Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Verordening langdurigheidstoeslag 2012​

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag 2012​
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening langdurigheidstoeslag 2012, vastgesteld d.d. 24 april 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. 1. artikel 147 Gemeentewet
  2. 2. artikel 8, lid 1 sub d Wet werk en bijstand (WWB)
  3. 3. artikel 36 WWB
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012Artikelen gewijzigd

02-10-2012

Stadsberichten 17 oktober 2012

4154733

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag 2012​

 

 

 

Verordening

Reg.nr. 4154733

De raad van de gemeente Amersfoort;

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 13 juli 201221 nov9 janu9 , sector MO/SZ (nr. 4154412);

vindt het nodig dat er regels komen voor het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar;

heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen;

heeft de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand gelezen;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening langdurigheidstoeslag 2012

ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

wet: de Wet werk en bijstand

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort

referteperiode: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum

peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat

gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel c van de wet

Recht op langdurigheidstoeslag

Langdurig, laag inkomen

Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm.

Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

voor gehuwden € 523,00

voor alleenstaande ouders € 469,00

voor alleenstaanden € 366,00

Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm per 1 januari van het daar aan voorafgaande jaar.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Overgangsrecht

De belanghebbende die in 2011 de langdurigheidstoeslag heeft ontvangen omdat hij 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger was dan 100 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm, heeft bij ongewijzigde omstandigheden ook in 2012 recht op de langdurigheidstoeslag.

  • Artikel 5 Hardheidsclausule

  • Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken in bijzondere situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening heet Verordening langdurigheidstoeslag 2012.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van publicatie met terugwerkende kracht naar 1 januari 2012.

Artikel 8 Intrekken vorige verordening

De Verordening langdurigheidstoeslag 2012 vastgesteld op 24 april 2012, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Verordening bedoeld in artikel 7 ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 2 oktober 2012.

de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: TOELICHTING OP Verordening langdurigheidstoeslag 2012

Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de WWB in 2004 de langdurigheidstoeslag (LDT) in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand.

Artikel 36 blijft de basis van de langdurigheidstoeslag, maar de nieuwe tekst laat meer ruimte voor gemeentelijke invulling van de regels. In artikel 8 wordt een bepaling toegevoegd waarin wordt bepaald dat gemeenten in een verordening regels vastleggen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip langdurig, laag inkomen.

Op 10 juli 2012 is door de Eerste Kamer de Wet afschaffing huishoudinkomenstoets aangenomen. De wet is met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 van kracht. Daarmee wordt de definitie van ‘gezin’ weer zoals deze luidde voor 1 januari 2012. De Verordening langdurigheidstoeslag 2012, vastgesteld op 24 april 2012, is daarom gewijzigd. Het betreft een wijziging in artikel 3. Er wordt weer onderscheid gemaakt in de hoogte voor de LDT voor gehuwden, alleenstaande ouders en alleenstaanden. De referteperiode zoals genoemd in artikel 2, is n.a.v. de vastgestelde bezuinigingsvoorstellen vanaf 2012, in de eerdere versie gewijzigd van drie naar vijf jaar. Dit blijft van kracht.

Artikelsgewijze toelichting.

In onderstaande toelichting wordt ingegaan op een aantal artikelen dat toelichting behoeft.

Ad artikel 1 Begripsbepalingen

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen die niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Er is gekozen voor vaststelling van de referteperiode op 60 maanden voorafgaand aan de peildatum. Hiermee is meteen invulling gegeven aan het begrip ‘langdurig’.

Ad artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Het Ministerie van SZW heeft bedragen voor 2012 in de normenbrief opgenomen. Deze bedragen zijn overgenomen. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is ervoor gekozen om de hoogte jaarlijks mee te laten bewegen met de bijstandsnormen.