Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd

HOOFDSTUK1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• a.

  aandachtsgebieden: de subwijken of buurten in Utrecht zoals weergegeven in bijlage 1;

• b.

  brede School Primair Onderwijs (BS PO): een samenwerkingsverband van een of meer basisscholen en andere organisaties dat aangemerkt is als Brede School Primair Onderwijs door de werkgroep Brede School Primair Onderwijs van de Utrechtse Onderwijs Agenda 2010-2014 (UOA) en dat erkend is als Brede School Primair Onderwijs door de stuurgroep UOA;

• c.

  brede School Voortgezet Onderwijs (BS VO): een school voor voortgezet onderwijs die aangemerkt is als Brede School Voortgezet Onderwijs door de werkgroep Brede School Voortgezet Onderwijs van de Utrechtse Onderwijs Agenda (UOA) en die erkend is als Brede School Voortgezet Onderwijs door de stuurgroep UOA;

• d.

  combinatiefunctie: een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever maar gelijkelijk – of in ieder geval voor een substantieel deel – te werk wordt gesteld in of ten behoeve van een combinatie van minimaal twee werkvelden/sectoren, waarvan het onderwijs er één is;

• e.

  combinatiefunctionaris Jeugd: een werknemer die een combinatiefunctie vervult in het kader van de bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur van 10 december 2007, voortgezet in de Brede impuls combinatiefuncties (2 februari 2012) ten behoeve van de jeugd van 0 tot en met18 jaar, in het bijzonder de leerlingen van het primair en voortgezet onderwijs in Utrecht;

• f.

  combinatie: partijen die gezamenlijk een combinatiefunctionaris Jeugd willen inzetten en die met elkaar een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten over de inzet van combinatiefunctionarissen Jeugd. Bij deze partijen is minimaal één (Brede) school betrokken;

• g.

  culturele instelling: een culturele organisatie die van de gemeente Utrecht subsidie ontvangt voor de periode 2013-2016 op basis van een positief advies van de ad hoc Adviescommissie Cultuurnota periode 2013-2016;

• h.

  fulltime eenheid (fte): in deze beleidsregel wordt onder één fte een werkweek van 36 uur verstaan;

• i.

  jeugd: jeugd in de leeftijd 0 tot en met 18 jaar;

• j.

  jongeren: jongeren in de leeftijd 13 tot en met 18 jaar;

• k.

  kinderen: kinderen in de leeftijd 0 tot en met 12 jaar;

• l.

  PO School; een school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgens de Wet op het Primair Onderwijs;

• m.

  Sportinstelling: een sportinstelling is een rechtspersoon, die sport en bewegen aanbiedt of stimuleert en die voldoet aan één of beide onderstaande criteria:

  • -

    aangesloten bij een landelijke sportbond of overkoepelende organisatie die de betreffende tak van sport vertegenwoordigt

  • -

    levert een belangrijke bijdrage aan het gemeentelijke sport- en beweegbeleid;

• n.

  Utrechtse Onderwijs Agenda (UOA): de UOA is een vierjarenbeleidsplan dat is opgesteld door het samenwerkingsverband tussen Utrechtse schoolbesturen, welzijnsinstellingen, onderwijsondersteuners en gemeente Utrecht waarin afspraken worden gemaakt over gezamenlijke ambitie om meer kansen te scheppen voor de talentontwikkeling van alle Utrechtse kinderen;

• o.

  VO school: een school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgens de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

• p.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht.

Artikel 2 Inleiding en beleidskaders

Het college heeft in het collegeprogramma ' Utrecht Groen, Open en Sociaal' de ambitie uitgesproken dat alle jeugd maximaal de kans moet krijgen om al hun talenten te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving. Niet alleen de schoolloopbaan, maar ook voldoende, passende en betaalbare voorzieningen in alle wijken zijn daarvoor een basisvoorwaarde. In (Brede) Scholen en door programma’s als de Verlengde Schooldag en Sport Scoort! creëren we meer plekken voor jeugd, cultuur, sport en ruimte voor meiden.

