De raad van de gemeente Moerdijk,
gezien het voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad d.d. 8 oktober
2012;
gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen:
Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2013
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
raad: de raad van de gemeente Moerdijk;
- b.
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente
Moerdijk;
- c.
voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie van de
gemeente Moerdijk;
- d.
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Moerdijk;
- e.
gemeente: de gemeente Moerdijk.
Artikel 2 Rekenkamercommissie
Ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa,
eerste lid, van de Gemeentewet, is er een gemeentelijke
rekenkamercommissie.
Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie
- 1.
De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de
doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur alsmede van instellingen waarvan de
activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden
bekostigd.
- 2.
Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de
rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur
bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213,
tweede lid, van de Gemeentewet.
Artikel 4 Samenstelling van de
rekenkamercommissie
- 1.
De rekenkamercommissie bestaat uit minimaal vier externe leden die
door de raad worden benoemd. Benoeming vindt tijdelijk plaats tot en
met 31 december 2016.
- 2.
De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend
voorzitter. Benoeming vindt tijdelijk plaats tot en met 31 december
2016.
- 3.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen
van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het
bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en
het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter
voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris.
- 4.
Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen als bedoeld in
het eerste en tweede lid, pleegt de raad overleg met de
rekenkamercommissie.
Artikel 5 Ontslag
Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is
met het lidmaatschap;
- c.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem
bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- e.
indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel
toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
- 2
Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden
ontslagen bij gebleken ongeschiktheid, indien hij door ziekte of
gebreken langdurig (langer dan 13 weken) of blijvend ongeschikt
is zijn functie te vervullen of indien hij verboden handelingen
als bedoeld in artikel 9 van deze verordening heeft verricht.
Artikel 6 Non-activiteit
- 1.
De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit
indien:
- a.
hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij
zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is
verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens
schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk
geworden rechterlijke uitspraak.
- 2.
De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit
stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van
een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig
vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot
ontslag, anders dan op de gronden vermeld in artikel 5, eerste lid,
onder a. en tweede lid, zouden kunnen leiden.
- 3.
De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel
is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het
tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden.
In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie
maanden verlengen.
Artikel 7 Openbaar maken nevenfuncties
Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de
Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Eed
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de
rekenkamercommissie in handen van de voorzitter van de raad de eed
(verklaring en belofte) als opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet
af, met dien verstande, dat voor “rekenkamer” wordt gelezen
“rekenkamercommissie”.
Artikel 9 Verboden handelingen
Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede
lid, van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar
vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na
vaststelling onverwijld ter kennisname aan de raad.
Artikel 11 Secretaris
- 1.
De secretaris van de rekenkamercommissie wordt bij eensluidend
besluit door de raden van de gemeenten en in overleg met de
gezamenlijke rekenkamercommissie benoemd.
- 2.
De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van
haar taken terzijde.
- 3.
De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de
rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken
worden verricht.
Artikel 12 Ondersteuning rekenkamercommissie
- 1.
De raad stelt, na overleg met de rekenkamercommissie, de
rekenkamercommissie de nodige middelen ter beschikking voor een
goede uitoefening van haar werkzaamheden.
- 2.
De rekenkamercommissie is bevoegd om binnen een aan haar bij de
begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve
van de uitvoering van haar taken.
- 3.
Ten laste van het in tweede lid genoemde budget worden in ieder
geval gebracht de kosten van:
- a.
de vergoedingen aan de leden van de
rekenkamercommissie;
- b.
de secretaris, de onderzoeker(s) en het secretariaat;
- c.
de eventueel door de rekenkamercommissie ingeschakelde
deskundigen;
- d.
eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig
acht voor de uitoefening van haar taken.
- 4.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.
Artikel 13 Vergoeding leden rekenkamercommissie
- 1.
De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een
vergoeding van respectievelijk € 155,- en € 135,-
voor het bijwonen van een vergadering van de rekenkamercommissie.
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met het percentage dat in
tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt
gehanteerd.
- 2.
Aan de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie wordt een
vergoeding in de reis- en verblijfkosten toegekend:
- a.
voor reizen met eigen vervoermiddel: een vergoeding van de
in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten
overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling
binnenland
- b.
voor reizen met openbaar vervoer: de werkelijk gemaakte
kosten
- c.
voor verblijfkosten: de noodzakelijk gemaakte kosten voor
maaltijden en logies.
Artikel 14 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
- 1.
De rekenkamercommissie presenteert tenminste jaarlijks vóór 1
oktober een onderzoeksplan waarin staat aangegeven welke onderwerpen
voor het komende jaar in aanmerking komen voor een onderzoek. Voor
het jaar 2013 presenteert de rekenkamercommissie vóór 1 februari een
onderzoeksplan.
- 2.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij
het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling
van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan
een derde is uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op
de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de
administratie in opdracht van die derde voert. Het gemeentebestuur
verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie
ter vervulling van haar taak nodig acht.
- 3.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij
de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties te
onderzoeken voorzover zij dat ter vervulling van haar taak nodig
acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is
uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de
administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de
administratie in opdracht van die derde voert. Tevens verstrekken de
besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties
desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter
vervulling van haar taak nodig acht:
- a.
openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, ingesteld
krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen, waaraan de
gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt
in deze regeling;
- b.
naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met
beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50%
van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat
de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal
houdt;
- c.
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente
of een derde voor rekening en risico van de gemeente
rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie
heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten
van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie,
lening of garantie betrekking heeft.
- 4.
De rekenkamercommissie kan zich bij haar taakuitvoering laten
bijstaan door deskundigen.
- 5.
Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen
uitvoeren, zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding
aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook
beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door
de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.
Artikel 15 Verzoeken tot het verrichten van onderzoek
De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen
van een onderzoek, in aanvulling van het in artikel 14, lid 1 genoemde
onderzoeksplan. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand
in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan
het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden
aanvoeren.
Artikel 16 Beslotenheid vergaderingen
De vergaderingen van de rekenkamercommissie worden als regel in
beslotenheid gehouden.
Artikel 17 Geheimhouding
- 1.
De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in
artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud
van stukken die aan haar worden overlegd, geheimhouding
opleggen.
- 2.
De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen
in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.
Artikel 18 Vergader- en stemmingsquorum
- 1.
De rekenkamercommissie vergadert niet als behalve de voorzitter niet
tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.
- 2.
De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.
- 3.
Indien de stemmen staken is de stem van de voorzitter
doorslaggevend.
Artikel 19 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
- 1.
De rekenkamercommissie voert het onderzoek volgens de door haar
vastgestelde onderzoeksopzet uit.
- 2.
De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een
onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek
dat naar aanleiding van het verzoek is ingesteld.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 185 van de Gemeentewet, stelt
de rekenkamercommissie betrokkenen in de gelegenheid om binnen een
door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de
rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval
degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is
geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen
worden aangemerkt.
- 4.
De raad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies
en aanbevelingen vast.
Artikel 20 Voorziening
- 1.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de
rekenkamercommissie.
- 2.
Voordat de rekenkamercommissie een besluit als bedoeld in lid 1
neemt, krijgt de raad de gelegenheid hierop een zienswijze in te
dienen.
Artikel 21 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke
rekenkamercommissie 2013”.
Artikel 22 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.
- 2.
Op dat tijdstip vervalt onder gelijktijdige intrekking de
verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009 vastgesteld
bij raadsbesluit van 18 december 2008.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 oktober 2012,
de griffier, de voorzitter,
H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs