Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, Art. 228 A
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 06-11-2012 Het Kompas, d.d. 23 november 2012 en gemeenteblad 2012/8 | RB 12200893 |
De raad van de gemeente Cromstrijen:
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2012;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013”.
Deze verordening verstaat onder:
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Belastbaar feit en belastingplicht
eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel, verder te noemen: eigenarendeel, en
van de gebruiker van een perceel, verder te noemen: gebruikersdeel.
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
ingeval een gedeelte van een perceel, niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4, voor gebruik is afgestaan, degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
1.1.1.A indien de caravan wordt gebruikt door één persoon € 23,10
1.1.2.A indien de caravan wordt gebruikt door meerdere personen € 57,90
2 winkel, café, café-restaurant, cafetaria, hotel, kantoor, gemeenschapsgebouw, werkplaats, garagebedrijf en dergelijke inrichtingen, alsmede een fabriek
1.2.1 waarin minder dan 2 personen werkzaam plegen te zijn € 46,20
1.2.2 waarin minder dan 5 doch meer dan 1 personen werkzaam plegen te zijn € 138,90
1.2.3 waarin minder dan 10 doch meer dan 4 personen werkzaam plegen te zijn € 347,70
1.2.4 waarin minder dan 20 doch meer dan 9 personen werkzaam plegen te zijn € 695,00
1.2.5 waarin minder dan 50 doch meer dan 19 personen werkzaam plegen te zijn € 1.621,85
1.2.6 waarin minder dan 100 doch meer dan 49 personen werkzaam plegen te zijn € 3.475,60
1.2.7 waarin meer dan 100 personen werkzaam plegen te zijn € 6.951,30
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Geen recht wordt geheven voor eigendommen of gedeelten van eigendommen met een netto vloeroppervlakte kleiner dan 20 m2.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruikersdeel in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,00 en minder dan € 2.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Inwerkingtreding en citeerartikel