Daarop aansluitend heeft de UOA als motto: meer kansen voor Utrechts talent. Elk Utrechts kind van 0 tot en met 18 jaar moet zijn talenten kunnen ontwikkelen. Onderwijs is daarbij een belangrijke schakel. Talentontwikkeling gaat echter over meer. Daarom plaatst de UOA de talentontwikkeling van leerlingen van 0 tot 18 jaar in een breed kader. Leerlingen leren en ontwikkelen zich op vele plekken, daarom moet de samenhang tussen binnen- en buitenschools aanbod en voorzieningen versterkt worden. Hun talenten zijn divers en moeten op allerlei terreinen een kans krijgen. Om alle Utrechtse jeugd de kans te geven hun talenten te ontplooien streeft de UOA naar een integrale benadering waarbij de schotten tussen school en andere gebieden van het leven worden doorbroken. De Brede School PO en Brede School VO werken middels werkgroepen en jaarplannen Brede School aan de volgende doelen:

• 1.

  gezamenlijk gedeelde visie en missie gericht op talentontwikkeling;

• 2.

  aansluiting van de doelen van talentontwikkeling op de kerndoelen van het onderwijs-doorgaande lijn;

• 3.

  versterken van de ouderbetrokkenheid bij talentontwikkeling;

• 4.

  een samenhangend en vraaggericht aanbod, mede gericht op doorstroming in het reguliere aanbod van verenigingen en clubs;

• 5.

  toename van aantal kinderen dat gebruik maakt van samenwerking binnen/buitenschoolse talentontwikkeling;

• 6.

  uitbreiding van aantal Brede Scholen in PO en VO;

• 7.

  vastlegging van samenwerking in convenanten en

• 8.

  uitbreiding van aanbod in "dagarrangementen".

Het college noemt in zijn Collegeprogramma sport als een belangrijk middel ter bevordering van gezondheid en voor de fysieke, mentale en sociale ontwikkeling. Daarom streeft het college er naar dat sport voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is. Dat in samenwerking met onderwijs, sport en andere partijen Brede Scholen en multifunctionele accommodaties gerealiseerd worden en dat sportdeelname bij groepen die te weinig aan sport doen, wordt bevorderd.

In de sportnota 2011-2016 'In Utrecht staat jouw talent centraal' is het volgende opgenomen:

De gemeente wil dat alle Utrechters de mogelijkheid krijgen om te sporten en te bewegen zodat zij hun talent kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Sport vormt een belangrijk onderdeel van de vrijetijdsbesteding waarin kinderen en jongeren hun talent ontwikkelen. De gemeente investeert dan ook in een doorlopend sportaanbod tijdens de gehele schoolcarrière. De gemeente heeft extra aandacht voor de jeugd in de aandachtsgebieden omdat onder hen de sportdeelname veel lager is dan in andere wijken of buurten.

Daarbij zijn voor 2016 de volgende resultaten opgenomen:

• 1.

  jeugdsportdeelname in krachtwijken is gemiddeld met twee procentpunt gestegen, in niet-krachtwijken is dit gemiddeld gelijk gebleven;

• 2.

  binnen tien verschillende takken van sport zijn vernieuwende sportconcepten of -strategieën gericht op de diverse leeftijdscategorieën, geïntroduceerd bij minimaal twintig sportverenigingen en

• 3.

  drie jeugdkaderopleidingen opgezet binnen het Voorgezet Onderwijs, gericht op inzet van jeugd binnen sportverenigingen, bijvoorbeeld als coach, begeleider, scheidsrechter.

Verder noemt het college het belang van cultuur als terrein dat kinderen en jongeren avontuur en kansen biedt voor de ontwikkeling van talent.

De cultuurvisie "Open Ruimte" 2012-2022 sluit aan op de ambities van het college, waar het gaatom het streven naar brede talentontwikkeling van jongeren, door onder andere het bevorderen van cultuureducatie en van creatieve partnerschappen tussen culturele organisaties en scholen.

De Brede Scholen sluiten bij uitstek op al deze doelstellingen aan. De UOA heeft de volgende ambitie geformuleerd:

In 2014 bestaat er (in ieder geval voor iedere Brede School) een helder concept van de dagelijkse doorlopende leerlijn (dagarrangement) waaraan met de relevante partners wordt samengewerkt (onder meer wijkwelzijnswerk, Kinderopvang, culturele instellingen, sportaanbieders) zodat de leerling zich vrij en veelzijdig kan ontwikkelen zonder steeds op organisatorische grenzen te stuiten.

