wethouders voorts openbare kennisgeving.
Artikel 19 Bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstanden
Indien een boom, boomgroep of houtopstand als bijzonder of waardevol is aangemerkt kunnen burgemeester en wethouders daarvoor slechts op zwaarwegende gronden en na advies van de Commissie voor monumentale en bijzondere bomen een kapvergunning verlenen en steeds onder de voorwaarde dat een nader door burgemeester en wethouders te bepalen financiële compensatie in het Bomenfonds wordt gestort.
Er is een bomenfonds voor het onderhoud en de instandhouding van monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstanden, of bomen, boomgroepen of houtopstanden waarvoor een kapvergunning is geweigerd dan wel voor bomen, boomgroepen of houtopstanden waarvoor een instandhoudingsplicht is opgelegd, alsmede voor de uitbreiding van aantallen bomen, boomgroepen of houtopstanden.
HOOFDSTUK 4 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
1.Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 7, eerste of tweede lid, of artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 10 of artikel 15, eerste of tweede lid, is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.
2.Indien overtreding van enig artikel van deze verordening niet strafbaar is gesteld krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt overtreding van het bij of krachtens de in deze verordening genoemde artikelen gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Met de opsporing van de in deze afdeling strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Artikel 23 Betreden van gebouwen en terreinen
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze afdeling dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.
Artikel 24 Slot- en overgangsbepalingen
Zij treedt in werking acht dagen na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt. Op die datum vervalt de Kapverordening 1983 met dien verstande dat:
aanvragen om een kapvergunning die na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend, maar die noodzakelijk zijn voor de realisering van bouwplannen waarvoor vóór de inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag bouwvergunning is ingediend, behandeld worden overeenkomstig het bepaalde in de Kapverordening 1983.