Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer, Artikel 3, 5, 6, 7, 12, 19, 21, 25, 27, 31, 32 lid 2, 33, 38 en 40
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 De Koggenlander d.d. 5-01-2012 | RVS, 11.41 d.d. 13-12-2011 |
MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
Burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer,
gelet op het bepaalde in de artikelen 3, 5, 6, 7, 12, 19, 21, 25, 27, 31, 32 lid
2, 33, 38 en 40 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke
ondersteuning gemeente Opmeer 2010;
HOOFDSTUK 3 EIGEN BIJDRAGEN, EIGEN AANDEEL EN BESPARINGSBIJDRAGE
Artikel 3 Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel
Het bedrag bedoeld in artikel 7 van de verordening bedraagt:
voor de gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 28.306 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.306,00;
voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.319,00 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.319,00.
De bedragen in dit artikel zijn gekoppeld aan de bedragen als vermeld in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Algemene maatregel van bestuur). Indien de bedragen in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Algemene maatregel van bestuur) worden gewijzigd, worden de bedragen in dit artikel geacht op gelijke wijze
Artikel 4a Geen eigen bijdrage / eigen aandeel
In afwijking van artikel 3 wordt de eigen bijdrage of het eigen aandeel op nihil gesteld als sprake is van een woonvoorziening of een vervoersvoorziening.
Artikel 4b Duur van de eigen bijdrage / eigen aandeel
Een eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd bij hulp bij het huishouden
Artikel 4c Maximering eigen bijdrage
De verschuldigde eigen bijdrage of eigen aandeel bedraagt maximaal de kostprijs van de voorziening.
HOOFDSTUK 4 HULP BIJ HET HUISHOUDEN
Artikel 6 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Er wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat per klasse per jaar bedraagt:
Voor hulp bij het huishouden categorie 1:
terwijl bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend een uurbedrag van € 20,95 wordt gehanteerd.
Voor hulp bij het huishouden categorie 2 :
terwijl bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend een uurbedrag van € 25,14 wordt gehanteerd.
Artikel 7 Financiële tegemoetkoming / persoonsgebonden budget
In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
en kan, indien sprake is van bijzondere omstandigheden, door burgemeester en wethouders op een hoger bedrag worden gesteld.
Voor de situatie dat men afziet van verhuizing naar een andere meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien wordt een vergoeding toegekend van maximaal € 1.698,00.
5.Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 19 lid 2 tot en met 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 7.620,00.
HOOFDSTUK 6 HET ZICH LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op
a. de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening, of
b. de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.
De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, is:
HOOFDSTUK 8 ADVISERING EN SAMENHANGENDE AFSTEMMING.
Het bedrag waarboven ingevolge artikel 32 lid 2 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning advies gevraagd moet worden bedraagt € 20.100,--.
Artikel 13 Samenhangende afstemming.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 32 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.