De subsidie voor combinatiefunctionarissen Jeugd levert een bijdrage aan de bovengenoemde doelstellingen.

Artikel 3 Wijk- en gebiedsgericht werken

Voor het college is wijk- en gebiedsgericht werken belangrijk om de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk in te zetten. In de bestuurlijke afspraken brede scholen, sport en cultuur is sprake van voorkeur voor aandachtsgebieden als het gaat om uitbreiding van het aantal (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod. De populatie en aandachtspunten verschillen per wijk/buurt. Om deze reden plaatsen wij de activiteiten van de combinatiefunctionaris in de context van de wijk. In dit kader wordt van de aanvragers verwacht dat zij in hun plannen en aanvraag voor de inzet van een combinatiefunctionaris een relatie leggen met de populatie jeugd en ouders waar ze mee te maken hebben en rekening houden met de buurt waarin de school zich bevindt. Als de methodiek Vreedzame Wijk wordt gehanteerd in de wijk, dient de combinatiefunctionaris geschoold te worden in deze methode. Tevens dient er een verbinding te zijn met de aanpak Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) in de JOGG-wijken. Daarbij draagt verbinding van scholen en andere partners in de wijk die zich met de jeugd bezighouden, met elkaar en met ouders, bij aan een optimaal resultaat.

Artikel 4 Doelstellingen

De gemeentelijke doelstellingen met betrekking tot de combinatiefunctionarissen Jeugd voortvloeiend uit de beleidskaders in artikel 2, zijn om:

• ·

  op gemeentelijk niveau uitvoering te geven aan de bestuurlijke afspraken Brede impuls combinatiefuncties;

• ·

  (brede) scholen te versterken met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs, om te beginnen in de aandachtsgebieden;

• ·

  sport- en culturele instellingen te versterken met het oog op hun maatschappelijke functie en de sport- en cultuurorganisaties in te zetten voor het onderwijs, de naschoolse opvang en in de wijk;

• ·

  een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen te stimuleren;

• ·

  te bevorderen dat de jeugd tot en met 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen, waarbij het accent ligt op actieve kunstbeoefening;

• ·

  bij te dragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren;

• ·

  de inzet te versterken van sport- en culturele instellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang;

• ·

  jeugd te stimuleren lid te worden van een sport- of cultuurinstelling;

• ·

  participatie te bevorderen van jeugd bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk en bij sport- en cultuurinstellingen en

• ·

  aan te sluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school.

Artikel 5 Waarvoor kan subsidie worden aangevraagd

Er kan door onderscheiden organisaties subsidie worden aangevraagd als bijdrage in de loonkosten van één van de volgende drie typen combinatiefunctionarissen Jeugd:

1 combinatiefunctionaris sport die als bruggenbouwer tussen de sportinstelling, de scholen en de wijk fungeert. Het is een betaalde trainer/coach/verenigingsondersteuner die sport- en beweegactiviteiten uitvoert zowel op school en/of na schooltijd in de wijk als bij de sportinstelling en bij één van deze partijen werkzaam is. Er is subsidie beschikbaar voor 17,5 fte combinatiefunctionarissen sport. Voor de combinatiefunctionaris Sport is de richtlijn dat 60% van zijn tijd wordt besteed aan het verzorgen van een open aanbod voor de jeugd uit de wijk/school en 40% van zijn tijd binnen de sportinstelling wordt ingezet als bijvoorbeeld trainer/coach/verenigingondersteuner.

2 combinatiefunctionaris cultuur die als cultuurcoach te werk wordt gesteld en die voldoet aan het profiel van de cultuurcoach (zie bijlage 2). Aanvragen voor een cultuurcoach kunnen worden ingediend door culturele instellingen. Er is subsidie beschikbaar voor 3 fte cultuurcoaches.

3 combinatiefunctionaris onderwijs die werkzaam is/wordt gesteld als combinatiefunctionaris op een brede school in het PO of VO. De combinatiefunctionaris onderwijs richt zich op sport en/of cultuur activiteiten. Er is subsidie beschikbaar voor 0,5 fte in het PO en 3 fte in het VO.

Artikel 6 Maximaal subsidiebedrag per combinatiefunctionaris

We onderscheiden de volgende maximale bedragen voor de onderscheiden combinatiefunctionarissen:

1De stimuleringssubsidie bedraagt maximaal EUR 45.000,00 op jaarbasis per gerealiseerde fte combinatiefunctionaris sport, cultuur of onderwijs;

2 In afwijking op dat wat bepaald is in het eerste lid bedraagt de stimuleringssubsidie maximaal EUR 50.000,00 op jaarbasis per gerealiseerde fte combinatiefunctionaris onderwijs op het moment dat de combinatiefunctionaris een bevoegd leerkracht is.

Artikel 7 Waar moeten aanvragers aan voldoen

Aanvragers dienen te voldoen aan de bepalingen van de geldende subsidieverordening van de gemeente Utrecht.

Daarnaast dienen aanvragers te voldoen aan de volgende verplichtingen:

• 1.

  de aanvrager moet samenwerken met een (Brede) school;

• 2.

  betreft de aanvraag een combinatiefunctionaris sport, dan moet de aanvrager voldoen aan één of meer van onderstaande eisen:

  • -

    de aanvrager moet een sportinstelling zijn die is aangesloten bij een landelijke bond of overkoepelende organisatie die de betrokken tak van sport vertegenwoordigt;

  • -

    de aanvrager moet een sportinstelling zijn die een belangrijke bijdrage levert aan het gemeentelijk sport- en beweegbeleid beschreven in de Sportnota 2011- 2016;

  • -

    de aanvrager moet aangesloten zijn bij een bestuur van een in Utrecht gevestigde (brede) school.

• 3.

  betreft de aanvraag een cultuurcoach, dan moet de aanvrager een culturele instelling zijn, die voor de periode 2013-2016 van de gemeente Utrecht subsidie ontvangt en een beleid heeft op het gebied van cultuureducatie. Het uitvoeren van een creatief partnerschap met een school in het primair onderwijs en / of voortgezet onderwijs heeft de voorkeur en

• 4.

  betreft de aanvraag een combinatiefunctionaris onderwijs, dan moet de aanvrager een schoolbestuur zijn of een brede school van in Utrecht gevestigde scholen.

Artikel 8 De aanvraag

• 1.

  Subsidieaanvragen ingevolge deze regeling zijn aanvragen voor een projectsubsidie en dienen te worden ingediend conform de eisen in de geldende subsidieverordening voor het indienen van een projectsubsidie.

• 2.

  Indien er na behandeling van de subsidieaanvragen die tijdig zijn ingediend nog budget beschikbaar is, kunnen ook aanvragen die na 31 december 2012 worden ingediend in behandeling worden genomen.

• 3.

  De aanvraag wordt namens alle in de combinatie betrokken partijen ingediend door de organisatie bij wie de combinatiefunctionaris formeel in dienst wordt genomen.

• 4.

  Alleen aanvragen die namens een combinatie worden ingediend, worden in behandeling genomen.

• 5.

  Aanvragers moeten duidelijk aangeven:

  • -

    voor welk type combinatiefunctionaris subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    voor hoeveel fte subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    bij welke organisatie de combinatiefunctionaris formeel wordt aangesteld en ten behoeve van welke (brede) scholen.

• 6.

  Aanvragen moeten zijn voorzien van de volgende bijlagen:

• -

  een plan van aanpak waarin wordt beschreven welke activiteiten de combinatiefunctionaris gaat uitvoeren, in welke wijk(en), op welke wijze, met welk doel, welke resultaten daarmee worden beoogd, hoe de wijkgerichte aanpak wordt ingevuld, welke gemeentelijke doelstellingen met de activiteiten worden gerealiseerd en hoe zij bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke resultaten beschreven in artikel 2;

• -

  een door betreffende partijen in de combinatie ondertekende verklaring dat bij een positieve beschikking van de gemeente op de subsidieaanvraag:

  • 1.

    nadere samenwerkingsafspraken zullen worden vastgelegd in een gezamenlijke samenwerkingsovereenkomst;

  • 2.

    nadere afspraken met de gemeente worden gemaakt over de wijkgerichte inzet van de combinatiefunctionaris. Voor de combinatiefunctionaris Sport is onderdeel van deze afspraken dat in overleg met de gemeente in het jaarplan van de combinatiefunctionaris activiteiten/evenementen/toernooien op het terrein van sport en bewegen in de wijk en stedelijk (bijvoorbeeld voor het schoolvoetbal) opgenomen kunnen worden als onderdeel van de 60% inzet voor de wijk/school;

• -

  een door betreffende partijen in de combinatie ondertekende verklaring dat bij een positieve beschikking van de gemeente op de subsidieaanvraag, bij de invulling van een concrete combinatiefunctie tussen de betreffende partijen een 'uitleenovereenkomst om niet' zal worden afgesloten;

• -

  een eigen verklaring Governance Code, indien deze door de aanvragende organisatie nog niet eerder is aangeleverd bij de gemeente Utrecht.

• 7.

  De samenwerkingsovereenkomst bevat minimaal de volgende elementen:

  • ·

    afspraken tussen de partijen in de aanvragende combinatie over de ureninzet van de combinatiefunctionaris bij de verschillende partijen;

  • ·

    afspraken tussen de partijen over het aantal, de aard en de frequenties van de activiteiten die worden uitgevoerd met een onderverdeling naar de onderscheiden sectoren/werkvelden;

  • ·

    afspraken over rechtspositionele zaken die de combinatiefunctionaris betreffen;

  • ·

    afspraken tussen de partijen over de inhoudelijke en de formele aansturing van de combinatiefunctionaris op basis van een uitleenovereenkomst om niet (zie bijlage voor een modeldocument).

Artikel 9 Indienen van aanvragen

• 1.

  De subsidieaanvraag dient digitaal ingediend te worden bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht via het Digitaal Loket van de gemeente Utrecht. Deze is te vinden op www.utrecht.nl/combinatiefunctie. Op deze pagina zijn standaard formulieren beschikbaar voor het schrijven van een aanvraag met de juiste bijlagen zoals benoemd in artikel 8, zesde lid.

• 2.

  Indien het niet mogelijk is de subsidieaanvraag digitaal in te dienen, kan deze ook schriftelijk ingediend worden bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, t.a.v. het Subsidiebureau, Postbus 2158, 3500 GD Utrecht.

Artikel 10 Beoordeling subsidieaanvraag

• 1.

  De aanvraag wordt beoordeeld op de kwaliteit van de bijdrage die wordt geleverd aan de gemeentelijke doelstellingen (zie artikel 4).

• 2.

  Bij het beoordelen van aanvragen voor een combinatiefunctionaris sport, worden voorts de volgende selectiecriteria toegepast:

• a.

  de sportinstelling is al gevestigd of is bereid om de uitvoering van reguliere activiteiten te starten in de buurt of wijk waar de jeugdsportparticipatie onder het stedelijk gemiddelde ligt;

• b.

  de sportinstelling beschikt over een aantoonbaar netwerk in de wijk op het gebied van sport, bewegen en onderwijs;

• c.

  de inzet van de combinatiefunctionaris sport moet bijdragen aan vernieuwende activiteiten óf een aanvullend karakter hebben op het huidige aanbod en een verbetering van de kwaliteit van het sport- en beweegaanbod;

• d.

  de werkzaamheden van de combinatiefunctionaris moeten vooral uitvoerend zijn of de combinatiefunctionaris creëert met zijn inzet uitvoerende werkzaamheden op het gebied van sport en bewegen. Daarvoor is de richtlijn 60% van zijn tijd een open aanbod te verzorgen voor de jeugd uit de wijk/school en 40% van zijn tijd binnen de sportinstelling worden ingezet als bijvoorbeeld trainer/coach/verenigingondersteuner;

• e.

  de sportinstelling neemt al deel aan activiteiten en/of maatschappelijke projecten van Vereniging Sport Utrecht (VSU) en Gemeente Utrecht (bijv. de VSU netwerken, impuls brede school, sport en cultuur, Sport Scoort, SportU, wijksportplan, samenwerking wijkwelzijnsorganisatie, Vreedzame Wijk, gezondheid, e.d.);

• f.

  de sportinstelling dient (aangaande invulling combinatiefunctionaris sport):

  • -

    samen te werken met andere sportinstellingen in dezelfde en/of andere tak(ken) van sport, op wijk en/of stedelijk niveau;

  • -

    deel te nemen aan netwerkbijeenkomsten;

  • -

    de combinatiefunctionaris in te zetten voor basis- en voortgezet onderwijs en andere sportaanbieders.

• g.

  de sportinstelling heeft een volledig (jeugd)bestuur. Daarnaast dient de combinatiefunctionaris een vast aanspreekpunt binnen de werkgeversorganisatie te krijgen.

• 3.

  Bij het beoordelen van aanvragen voor een combinatiefunctionaris cultuur, worden de volgende selectiecriteria toegepast:

• a.

  prioriteit wordt gegeven aan samenwerking met een (Brede) school in het primair onderwijs;

• b.

  de combinatiefunctionaris cultuur levert een bijdrage aan de verbinding met de te ontwikkelen of aanwezige doorlopende leerlijn in de (Brede) school;

• c.

  de aanvraag is gericht op één of meerdere disciplines die deel uitmaken van cultuureducatie. Cultuureducatie bestaat uit kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie;

• d.

  het accent ligt voor minimaal 60 % op uitvoering van activiteiten;

• e.

  de in te zetten cultuurcoach voldoet aan functieprofiel cultuurcoach (zie bijlage 2);

• f.

  de minimale inzet per (brede) school is 0,4 fte per aanvrager;

• g.

  in de aanvraag moeten het doel, doelstellingen en de kwaliteitsnorm helder worden gemaakt;

• h.

  verankering in de (brede) school, in de culturele instelling en in de wijk van resultaten (proces en product).

  4.Bij het beoordelen van aanvragen voor een combinatiefunctionaris onderwijs, worden de volgende selectiecriteria toegepast:

• a.

  voor een combinatiefunctionaris onderwijs in het PO wordt prioriteit gegeven aan inzet op een (Brede) school waar geen combinatiefunctionaris sport werkzaam is;

• b.

  aanvragen voor inzet van een combinatiefunctionaris onderwijs in het PO op een (Brede) school in een aandachtswijk heeft de voorkeur;

• c.

  verdeling coördinerende (30%) versus uitvoerende werkzaamheden (70%) dient naar rato verdeeld te zijn;

• d.

  de combinatiefunctionaris onderwijs dient werkzaamheden ten behoeve van meerdere sectoren uit te voeren;

• e.

  inbedding van de combinatiefunctionaris in de school.

Artikel 11 Voortgangsoverleg

• 1.

  De subsidieverkrijgende partijen voeren minimaal eenmaal per jaar een voortgangsoverleg met de subsidieverstrekker.

• 2.

  De combinatiefunctionaris is gehouden om deel te nemen aan voorkomend combinatiefunctionarissen overleg en daarin kennis uit te wisselen.

• 3.

  De subsidieverkrijgende partijen verlenen medewerking aan een evaluatie van de stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan één of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de strekking van de regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012. Subsidieaanvragen worden vanaf deze datum beoordeeld en beschikt op basis van deze beleidsregel.

Artikel 14 Looptijd

Deze beleidsregel is van kracht van 1 oktober 2012 t/m 31 december 2014.

Artikel 15 Aanvraagperiode

De subsidieaanvraag kan worden ingediend van 1 oktober 2012 t/m 31 december 2012.

Artikel 16 Subsidieperiode

Er wordt subsidie verleend voor de periode van 1 augustus 2013 t/m 31 december 2014. Aanvragen dienen zich te richten op de gehele periode.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel stimuleringssubsidie Combinatiefuncties.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 2 oktober 2012.

De secretaris, De burgemeester.

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 10 oktober 2012.

Deze beleidsregel treedt in werking op 11 oktober 2012, en werkt terug tot 1 oktober 2012.